De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Emy neemt het op voor de Groningers die lijden onder aardbevingen door gaswinning.
Groningen komt zelden in het nieuws. Groningers doen namelijk, in de regel, niet moeilijk. Grote kans dat je alweer vergeten bent dat er vorig jaar een watersnoodramp dreigde in de provincie. De Groningers reageerden zo onderkoeld op de evacuaties (“Het is weer eens wat anders, hè”) dat het journalisten tot wanhoop dreef: hier viel werkelijk niets aan sensatie te halen.
Maar afgelopen weekend kopte het NOS-journaal dat Groningers zich "grote zorgen" maken over de door gaswinning veroorzaakte aardbevingen. Ik zat gelijk op het puntje van mijn stoel. Hier was echt iets ernstigs aan de hand. In het NOS-item zegt een gepensioneerde Groninger op kalme toon over de scheuren in zijn verbouwde huis: “Kijk, hier zit er één, zo heb ik er zeventien.” Geen sprankje woede of verbittering in zijn stem, maar als je heel goed oplet zie je de stille wanhoop. Wanhoop op z’n Gronings.
Minister Kamp en de voor de gaswinning verantwoordelijke NAM doen ondertussen alsof hun neuzen bloeden. Ze geven weliswaar toe dat de aardbevingen steeds zwaarder worden, maar erkennen niet dat de enige echte oplossing is om te stoppen met gasboringen. Kamp stelt de beslissing nog een jaartje uit terwijl de NAM naar manieren mag gaan zoeken om op dezelfde weg door te gaan.
Dit is onrecht om razend van te worden. Groningen wordt al decennialang leeggezogen om zijn gas. Het mag wel eens benadrukt worden, want zelf doen de Groningers het niet: Nederland is niets zonder Groningen. Terwijl de staatskas fijn de miljarden absorbeert uit die goudmijn in het noorden, zitten de noorderlingen zelf met relatief grote werkeloosheid en armoede. Hopelijk worden de Groningers nu dan, bij hoge uitzondering, echt kwaad. Het is alleen de vraag of de rest van Nederland dat herkent als woede.