De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Hard//talk is de seismograaf die de trillingen van de tand des tijds registreert. Wat heeft ons afgelopen week bezig gehouden? Wat bespraken we bij de koffieautomaat en waar lagen we wakker van? Vijf korte commentaren, in woord en beeld, van onze redacteuren.
Illustratie: Joost de Haas
Commentaar
Art Amsterdam
Vanavond (woensdag 11 mei) opent Art Amsterdam: positief gezien de belangrijkste beurs voor moderne kunst in Nederland, negatief gezien een middelgrote kunstbeurs die nog nooit een internationale rel of sensatie heeft veroorzaakt. Opzienbarender is het randprogramma. Onder de noemer Art in Amsterdam hebben zo’n beetje alle Amsterdamse kunst-instellingen zichzelf tot partner verklaard om ‘de hedendaagse kunst in Amsterdam te vieren’. Vaak behelst dat niet meer dan de tentoonstellingen die ze toch al hielden, met een gratis rondleiding of drankje voor wie het programmaboekje laat zien, maar er zijn ook drie avonden kunstfeest in Trouw/De Verdieping, en performances en een boekenmarkt in De Brakke Grond. Meest ironisch is wel dat Art Amsterdam (de beurs dus) tevens een lounge biedt aan We like art!, dat zich inspant om kunst voor minder dan 500/1000/1500 euro aan het voetlicht te brengen, terwijl ook de Affordable Art Fair is opgenomen in de randprogrammering. Je zou haast vergeten dat Art Amsterdam wel degelijk om grof geld gaat.
Het is natuurlijk fijn dat de kunstwereld zo eendrachtig zijn kunstliefde belijdt. Maar toch bekruipt je het gevoel dat er sprake is van een wederzijdse back rub. Art Amsterdam, voorheen de KunstRai, weet de hele culturele sector van Amsterdam vijf dagen tot randprogrammering te reduceren. En de deelnemende instellingen laten het zich welgevallen.
Dat hoeft niet eens ingegeven te zijn door cynische motieven: het kan best zijn dat gedeelde passies echt een rol spelen. In vergeelde boekjes heet het fenomeen 'repressieve tolerantie' Maar anno 2011 is het meer een teken dat geld niet meer stinkt. De grenzen tussen musea, kunstinstellingen, galeries en 'de kunstmarkt' zijn fluïde geworden. Dan wil men best een weekje meefeesten.
Door Floris Solleveld
Nieuws in beeld
Ex van Marc Dutroux vrijgelaten
Illustratie: Mirjam Dijkema
Ver weg
Waterloo ligt in Griekenland
Afgelopen weekend werd bekend dat het financieel nog slechter gaat met Griekenland dan gedacht. De Griekse schulden zijn zo hoog dat nog maar weinigen geloven dat het land die kan afbetalen, althans niet zonder het afbreken van vrijwel alle sociale voorzieningen. Griekenland heeft van de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds 110 miljard euro aan leningen en garanties ontvangen. Die leningen en garanties worden voor een groot deel afgegeven door de Euro-landen die er financieel het beste voor staan, onder meer Finland, Nederland en vooral Duitsland.
De gemiddelde Nederlander baalt al geruime tijd van Europa, zeker nu het ook nog geld kost. Een groot deel van de Finnen heeft bij recente verkiezingen op een anti-Europese partij gestemd, die fel gekant is tegen leningen voor landen in financiële nood. Veel belangwekkender is echter de steeds luider klinkende Duitse kritiek op de steun aan landen zoals Griekenland. De meest prominente criticus is Hans-Olaf Henkel (voormalig voorzitter van de vereniging van Duitse industrie) die in Rettet unser Geld! - Deutschland wird ausverkauft pleit voor een splitsing in een Noordelijke en Zuidelijke Euro. Hij stelt dat zuidelijke landen een gevaar zijn voor de stabiliteit van de Euro en het daarom maar onderling moeten uitzoeken, een stelling die in Duitsland steeds breder gedragen wordt. In tegenstelling tot Finland en Nederland is Duitsland van levensbelang voor het voortbestaan van de Euro en de EU.
De Finse weerzin tegen Europa is vermakelijk, de Nederlandse aversie is soms beschamend, maar de Duitse afkeer is zorgelijk - voor iedereen die nog een beetje gelooft in Europese samenwerking.
Door Bram Creusen
De filmclub
The Inside Job
"Some things are worth fighting for." Zo eindigt de oscarwinnende documentaire van Charles Ferguson over de kredietcrisis. Inside Job heeft grofweg dezelfde boodschap als Oliver Stone’s Wall Street 2, namelijk dat hebzucht slecht is en de oorzaak van de economische malaise die ons nog altijd plaagt. En dat je op Wall Street de grootste boeven vindt. En dat die boeven hun lesje nooit leren.
In Wall Street 2 wordt, zoals dat nu eenmaal gaat in een fictiefilm, het kwaad belichaamd door een personage (beurs-schurk Bretton James). In Fergusons film borrelt het kwaad overal. In de miljonairs die spaargeld van gewone burgers lenen om paleizen te kopen, in Ronald Reagan die de deregulatie van het bankensysteem inzette, in de banken die geld van dictators witwassen en, schokkend genoeg, in hoogleraren Economie van belangrijke universiteiten die schaamteloos aan belangenverstrengeling doen.
Ferguson rijgt droge feiten aan elkaar en weet zonder te vervelen economische constructies helder uit te leggen. Hij mengt er soms wat sensationeel drama in, door een hoerenmadam van de superrijken erbij te betrekken en een theorie te poneren over de gelijkenis tussen geld- en cocaïneverslaving. Maar zijn punt is duidelijk en geloofwaardig: De rekensommetjes zijn lang niet zo ingewikkeld als de verantwoordelijken ons willen laten geloven. Ingewikkeld is alleen dat alle instanties zo met elkaar verweven zijn (dezelfde personen zitten in de top van de bankenwereld, de wetenschap en de politiek) dat er zelfs na straffe van de crisis nog geen speld tussen te krijgen is.
Daarom is dat statement aan het eind weinig enthousiasmerend. Het einde van Wall Street 2, als de hoofdpersonages hun miljoenen op de juiste plek hebben en bellen blazen vanaf een New Yorks dakterras, is geloofwaardig. Deze rijken hoeven zich geen zorgen meer te maken. Maar Inside Job gaat over hoe de rijken de touwtjes in handen hebben ten koste van de rest van de wereldbevolking, en laatstgenoemde partij blijkt daarbij behoorlijk machteloos. Gelukkig voor Ferguson heeft hij zelf 130 miljoen dollar op zijn rekening.
Door Kelli van der Waals
Post Scriptum
Strijd voor cultuur
"Dit is een grote aanslag op de cultuursector. Het betekent een enorme verschraling. Nederland zal een stuk zakken in de internationale top.'"Het recente advies van de Raad voor Cultuur aan staatssecretaris Halbe Zijlstra zorgt voor verontwaardigde reacties in de cultuursector. Niet verwonderlijk, gezien de bezuinigingen van 125 miljoen waarover de RvC zich ontfermt.
Wel opvallend is dat dit citaat niet van een museumdirecteur is maar van Els Swaab, voorzitter van diezelfde Raad. Ondanks goede bedoelingen om een werkbaar advies te geven, maakt het hier een grove fout. De titel 'Noodgedwongen Keuzes' suggereert wat onvrede, maar ondertussen geeft de RvC nu een advies waar het in principe niet achter staat. "Ik heb er begrip voor dat ook de cultuursector moet bezuinigen, maar niet dat het ruim 25 procent moet zijn van wat relatief zo'n laag bedrag is," liet Swaab weten in het NRC, maar pas nadat het advies was uitgebracht. Zijlstra kan nu keurig het advies overnemen dat hier is voorgelegd en zo worden de buitenproportionele bezuinigingen gerechtvaardigd door hen die er nota bene tegen zijn. In plaats van fundamentele kritiek te leveren, buigt de RvC voor Zijlstra's plannen en neemt het zelf de kunsten onder vuur.
En wanneer zelfs de RvC niet strijdt voor cultuur, is het aan de kunstenaars. Theatergroep De Warme Winkel geeft met hun nieuwe voorstelling Luitenantenduetten alvast het goede voorbeeld. Gewapend met een geweer, collectebus en fenomenaal spel laten de acteurs, uitgedost als soldaten voor cultuur, zien wat er gebeurt wanneer kunst geen plek krijgt. Dan staat ons een verontrustende toekomst te wachten.
Door Roos Euwe