De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. De scheidslijn tussen "wij" en "zij" is weer volop in het nieuws. Jules ontleedt deze scheidslijn en komt op een hele andere tweedeling uit.
Samuel Huntington schreef begin jaren 90 het wereldberoemde essay The Clash of Civilizations, waarin hij betoogt dat de grote conflicten van de toekomst gaan over culturele kwesties. Hij geeft eveneens een voorspelling van welke culturen met elkaar in conflict komen. In de schematisch weergave van zijn theorie, trekt Huntington een dikke lijn tussen de islamitisch cultuur en de westerse cultuur om aan te geven dat een conflict tussen deze culturen waarschijnlijk is. Ondanks dat Huntingtons theorie al veelvuldig onder vuur heeft gelegen en grotendeels achterhaald is, lijkt dit toch de analyse te zijn die in de nasleep van de aanslag in Parijs weer wordt gemaakt: het vrije Westen conflicteert onherroepelijk met de islamitische cultuur, net zoals we ooit onherroepelijk hebben gebotst met het communisme. Het klinkt helder en overzichtelijk: de verchillende waarden zijn in essentie onverenigbaar en zijn zodoende een onvermijdelijke bron van conflict.
Ik denk dat de grote scheidslijn in de wereld eerder ligt tussen conservatief en progressief. Een scheidslijn die zich niet houdt aan lands- of cultuurgrenzen, maar dwars door zowel islamitische als westerse landen loopt. Aan de ene kant staat een groep mensen die op de trein van de globalisering is gesprongen; de wereldburger die andersheid omarmt als een aanvulling op de eigen cultuur en zich staande weet te houden in een wereld die snel verandert. Aan de andere kant staan de mensen die huiverig zijn voor verandering, zich naar binnen richten en veel waarde hechten aan het cultiveren en conserveren van het eigene.
Sociologen hebben vergelijkbare analyses gemaakt: er is een groep mensen die zich niet thuis voelt in de moderniteit en terugverlangt een versie van het verleden die waarschijnlijk nooit bestaan heeft. Conservatieve (en soms fundamentalistische) moslims verlangen naar een ouderwetse staat die hoogstwaarschijnlijk alleen in hun hoofd bestaat. Ze zoeken veiligheid in het idee dat er weer sprake kan zijn van een eenvoudige moslimnatie die niet aangetast wordt door alle invloeden van de moderniteit, maar gebaseerd is op een ‘zuivere’ versie van het geloof.
Het idee van het eenvoudige ouderwetse is niet beperkt tot fundamentalistische moslims; overal in de wereld wordt er door conservatieven gezocht naar de onschuldige versie van hun land of cultuur, voordat de kwalen van de moderne tijd hun invloed kregen. In Nederland zoekt de PVV van Geert Wilders, weliswaar op een totaal andere manier, naar een geromantiseerd beeld van het verleden. De kiezers van Wilders verlangen naar de rust en orde van de jaren 50, terug naar een tijd waarin Zwarte Piet nog onbetwistbaar zwart was, autoriteit werd gerespecteerd en de bevolking nog bestond uit een homogene groep hardwerkende, godvrezende burgers. Accepteren dat deze versie van Nederland nooit heeft bestaan en nooit zal bestaan is onverkwikkelijk voor hen.
Kort na een aanslag van dit kaliber, midden in een van de centra van de westerse wereld, is er kennelijk behoefte een heldere identificatie van goed en kwaad langs de bekende breuklijnen. Maar de Botsing der Culturen-verklaring schiet wat mij betreft te kort en verdient, zeker nu het zeer actueel is, een nuancering. Het is het overwegen waard dat we te maken hebben met een botsing tussen voor- en tegenstanders van de moderniteit. Cultuur en religie aanwijzen als oorzaak van dit conflict is te kort door de bocht. Ze zijn eerder een vehikel om de hang naar het oude vertrouwde te legitimeren en het geheel van een (vaak gebrekkige) historische context te voorzien.
Foto: Een slagveld tijdens de Reconquista uit de 'Cantigas de Santa Maria' via wikipedia