Binnen een uur was het zaterdag zover. Na een 'moeilijke fase' enkele weken terug, was de breuk nu definitief. Vanmiddag bood Rutte aan Beatrix het ontslag van het kabinet aan. Daarom een speciale spoededitie van onze vaste commentaarrubriek.
Illustratie: Joost de Haas
Diepe frustratie
Kamerbreed gedragen
Ik durf het niet met zekerheid te zeggen, maar het zou zomaar kunnen dat zaterdagmorgen gedurende enkele ogenblikken één emotie “kamerbreed werd gedragen”: diepe frustratie. Ik stel me voor hoe de VVD en CDA-onderhandelaars hun achterban informeerden over het echec vlak voordat de pers, en dus de oppositie, lucht kreeg van het feit dat Wilders met een vermoeid gezicht in een auto stapte en zo de zeven onderhandelingsweken in crisistijd definitief vergeefs verklaarde. (Even een rondje 130 om het hoofd leeg te maken voordat de campagne weer begon?) Heel even was er eenheid in de Nederlandse politiek, iedereen dacht hetzelfde: Dit is slecht voor Nederland. Alleen dacht de helft dat op basis van verouderde informatie.
Emile Roemer en Diederik Samsom waren in hun eerste reactie nog terughoudend, het gênante gejuich tijdens de 'moeilijke fase' lag nog vers in het geheugen. Jolande Sap kon zich niet inhouden: “Dit is goed voor Nederland”, zei ze opgewonden. Ik volgde via Twitter de reacties op de ingelaste journaals. Saps uitspraak werd met onbegrip ontvangen. Goed voor Nederland? Een kabinetscrisis tijdens een economische crisis? Heeft ze niet gezien hoe Frankrijk in een zwart gat werd gezogen toen ze haar AAA-status verloor? Die Sap is niet goed snik, leek de consensus.
En toch, ik kan het me zo goed voorstellen. Toen ik zag hoe Maxime Verhagen met nauwelijks verholen woede tijdens de persconferentie naast een getergde Mark Rutte stond, voelde ik voor het eerst enig begrip voor de man die het CDA wederom naar centrum van de macht, en naar de rand van de afgrond, loodste. Dit is hoe “de andere helft van het land” zich al voelt sinds die even triomfantelijke als misplaatste woorden “een kabinet waar rechts Nederland de vingers bij kan aflikken”. Die afgelikte vinger zat inmiddels op een voor Verhagen ongemakkelijk plaats en, aan zijn verwrongen gezicht te zien, best diep ook. Dat Mark Rutte ook “persoonlijk geraakt” was, wilde ik ineens best geloven. Zelf werd ik de volgende ochtend wat ongemakkelijk van Stef Blok die, ondanks een paar ferme uithalen, geen moment de indruk wekte helemaal klaar te zijn met zijn maatje “Geert”.
Door Jan Postma
Macht van de getallen
Zege van de feiten?
En toen kwamen de cijfers. Het is leuk als je op hoofdlijnen akkoord bent over beleidskeuzes, belangrijker is dat ze geld opleveren. Dat was immers de aanleiding voor het hele onderhandelingscircus; er moest bezuinigd worden om aan de eisen van 'Brussel' te voldoen. En belangrijker dan dat, de overheidsfinanciën moesten op orde om te voorkomen dat volgende generaties worden opgezadeld met een ondraaglijke schuldenlast.
In de notitie ‘Doorrekening Catshuispakket: Hoofdtabellen’ van het CPB staan de economische effecten van het pakket aan beleidsmaatregelen. Zo zou het Nederlandse begrotingstekort onder de 3%-eis van Brussel uitkomen (dat was mooi). Tegelijkertijd zou de koopkracht van de Nederlanders flink dalen en de werkloosheid de komende jaren boven de 6% blijven schommelen. Dat, en de snellere verhoging van de AOW-leeftijd, lijkt teveel van het goede te zijn geweest voor de PVV.
Confronterende cijfers leidden dus tot de val van het kabinet. Dat is opvallend, omdat cijfers de afgelopen jaren telkens multi-interpretabel leken en eenvoudig om te buigen naar een eigen gelijk. Het inspelen op emotie en het inzetten van 'breekpunten' leek beter te werken dan het aandragen van op kennis gestoelde argumenten.
Wordt hiermee het einde van de opmars van 'fact free politics' ingeluid? De onderbuik gelaten voor wat die is? Dat lijkt me sterk. Toch is het goed om te weten dat cijfers nog een rol van betekenis spelen.
Door Manon Korthals
Ongeloofwaardig stokpaardje
Houdgreep van Geert
Echt verrast konden ze niet zijn, Rutte en Verhagen. De fragiele constructie van dit kabinet kon niet tot een andere uitkomst leiden. Politieke betrouwbaarheid komt niet tot stand door de invloed van je gedoogpartner te ontkrachten op momenten dat dit handig blijkt. Door het Polenmeldpunt als niet meer dan een partijstandpunt te typeren, bagatelliseerde Rutte de cruciale rol van de PVV in zijn kabinet. Afgelopen zaterdag bewees Wilders wederom Rutte's ongelijk. Nu definitief. Aan de gedoogconstructie kwam een einde, aan de houdgreep van Geert ook. "Buigen voor de dictaten van Brusselse bureaucraten", dat wilde hij niet.
Wie moesten dat koste wat het kost wel? Wie kregen – niet onterecht – het label 'onverantwoordelijk' opgespeld? De Grieken. Nu valt ons hetzelfde lot ten deel. Met verkiezingen na Prinsjesdag betekent het vallen van het kabinet ook een afscheid van een gedegen begroting voor het volgend jaar. Het pakket dat het begrotingstekort fors moest terugdringen zal na zaterdag de conceptfase niet ontstijgen.
Hypocriet want Grieks onverantwoordelijk, vindt Verhofstadt. Ongeloofwaardig is het ook, omdat Wilders het AOW-stokpaardje dat hij na de vorige verkiezingen binnen een dag op stal parkeerde, nu weer met volle overtuiging berijdt. De AOW blijkt niet meer te zijn dan een handigheidje waarmee een kabinet wordt gemaakt of gebroken.
Inmiddels vliegen de speculaties en waarschuwingen je om de oren. Wat de nieuwe koers moet worden, kan niemand met zekerheid zeggen. Maar dat onze staatsschuld flink zal oplopen, het rentepercentage zal worden verhoogd en dat onze rol als financiële draagkracht in Europa zal verkleinen, ligt in de directe lijn der verwachtingen. Dat betekent hogere lasten voor iedereen, met als saillant detail de afwezigheid van een 'werkbaar' kabinet, dat in staat is ons op korte termijn uit dit zich vergrotende gat te helpen.
Door Esther Wertwijn
Te vroeg juichen
Over de zoveelste val
“Yes, verkiezingen!” Zo kon je de stemming in mijn news feed op Facebook afgelopen zaterdag ongeveer samenvatten. Mijn vrienden buitelden over elkaar heen met hun gejuich over de zoveelste val van een kabinet.
De afgelopen tien jaar (sinds Balkenende I) hielden de Nederlandse kabinetten het gemiddeld 18 maanden vol – net iets langer dan een iPhone. Dat is zeer zorgelijk. Ons meerpartijenstelsel draagt een corrigerende werking in zich: de benodigde coalities en daartoe behorende compromissen voorkomen dat extreme denkbeelden ooit regeringsbeleid kunnen worden. Maar de kiezer heeft genoeg van deze softe, in achterkamertjes bekokstoofde middenpolitiek en straft de gematigde partijen al een decennium lang genadeloos af. Wat overblijft is een enorm verdeeld electoraat, een bijna onwerkbare situatie, waarbinnen extreme ideeën via de symboolpolitiek toch hun weg naar de politieke mainstream hebben gevonden.
In Amerika heeft een uitgebluste Obama zijn strijd tegen deze polarisatie inmiddels gestaakt (zoals ik vorige week schreef), en in ons eigen land kreeg de verbinder Job ‘Yes we’ Cohen geen poot aan de grond van het Binnenhof. Er lijkt geen antwoord op de enorme kloof tussen A- en B-zeggers (in Nederland vergezeld door C-, D- en Z-zeggers). Niemand doet een stap naar het midden; sterker nog, iedereen loopt achteruit, met een blik vol achterdocht gericht op de anderen. Waarom zou je juichen over deze teloorgang van onze democratische beginselen?
Het is bovendien waarschijnlijk dat de meer zakelijke, harde toon van de rechtse politiek binnen dit klimaat zal zegevieren. In de Amerikaanse politiek is rechts verder naar rechts opgeschoven, terwijl links gematigd links is gebleven. Bij de PvdA is de genuanceerde Cohen vervangen door de humorloze straatcoach Diederik Samsom en Alexander Pechtold zet bij D66 alles op alles om niet met ‘links’ geassocieerd te worden. Blijft over voor de linkse stemmer: Jolande ‘Stekkerdoos in Kunduz’ Sap en de Mao-populisten van de SP.
Dit kabinet was gevaarlijk. Maar wat komt ervoor in de plaats? Kan ons politieke systeem überhaupt nog functioneren? Ik wacht nog even met juichen.
Door Rutger Lemm