De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Hard//talk is de seismograaf die de trillingen van de tand des tijds registreert. Wat heeft ons afgelopen week bezig gehouden? Wat bespraken we bij de koffieautomaat en waar lagen we wakker van? Deze week vijf korte commentaren, in woord en beeld, van onze redacteuren.
De Hofstad
Boycot Nederland
De Europarlementariërs Sebastian Bodu (RO) en Jacek Saryusz-Wolski (PL) hebben opgeroepen tot een boycot van Nederlandse bedrijven, zolang Rutte geen afstand neemt van het Meldpunt Midden- en Oost-Europeanen. De website boicoland.ro maakt één en ander aanschouwelijk met plaatjes van windmolens met hakenkruiswieken, en Philishave om je Hitlersnor te trimmen. Welkom in tulpen-klompen-neonaziland.
Triest, dat het opnieuw over dat stomme meldpunt gaat. Tenslotte is dat ook maar iets wat een peroxideblonde querulant op de website van zijn privé-vereniging heeft gezet. Ingrijpender is dat Nederland al maanden de toelating van Roemenië en Bulgarije tot de Schengenzone blokkeert, wat neerkomt op een boycot van onze kant. Geen wonder dus, dat die mensen ons niet mogen.
Zijn we wéér in een Wilders-hoax getuind. Het lijkt de Deense cartoonrel wel. En wat doet minister Rosenthal, die toch ons imago in het buitenland moet bewaken? Hij kapittelt een ambtenaar die “geen regering met steun van de PVV” liket. Met zulke bestuurders verdien je een boycot.
Groot gelijk, boycot Nederland! Alleen bij de combinatie tulpen-klompen-hakenkruizen spelen bij mij chauvinistische reflexen op. Het is zolangzamerhand het Thomas-Mann-dilemma in het klein: wie van het tolerante, vrijzinnige Nederland houdt kan alleen maar hopen dat er nog meer haat en onheil op ons neerdaalt. Maar dat maakt de combinatie van nationale stereotypen en nazi-symbolen niet minder wansmakelijk en misplaatst. De PVV en hun rechterburen wapperen al jaren met Israëlische vlaggen, en ook als afspiegeling van wat er mis is met het kabinetsbeleid, was een Davidsster toepasselijker geweest.
Door Floris Solleveld
Commentaar
Helemaal niets
Vorige week ontstond er veel ophef over het interview van Mathijs van Nieuwkerk met Martijn van Dam. Op de meningenstroom van de sociale media en in de kranten sprak men schande over de ‘arrogante’ van Nieuwkerk die de arme van Dam ‘paternalistisch’ toesprak. Eerstgenoemde zal opgekeken hebben van deze reacties. Normaal is hij kritiekloos, nu te kritisch.
Ik heb Martijn van Dam een keer in het openbaar zien optreden, tijdens een debat over journalistieke ethiek dat door de Raad voor Journalistiek was georganiseerd naar aanleiding van de rellen rond de politieke roddelbijlage van HP/de Tijd en het Telegraaf-interview met de vliegramp-overlevende Ruben. Toen van Dam het podium betrad, riep een van de journalisten in het zaaltje: “Wat doet een politicus hier?” Van Dam pakte rustig de microfoon en zei: “Dat vraag ik me van jullie ook wel eens af. Maar we zijn nu eenmaal tot elkaar veroordeeld.” Hij kreeg een klein applausje van de beroepscynici.
Die Martijn van Dam was me bevallen, maar tegenover de gemene van Nieuwkerk bleef er niets van hem over. In de twee jaar sinds het debat van de RvJ is er een hoop veranderd in het publieke debat. Toen kon een interview met een 10-jarige wees in een ziekenhuisbed ons nog choqueren, nu lachen de hoofdredacteuren van kwaliteitskranten om die commotie. Je moet je wapenen tegen schaamteloze leugens, ego’s van presentatoren en beledigingen. Dat lesje leerde van Nieuwkerk aan de kansloze van Dam, die Coheniaanse dingen stamelde als: “Wat is dit voor idioot gedoe.”
De verontwaardigde reacties van linkse kiezers toonden aan dat zij ook geen idee hebben van wat er tegenover hen staat. De wanhopige zoektocht naar een Messias maakt hen blind voor de eisen van het moderne debat. Ik sluit me aan bij van Nieuwkerk: “Dit wordt helemaal niets.”
Door Rutger Lemm
Nieuws in beeld
Ver weg
De Griekse verslaving
De Griekse schuldencrisis is even uitzichtloos als het leven van een verslaafde rockster. Neem Richard Danko van The Band, die in 1969 het nummer The Unfaithful Servant schrijft. Precies tien jaar later speelt hij samen met Paul Butterfield een hartverscheurende uitvoering. Danko was op dat moment al jarenlang verslaafd aan drugs en alcohol, wat uiteindelijk zou leiden tot zijn dood in 1999. Tien jaar later slaat de wereldwijde schuldencrisis in Griekenland toe.
Danko raakte oorspronkelijk verslaafd aan pijnstillers, Griekenland aan goedkoop krediet en een frauduleuze boekhouding, met Goldman Sachs als uitgekookte drugsdealer. Sjoemelen met de boekhouding is een veelvoorkomend mechanisme onder verslaafden, door de realiteit niet onder ogen te willen zien en interventie te ontwijken. Wanneer een persoon of land zich in een omgeving bevindt waar dat oogluikend wordt toegestaan, dan is er geen enkele reden om te stoppen.
In The Unfaithful Servant bezingt Danko het lot van de verslaafde en ontrouwe man die ontkent iets fout te hebben gedaan en uiteindelijk door zijn vrouw verlaten wordt. Deze vrouw heeft hem al die tijd getolereerd omdat het wellicht makkelijker was om de problemen te negeren. Maar zoals elke verslaving vroegen die van Danko en nu die van Griekenland steeds sterkere middelen. Een ontwikkeling die, indien niet op tijd behandeld, onvermijdelijk uitloopt op een tragisch afscheid.
Griekenland is jarenlang de 'unfaithful servant' van het Europese gezelschap geweest en heeft de situatie dusdanig uit de hand laten lopen dat de uitwerkingen nauwelijks nog te behandelen zijn. Het land leeft niet sinds 2009 in crisis, 2009 was slechts het jaar waarin het zichzelf niet langer in de verslaving kon voorzien en op de knieën naar de Europese Bank moest, bedelend voor een adrenalinestoot. En nog één, en nog één. De hulppaketten, het beoogde medicijn, worden een nieuwe verslaving. Dat Griekenland zo makkelijk van de ene in de andere rolt, voorspelt voor de toekomst weinig goeds. Want als ook medicinale drugs het afkicken niet helpen, komt er een moment dat de verslaafde aan zijn lot moet worden overgelaten.
Door Rutger Westerhof
Post Scriptum
Decolletés en indianenpakjes
Afgelopen zondagavond keek Amerika naar de Oscars, en het was weer een dolle boel. Een Franse winnaar riep "I love this country!", Meryl Streep maakte een grapje en de beste vrouwelijke bijrol moest huilen. En er waren heel veel jurken, waarvan sommige sexy, want puriteins Amerika moet toch iets hebben om van te schrikken bij zo’n langdradige prijzenceremonie. De spraakmakers waren dit jaar de hoge split in de jurk van Angelina Jolie en de V-hals van Jennifer Lopez’ ensemble, die zo diep was dat je een schaduwlijn zomaar had kunnen verwarren met een tepel.
Nederland keek zondagavond naar het Nationaal Songfestival, en de kledij daar deed niet af voor het Amerikaanse spektakel. Ik had het geluk net langs het meest gestoorde shot van de avond te zappen. Links in beeld stond een meisje in een lange witte jurk met franjes en een reusachtige indianentooi op haar hoofd, rechts een meisje in een kostuum met een gat waar de voorkant moest zitten, de borsten grotendeels ontbloot.
Zou dit halfnaakte meisje Nederland gaan vertegenwoordigen op het Eurovisie, dan hoopte ik dat ze haar een minder armoedig pakje zouden aantrekken. Het gaat immers niet zo goed met het imago van Nederland: Wilders zette ons voor paal met zijn meldpunt, een RTL-journalist moest op de Amerikaanse tv uitleggen dat omaatjes hier heus niet bang zijn voor onvrijwillige euthanasie, en ik heb al lang niemand 'I love this country!' horen roepen.
Niet de stoeipoes, maar het indianenmeisje won. Nu wordt Nederland vertegenwoordigd door een meisje dat zich op belachelijke wijze verkleedt als een onderdrukte minderheid in de VS. Hoe zou een RTL-journalist dat uitleggen aan de Amerikaanse televisie?
Door Kelli van der Waals