Voorbij het G-majeurakkoord, de zes snaren van een gitaar en het aantal tellen in een maat: hard//sound introduceert eigenzinnige kunstenaars, instrumentenbouwers en muzikanten, die experimenteren met geluid en verder kijken dan hun muzikale neus lang is. Deze editie: de Grafiet Synthesizer van Dewi de Vree en Jeroen Uyttendale.
Wie van mening is dat bladmuziek slechts thuishoort op de lessenaars van klassieke musici, heeft het mis. De grafiet synthesizer van Dewi de Vree en Jeroen Uyttendale bewijst het tegendeel. Het kunstenaarsduo ontwikkelde een partituur die tegelijkertijd dienst doet als instrument. Denk hierbij niet aan het fladderen van een vel papier met noten erop, maar aan een synthesizer op papier die gebruik maakt van een simpel gegeven: de weerstand van grafiet.
Wie?
Dewi de Vree (1983, Geldrop, Nederland) begon als tekenaar en schilder. Tijdens haar studies aan de Rietveld Academie ontwikkelde ze een voorkeur voor geluid, natuurlijke fenomenen en vertalingen tussen tijdgebaseerde processen en stilstaande beelden. Haar groeiende belangstelling voor de interactie tussen mens en machine heeft geleid tot het maken van 'vertaalmachines' en geluidsinterfaces die de rauwe schoonheid van elektriciteit benadrukken door elektronische componenten. In 2009 begon ze, aan de Art Science Interfaculty in Den Haag, aan een eerste samenwerking met Rachida Ziani, in de ontwikkeling van Elektrolab: een serie geluidsinstallaties en performances gebaseerd op elektrochemische principes. Hun tweede gezamenlijke project was Thermokoppel: een live geluidsperformance gebaseerd op de relatie tussen temperatuur en de akoestische eigenschappen van metaal.
Jeroen Uyttendaele is een ontwikkelaar en componist van audiovisuele instrumenten, installaties en geluidscomposities. Hij benadert geluid als sculpturaal materiaal waar de ontwikkeling van een instrument rechtstreeks betrekking heeft op een op tijd gebaseerde compositie van dat instrument. De mogelijkheden van zijn zelf gemaakte media zijn elementaire bouwstenen voor composities in tijd en ruimte. Jeroen woont momenteel in Den Haag en Brussel.
Wat?
De naam van het project is minstens zo simpel als het idee. De Vree en Uyttendale doopten het ‘Ground’: een titel die zowel betrekking heeft op de elektronische weerstand als op de terugkeer naar het basisprincipe van de synthesizer. Wat de toeschouwer ziet is eigenlijk een uitgekleed instrument, piepend en knetterend in al zijn pasgeboren naaktheid.
Nerdy? Misschien wel een beetje, maar het idee is eenvoudig, zo vertelt De Vree: “We maken gebruik van de elektrische geleidbaarheid van grafiet, dat spul wat ook in een potlood zit. Met dat grafiet tekenen we simpele figuren op een vel papier. Door elektronische geluidsgenerators op de tekeningen aan te sluiten, fungeert het grafiet als een variabele weerstand, te vergelijken met een simpele knop op een apparaat. Door te tekenen en te gummen verandert de weerstand van het materiaal en dus ook het geluid. Over het algemeen is te zeggen: hoe langer of dikker de lijnen grafiet, hoe groter de weerstand. Daar komt bij dat de handelingen van de spelers direct verbonden zijn met het geluid: what you see is what you get. Door het combineren van meerdere generators op dezelfde tekening, botsen de signalen met elkaar en ontstaan geluiden die in meer of mindere mate onvoorspelbaar en elke keer anders zijn. Het publiek is getuige van de spanning tussen de grilligheid van het materiaal en de controle van de speler.”
Waarom?
“In het begin combineerden we de meest eenvoudigste geluidsgenerators (blokgolven, zaagtanden, sinusgolven) voor het maken van complexere geluiden”, aldus De Vree. “Daar komt nog bij dat we de laatste tijd druk bezig zijn geweest om het project nóg verder te ontwikkelen op muzikaal gebied. We besloten zelf wat complexere geluidsgeneratoren te bouwen. Zo hebben we onder andere een chip gebruikt uit de Arcade gameconsole van vroeger. Voor het maken van de tekeningen hebben we zeer eenvoudige visuele vormen onderzocht. Vervolgens hebben we gekeken naar welke kwaliteiten hiervan bruikbaar zouden zijn voor een muzikale compositie. We beginnen met punten, lijnen, cirkels en simpele geluiden als blok- en sinusgolven, maar gedurende de performance breiden we uit naar complexere visuele tekeningen en dito geluiden.”
Is ‘Ground’ een anti-statement, gericht tegen het geheimzinnige en verscholen muziekspel van de laptopartiest op het podium? “Nee, we willen elektronische muziekperformances gewoon visueel aantrekkelijker maken door de techniek erachter bloot te leggen en uit te vergroten. De tekeningen zijn partituur en instrument tegelijk.”