The Artist is Present is een performance waarin Marina Abramovic drie maanden lang iedere dag urenlang stilzat op een houten stoel. In hard//hoofd-kijkt gaat Sanne op zoek naar het verhaal achter deze performance.
Disclaimer: ik houd eigenlijk niet van videokunst. Als kunsthistoricus reiken mijn specialisaties niet verder dan, zeg, het jaar 1925; op het moment dat de Surrealisten aankomen met Un Chien Andalou begin ik innerlijk al te kreunen. Ik kan niet tellen hoe vaak ik dodelijk vermoeid in een museum- of galeriezaaltje naar bibberige beelden op kleine, veelal bovenop elkaar gestapelde schermpjes heb zitten kijken, zonder er een jota van te begrijpen. Videokunstenaars lijken de relatieve toegankelijkheid van het medium en de associaties van film met “gemakkelijk” vermaak, als excuus te gebruiken voor het creëren van de meest wazige concepten en installaties. En als iemand die ruim zeven jaar kunstgeschiedenis heeft gestudeerd, durf ik één ding met zekerheid te beweren: een kunstwerk waarbij je per definitie een A4'tje met uitleg nodig hebt om het te begrijpen, is geen goed kunstwerk.
Ondanks bovenstaande reserveringen wist ik meteen welk filmpje ik wilde bespreken voor deze rubriek.
Marina Abramavic (1946) is één van de kanonnen van de hedendaagse performancekunst (ze typeert zichzelf als “de grootmoeder”). In 1974 baarde ze opzien met Rhythm 0, waarin ze zich letterlijk overleverde aan het publiek: op een tafel lagen 72 objecten, zoals een roos en een veer, maar ook een mes en een pistool. Deze objecten mochten gebruikt worden en dat gebeurde dan ook: Marina werd gesneden en ontkleed, één persoon laadde zelfs het pistool.
Toen Marina in 1976 naar Amsterdam verhuisde, kreeg ze een relatie met de West-Duitse kunstenaar Ulay Laysiepen. Hun symbiotische verhouding uitte zich in gezamenlijke performances; zo kusten ze in Breathing In / Breathing Out net zolang tot alle zuurstof op was en ze beiden bewusteloos op de grond vielen; in Relation in Time (1977) waren hun haren met elkaar vervlochten. In 1988 besloten de twee na vele tumultueuze jaren uit elkaar te gaan. Het einde van hun liefde resulteerde in nog één laatste, legendarisch werk: The Lovers: The Great Walk. Ulay en Marina begonnen aan een spirituele reis, ieder aan een andere kant van de Chinese Muur. Toen ze elkaar na 2500 kilometer in het midden ontmoetten konden ze afscheid nemen. Marina noemde het “een persoonlijk drama [...] een einde als in een film. Want uiteindelijk ben je altijd alleen, wat je ook doet.”

The Lovers: The Great Walk
Vele jaren later, voorjaar 2010, New York. In het MoMa is een grote overzichtstentoonstelling van Marina’s werk georganiseerd, waarbij haar belangrijkste performances door anderen opnieuw worden uitgevoerd. Maar de grote publiekstrekker is Marina zelf: gedurende de volledige looptijd van de tentoonstelling is de kunstenares aanwezig voor haar langste performance ooit: The Artist is Present. Drie maanden lang zit ze iedere dag urenlang stil op een houten stoel, en kunnen bezoekers zo lang ze zelf willen tegenover haar gaan zitten, om zo deel uit te maken van het kunstwerk.
In een interview met Kunstbeeld zou Marina later vertellen dat ze van tevoren niet verwachtte dat er voortdurend iemand zou zijn om op de stoel tegenover haar plaats te nemen, maar er worden bezoekersrecords verbroken. Zelfs Lady GaGa komt kijken.
Op de openingsavond draagt Marina een rode jurk, haar lange haar in een vlecht. Ze sluit haar ogen voor de zoveelste bezoeker van die avond tegenover haar plaatsneemt. Het is Ulay.
Ze heeft hem die dag al eventjes gezien, maar ze had niet verwacht dat hij op de stoel zou komen zitten.
Er is een lachje van herkenning. Dan krijgt ze tranen in haar ogen. Echte, dikke tranen. Hun gezichten spiegelen elkaars emoties, de bijna tastbare oude liefde die ooit zo heftig en allesverterend was. Haar masker lijkt eventjes te breken – dan buigt ze voorover en strekt haar handen naar hem uit. En juist dat gebaar geeft haar de controle terug.
Zoals Emy Koopman al schreef: Marina “weet emoties in alle hevigheid te vangen en om te vormen tot een werk waarin je je eigen pijn herkent. Tegelijkertijd verbleekt jouw pijn bij die van haar, en dat maakt dat je er vrede mee kunt hebben.” In het MoMa keek Marina drie maanden lang iedere dag duizenden mensen recht in de ogen, ving ze hun pijn op. In dit ene moment tussen haar en Ulay krijgen haar eigen emoties even de overhand, en het gaat recht door je ziel.
Iedereen begint te klappen, Ulay zegt een paar voor ons onverstaanbare woorden en staat op.
Voor mij is het onmogelijk om hiernaar te kijken zonder te huilen.