De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. De impact die onze technologie op ons heeft begint steeds duidelijker te worden. Nu het woord 'verslaving' zelfs geen taboe meer is, durft Sarah van Binsbergen zich af te vragen wie zich eigenlijk aan wie moet aanpassen.
Traditiegetrouw is de lente een tijd voor onthouding en ontgifting: katholieken vasten de veertig dagen voor Pasen, natuurvoedingstypes wagen zich aan een sapkuur. Misschien komt het door die drang tot voorjaarsschoonmaak, misschien werd het nog eens extra aangezwengeld doordat Facebook zich onlangs weer eens zijn ware gezicht toonde, maar het lijkt wel alsof iedereen ineens aan een ‘digitale detox’ bezig is. Kranten en tijdschriften staan vol met verhalen van mensen die voor een weekend of een week offline gaan, en ook in mijn eigen omgeving slaat het enthousiasme toe.
In principe geen slecht idee, want het is een feit: we zijn massaal verslaafd aan dat digitale kwaad. Veel mensen worstelen om zich langer te concentreren dan de gemiddelde tijd die het kost om een WhatsApp-bericht te typen. Volgens recent onderzoek van de Universiteit Utrecht is ongeveer een op de twintig Nederlandse kinderen verslaafd aan sociale media. Volgens cijfers van het CBS uit 2015 vindt een op de zes jongeren zichzelf verslaafd. Ook zorgverleners beginnen schermverslaving steeds meer als een reëel probleem te zien en bieden allerhande cursussen en programma’s aan. De GGZ biedt behandelingen tegen internetverslaving aan, en onlangs lanceerde verzekeraar Interpolis Digital Detox, een afkickprogramma dat ironisch genoeg online aangeboden wordt.
Digitaal detoxen zou een mooie poging kunnen zijn om meer controle over je schermgebruik te krijgen, maar het effect lijkt vooralsnog vooral kortstondig te zijn en het risico op terugvallen in oud gedrag is groot. Je kunt een week lang ‘ontgiften’ en jezelf eraan herinneren hoe fijn het is om een wandeling te maken zonder constant gestoord te worden door pingetjes en getril, maar zodra je die smartphone weer in zicht hebt is het moeilijk weerstand bieden aan de verleidingen ervan. Binnen de kortste keren zit je weer diep in allerlei WhatsApp-groepen en voel je je een loser omdat je je eigen voornemens om te minderen niet vol hebt kunnen houden.
Digitale communicatie is here to stay
Onderzoeker Sherry Turkle, een autoriteit als het gaat om de relatie tussen mens en technologie, maakt in haar laatste boek Reclaiming Conversation een belangrijk punt: niet wij, maar vooral de technologie zelf moet veranderen. Het voornaamste probleem van digitaal detoxen is dat het van schermverslaving een individueel probleem maakt (jij bent verslaafd, dus jij moet veranderen), terwijl het dat eigenlijk niet is. Want je kunt wel dapper besluiten om geen smartphone te hebben of niet op sociale media te zitten, maar de wereld is er nu eenmaal steeds meer op ingericht dat je dat magische kastje altijd bij je hebt. En je kunt wel proberen om je schermtijd te beperken, maar het is moeilijk om dat vol te houden als die apps juist ontworpen zijn om je verslaafd te maken en te zorgen dat je zo lang mogelijk blijft swipen en scrollen.
Digitale communicatie is in een razend tempo ons leven komen binnendenderen, en is, in ieder geval voorlopig, here to stay. Maar dat betekent niet dat we geen eisen kunnen stellen aan de vormen die ze aanneemt. Als apps nu bewust ontworpen worden om ons verslaafd te maken, moet het ook mogelijk zijn om apps te maken die dat effect minder hebben, of zelfs tegengaan. Het wordt tijd dat we de impact van technologie op ons leven serieus nemen, en niet alleen ons eigen gedrag erop aan proberen te passen, maar het vooral gaan hebben over hoe technologie zich op een gezonde manier aan ons aan kan passen.