De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Nu de klimaatdoembeelden elkaar in rap tempo opvolgen, is het moment júist aangebroken om praktisch en hoopvol te zijn. Esha Guy roept ons op: laat ons van het klimaat eindelijk een politiek thema maken.
Ik heb goed nieuws en slecht nieuws. Wat wil je als eerste horen? Het slechte? De laatste maanden toonden verschillende rapporten dat we nog maar een aantal jaar hebben om de rampzalige gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan. Het IPCC zegt dat we nog twaalf jaar hebben voordat we onomkeerbare schade toebrengen aan enorme gebieden, waarvan de bewoners vaak zijn uitgebuit voor grondstoffen die bijdragen aan hun miserie. Een adviesorgaan van de Amerikaanse overheid waarschuwt op bijna karikaturale wijze dat klimaatverandering desastreuze gevolgen zal hebben voor hun economie. Daarnaast bleek deze maand dat het doemscenario van het IPCC nog redelijk optimistisch was, aangezien de temperatuur van de oceanen sneller stijgt dan verwacht.
Ook Nederland heeft een bittere pil moeten slikken, toen deze week bleek dat het nu al onmogelijk is voor de overheid om zich aan het Urgenda-vonnis te houden en de CO2-uitstoot in 2020 met 25% te verlagen. Voor de enkeling die nog vertrouwt in de beloftes van het Parijsakkoord, zal het een verrassing zijn te horen dat slechts 16 van de 197 landen zich er tot nu toe aan houden.
Laten we ervoor zorgen dat het klimaat centraal staat bij de volgende verkiezingen.
Klaar voor het goede nieuws? Klimaat is eindelijk een politiek thema geworden. De gele hesjes-demonstraties in Frankrijk hebben veel mensen doen inzien dat milieuproblematiek ook sociale problematiek is. In België staan er door het initiatief van middelbare scholieren 35.000 mensen op straat om een verantwoordelijker klimaatbeleid te eisen. Men spreekt zelfs van frictie in ons liberale kabinet door het nieuwe klimaatakkoord. Frictie! En dat terwijl onze politici normaal gesproken collectief vergeten wat het grootste probleem van onze tijd is wanneer de campagnetijd aanbreekt. Het is een schrale troost, maar ruziënde kabinetsleden zijn zelden een gunstiger teken geweest. Het betekent dat ze eindelijk de ernst van de situatie begrijpen.
Wij kunnen de druk nog meer opvoeren. Laten we ervoor zorgen het klimaat centraal staat bij de volgende verkiezingen. Dan bedoel ik niet de vraag of we iets aan klimaatopwarming kunnen doen – een retoriek waar sommige anachronistische beunhazen nog plezier in vinden – maar hoe we er iets aan gaan doen. Op 10 maart vindt in Amsterdam een klimaatmars plaats, waar nu al duizenden mensen worden verwacht. Laten we, net als de Belgische scholieren, onze bestuurders duidelijk maken dat er geen hogere prioriteit is, dat we nu snelle en effectieve actie willen zien, en dat de grootste vervuilers er niet mee weg komen hun rekening op de schouders van de minderbedeelden te storten.