De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Nu de overheid overweegt om de rente op studieleningen te verhogen, luidt Michiel Bron de noodklok: een nog hogere rente maakt de maatschappij op termijn elitair en fragiel.
Afgelopen week stond een internetconsultatie open voor een nieuw wetsvoorstel waarmee de rente op de studielening wordt verhoogd. Een destructieve maatregel wanneer het wetsvoorstel in het licht van een breder maatschappelijk systeem wordt gezet. Met een hogere rente op de studielening creëert de overheid immers een systeem waarin jongeren eerst gedwongen worden een schuld aan te gaan, om vervolgens aan hen te verdienen.
Normaal gesproken kan rente drie doelen dienen. Ten eerste om mensen te motiveren sneller terug te betalen, maar dit is in het geval van de studielening al ondervangen door een afbetaaltermijn en een koppeling aan het inkomen. Ten tweede om inflatie tegen te gaan waardoor je als uitlener geen verlies maakt op een lening. De rente op studieleningen wordt echter meer verhoogd dan de inflatie, waardoor de overheid ongeveer 250 miljoen euro aan deze wetswijziging verdient. Dit is het laatste doel van rente en kennelijk de keuze vanuit de overheid: het verdienen aan verstrekte leningen.
Met deze keuze maakt het huidige kabinet een goed werkend maatschappelijk systeem fragiel en enorm elitair. In het huidige systeem is het nog zo dat een jongere generatie door te studeren in zichzelf investeert, om op termijn de dragende generatie te worden. Met het geld dat de dragende generatie afdraagt kan een oudere generatie rustig oud worden en heeft een jongere generatie de kans zich te ontwikkelen. Dit is een solidair systeem waarin iedereen de kans krijgt onderwijs te genieten, vervolgens zonder schulden kan afdragen naar vermogen en tot slot zonder geldproblemen kan genieten van een oude dag.
Sinds het afschaffen van de basisbeurs is de gemiddelde schuld opgelopen tot vierentwintigduizend euro.
Wanneer de jonge generatie zelf moet betalen voor het eigen onderwijs en dus de eigen ontwikkeling moet dragen, wordt onderwijs minder toegankelijk voor jongeren die er het geld niet voor hebben. Met een minder toegankelijk onderwijs wordt de potentiële draagkracht van deze generatie kleiner. Immers, minder mensen worden opgeleid voor de best betaalde banen. Dit wordt opgelost door jongeren te dwingen zich in de schulden te steken. Dankzij een leenstelsel kunnen jongeren alsnog studeren en betalen ze hun studie met geld dat ze later gaan verdienen. Sinds het afschaffen van de basisbeurs binnen het hoger onderwijs is de gemiddelde schuld dan ook opgelopen tot vierentwintigduizend euro.
Dit zorgt voor een elitaire en fragiele maatschappij. Bij een daling van werkgelegenheid, bijvoorbeeld door een economische crisis, robotisering of een grootschalige werkverplaatsing naar het buitenland, kunnen mensen hun schuld niet meer goed afdragen. Ze zitten zonder werk, maar wel met een grote schuld. Deze schuld en de af te dragen compensatie voor het werkloze deel van de bevolking kan dan niet zo makkelijk gecompenseerd worden door de mensen die wel een baan hebben. Zij hebben immers ook een schuld die moet worden afbetaald. Dit is wat het systeem fragiel maakt. Het elitaire deel zit in de kleine groep die van huis uit genoeg geld heeft om niet te hoeven lenen. Zij bouwen geen schuld op en hoeven vervolgens ook niet af te dragen voor een volgende generatie.
Door te gaan verdienen aan de studieleningen met het verhogen van de rente komt deze ontwikkeling in een stroomversnelling. Door de verhoogde rente wordt het bedrag dat moet worden terugbetaald absoluut veel groter voor de mensen die van huis uit minder geld meekrijgen dan voor mensen die minder of helemaal niet hoeven te lenen. Aan ons allemaal de vraag of we deze ontwikkeling willen laten gebeuren.