De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. In september vorig jaar stelde premier Rutte nog dat nieuwkomers in Nederland de taal sneller moeten leren voor een goede integratie. Stellige woorden, maar of het ook echt zo werkt is nog maar de vraag, aldus Gatool Katawazi.
Kort geleden pleitte Naema Tahir in Trouw voor het afschaffen van het lidwoord ‘het’. Alhoewel haar tekst duidelijk ironisch bedoeld was, schoot dit stuk bij veel mensen in het verkeerde keelgat en werd de ironie van de tekst niet ingezien. Daar waar Tahir in haar stuk opkwam voor allochtonen, die volgens haar de Nederlandse taal nooit volledig zouden beheersen, blijkt uit de kritiek op haar stuk dat ook autochtone Nederlanders de Nederlandse taal niet volledig beheersen. Was dit wel het geval geweest, dan hadden de lezers wel ingezien dat het stuk ironisch bedoeld was. Kan een individu, allochtoon of autochtoon, een taal wel ooit volledig beheersen?
Toen mijn moeder op haar 35ste naar Nederland kwam, was ze nog nooit naar school geweest en had ze nog nooit eerder een woord op papier geschreven. Van haar werd in Nederland plots verwacht dat ze de Nederlandse taal zowel in woord als op schrift zou leren. Haar werd het gevoel gegeven dat zij pas kon participeren als zij de dominante taal in het land goed beheerste. Die eerste stap naar integratie in het huidige beleid, het beheersen van de taal, is voor haar een belemmering geweest in het daadwerkelijk integreren in de samenleving. Mijn vader daarentegen was voorheen een minister, schrijver en journalist, die zich bevond in hoogopgeleide en literaire kringen. In Nederland kwam hij niet met gelijkgestemde mensen in aanraking, waardoor hij moeite had om te binden met anderen in de samenleving. Zonder goede beheersing van de Nederlandse taal kan je bijna geen goede positie verkrijgen op de arbeidsmarkt of de ‘maatschappelijke ladder’.
Het beheersen van de Nederlandse taal is een voorwaarde voor insluiting, maar tegelijkertijd ook een oorzaak voor uitsluiting.
Het hebben van een taalachterstand in een land waarin de focus op een goede beheersing van de dominante taal zo groot is, zorgt er makkelijk voor dat je een minderwaardigheidscomplex ontwikkelt. Mijn vader, die wel een universitaire opleiding had afgerond, en mijn vader, die wel al kon lezen en schrijven, voelde zich nooit goed genoeg. Zijn verhaal is bijna een cliché aan het worden: hoogopgeleid in land van herkomst, maar niets waard in ons land. Uit onderzoek is gebleken dat men op latere leeftijd een nieuwe taal nooit op het niveau van eigen moedertaal zal leren. Dit is algemeen bekend, we weten het allemaal. Waarom verwachten we van nieuwkomers dat zij onze taal wel goed leren beheersen? Daar waar immigranten vaak wel degelijk beschikken over de juiste kwaliteiten en denkniveaus, worden zij belemmerd in het participeren door hun taalachterstand.
Als geslaagde integratie in Nederland afhankelijk is van het leren van de Nederlandse taal, zal goede integratie van veel niet-westerse immigranten onhaalbaar zijn. Het beheersen van de Nederlandse taal is een voorwaarde voor insluiting, maar tegelijkertijd ook een oorzaak voor uitsluiting. De beheersing van de taal is een paradox waarbij de schijn bestaat dat volledige beheersing van de Nederlandse taal zal resulteren in betere integratie, terwijl deze vereiste in de praktijk vooral zal zorgen voor uitsluiting aangezien niemand, laat staan een nieuwkomer, de Nederlandse taal ooit volledig zal beheersen.
De focus op taal moet verschoven worden naar een focus op een inclusieve samenleving.
De gedwongen houding naar nieuwkomers om de taal te leren en de cultuur over te nemen leidt dus niet tot betere integratie. De kracht en de kwaliteit van veel nieuwkomers worden overschaduwd door hun gebrek aan taalbeheersing. Onze samenleving zou een open samenleving moeten zijn, waarin ruimte is voor verschillende culturen en talen. De integratie van nieuwkomers moet gezien worden als een tweezijdig en dynamisch proces, waarbij niet alleen de nieuwkomer bereid moet zijn om zich aan te passen en de taal te leren, maar waarbij de samenleving de nieuwkomer ook opvangt en accepteert. Dit gaat in tegen de gedachte van ons kabinet: “Integratie begint bij het leren van onze taal; integratie, daar doe je zelf je best voor.”
Het leren van de Nederlandse taal is zeker belangrijk, maar de integratie van nieuwkomers in Nederland zou er niet van moeten afhangen. De focus op taal moet verschoven worden naar een focus op een inclusieve samenleving, waarin de verantwoordelijkheden van goede integratie bij zowel de nieuwkomers als bij de maatschappij liggen.