De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. In het 'nieuwe' Brazilië van Jair Bolsonaro moeten linkse docenten worden ontmaskerd die leerlingen indoctrineren met hun linkse ideologie. Dennis Faase ziet Bolsonaro's streven vooral als een doortrapte manier om het onderwijssysteem af te breken, beschuldigingen van censuur of indoctrinatie werken namelijk zélf censurerend.
President van Brazilië Jair Bolsonaro heeft onlangs een FvD'tje gedaan door studenten op te roepen hun docenten aan te geven wanneer ze linkse ideeën propageren. Aanleiding hiervoor is het idee dat er in het onderwijssysteem sprake zou zijn van linkse indoctrinatie. Onderwijzers zouden bewust ‘linkse’ standpunten propageren en ‘rechtse’ standpunten censureren. Deze beschuldiging – mits gefundeerd – dient serieus te worden genomen: het is belangrijk dat iedere leerling een stem krijgt in het schoolsysteem en dat er meer dan een perspectief aan bod komt. Mocht er sprake zijn van ongelijke behandeling, dan moet daar iets aan worden gedaan.
Het sluwe van Bolsonaro’s beschuldiging is echter, dat zij zelf indoctrinerend, of in ieder geval censurerend werkt. Door te zeggen dat docenten 'linkse' opvattingen opleggen, wordt een klimaat van verdachtmaking gecreëerd. Zodra een docent iets zegt dat ook maar de zweem hiervan draagt – zoals een proefwerk waarin staat dat mensen het grootste gevaar voor de natuur zijn – kan hij of zij hierop worden aangesproken, teruggefloten of zelfs verstomd. De beschuldiging van censuur of indoctrinatie werkt zelf censurerend. De pot verwijt dus de ketel (los van de vraag of de ketel überhaupt zwart ziet).
Het gekke hieraan is dat politici als Bolsonaro menen dat het antwoord op censuur, nog meer censuur moet zijn. Censuur is toch altijd onwenselijk? Het probleem wordt hier gepresenteerd als de oplossing. Of je hiermee een grotere diversiteit aan stemmen bereikt, valt ernstig te betwijfelen.
Door te stellen dat onze kennis het resultaat is van indoctrinatie en censuur, zeg je ook dat deze kennis onbetrouwbaar is.
Bovendien bedreigen dit soort verwijten de positie van onderwijsinstituties in de samenleving. Door te stellen dat onze kennis het resultaat is van indoctrinatie en censuur, zeg je ook dat deze kennis onbetrouwbaar is. Wetenschap en onderwijs verliezen hierdoor steeds meer hun autoriteit en legitimiteit. Dit is gevaarlijk, want voordat je het weet is alles ‘maar een mening'. Iets dergelijks voltrekt zich ook in Bolsonaro's kabinet, waar onweerlegbare feiten als klimaatverandering en koloniale slavernij als complottheorieën worden afgeschilderd. Het censuurverwijt is dus ook een manier voor de doortrapte politicus om het onderwijssysteem te ondermijnen en de ‘feiten’ naar zijn hand te zetten.
Censuurverwijten zijn niet alleen inefficiënt, maar kunnen ook gevaarlijk zijn. Sommige overheden gebruiken de beschuldiging van politieke vooringenomenheid dan ook om ongegeneerd hun eigen censuur te plegen. Zo ontsloeg president Recep Erdogan onlangs meer dan 10.000 leerkrachten, omdat ze zich zouden inlaten met de PKK of de geestelijke Fethullah Gülen; grote, alternatieve geluiden in de politiek. Hongaarse president Viktor Orban sloot vorig jaar de Central European University, omdat het een 'liberaal bolwerk' zou zijn. Dit laat zien dat vrij, kritisch onderwijs vaak juist beschermd dient te worden tegen overheden die dit willen inperken.
Bolsonaro en het FvD beroepen zich in de basis op een rechtvaardig en waardevol streven: hoe zorgen wij ervoor dat in klaslokalen alle geluiden evenredig aan bod komen? Als er stemmen in het geding zijn, moeten we kijken naar het vergroten van de vrijheid in onderwijsinstituten. Censuurverwijten en surveillanceoproepen zijn echter geen oplossing, maar perken deze vrijheid verder in. Sterker nog: ze zijn de handelsmerken van een politieke partij die de onderwijsinstituten naar zich toe wil trekken. Wees dus beducht voor de pot, hij ziet toch echt zelf zwart.