De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Terwijl onze technologie met de dag geavanceerder wordt, stoort Ella Kuijpers zich aan de onzorgvuldige en onterecht eufemistische berichtgeving over kunstmatige intelligentie.
Ooit gehoord van Alexa? Je kunt haar kennen als getuige in een moordzaak of als persoonlijke assistente van de zesjarige Brooke, die ooit een koektrommel en poppenhuis wenste en voor wie dit de volgende dag werd afgeleverd. Alexa is geen mens, als je dat soms denkt.
Alexa is de spraakgestuurde assistente van Amazon die natuurlijk uitstekend weet waar Brookes gewenste koektrommel en poppenhuis zijn te vinden. Eén op de zes Amerikanen heeft Alexa al binnenshuis aan het werk gezet. Ze schakelt apparaten in, doet gordijnen open en plaatst zelfs bestellingen. Ze is intelligent. Dat is waar artificial intelligence (AI) een streepje voor heeft op de slimme technologie waar we al een beetje aan gewend zijn. En anders dan de slimme technologie die we kennen, is AI onvoorspelbaar en eng.
In het laatste nummer van De Groene Amsterdammer, dat ingaat op hedendaagse technologische ontwikkelingen en AI, verschenen de artikelen ‘Huis, ik ben thuis! Heb je me gemist?’ en ‘O, heerlijke nieuwe wereld!'. Daarin wordt gestrooid met voorbeelden van technologie die niet in hetzelfde hokje te plaatsen zijn. Zo wordt het voorbeeld genoemd van een huis met verplaatsbare muren. Dat is een enorme luxe, zolang je als bewoner zeggenschap hebt over wanneer dat gebeurt. Als je hier echter AI aan toevoegt, krijg je situaties waarin een muur zichzelf gaat verplaatsen zodra iemand het woord ‘verjaardagspartijtje’ noemt en de muur denkt dat hij plaats moet maken voor een grote groep mensen.
Als we AI verwarren met slimme technologie kan dat eufemistisch werken.
Dit is de nuance die ik vaak mis in de berichtgeving over onze toekomst vol technologisch vernuft. Het verschil tussen slimme technologie en AI is namelijk dat bij slimme technologie een apparaat zo wordt geprogrammeerd dat het een bepaalde handeling verricht als daar een opdracht voor wordt gegeven. AI gaat een stapje verder. Het houdt in dat apparaten zelflerend zijn en geen menselijke opdrachtgevers meer nodig hebben. Een vorm van intelligentie dus die voorheen alleen aan de mens kon worden toegeschreven.
De zelfbeschikking die AI heeft, maakt dat het een veel grotere impact op ons leven heeft dan slimme technologie. Daarom kan, als we het over de mogelijkheden en schaduwkanten van AI hebben, niet genoeg worden benadrukt dat AI onafhankelijk van menselijk ingrijpen opereert. Dat roept namelijk ethische vragen op als dodelijke drones in oorlogsgebieden worden ingezet of wanneer een zelfrijdende auto in een noodlottige situatie moet kiezen wie hij aanrijdt.
Auteurs van artikelen over de toekomst van technologie zouden een veel duidelijker onderscheid moeten maken tussen slimme technologie en AI. Om die reden valt het belichten van de ethische kant van technologische ontwikkeling in de genoemde artikelen niet serieus te nemen. AI roept namelijk veel complexere vragen op over ethiek en als we het verwarren met slimme technologie kan dat eufemistisch werken. AI is namelijk een schrikwekkend toekomstbeeld dat dichterbij is dan we denken.