Anna schrijft elke maand een kort verhaal naar aanleiding van een contactadvertentie.
Het is precies 10 dagen geleden dat Rob voor het laatst is gebeld. Hij kan het opzoeken. Als hij in zijn mobiel klikt op ‘menu’, en dan op ‘oproepen’ staat bovenaan Privé. Het gesprek duurde 1:29. Een jongeman had hem gevraagd of hij mee wilde doen aan een kort telefonisch onderzoek. Toen Rob zijn krant had opgevouwen en klaar zat voor de vragen die zouden komen, bleek dat hij niet tot de juiste leeftijdscategorie behoorde. De jongeman mocht alleen met mensen spreken die jonger zijn dan 40 jaar. Er waren wel onderzoeken voor mensen van zijn leeftijd, maar die voerde deze jongen niet uit en nee, doorverbinden kon hij niet. De jongeman excuseerde zich voor het ongemak en wenste meneer nog een heel prettige dag.
Nu liggen er vijf brieven op de keukentafel.
Vijf brieven is meer dan hij had verwacht. Hoe mooi de handschriften ook zijn, hoe zorgvuldig de postzegels geplakt, de enveloppen gelikt, iedere zin gewogen tot de allerbeste zin, hij wil de brieven niet openen.
Hij weet dat iedere brief een brief is die niet van Gloria komt.
Gloria is daar niet het type voor. Gloria is het type vrouw dat bij iedere boodschap die ze in de supermarkt haalt er meteen drie afspraakjes gratis bij krijgt. Het type vrouw dat zelfs wordt versierd terwijl ze een pak pampers uit de schappen pakt of maxi super maandverband of diarreeremmers. Zij vertelt hem haar avonturen tijdens de lunch, hij biedt een luisterend oor en ’s avonds in bed speelt hij het verhaal nog eens af en verzint zijn eigen glansrol. Terwijl iemand Gloria’s telefoonnummer vraagt, loopt Rob haar heldhaftig tegemoet, iets jonger en gespierder dan in het echt, hij omhelst haar, draait haar om en duwt haar voorover in het schap met pampers, om zelf op een charmante manier bovenop haar te duiken. En dan vrijen ze hartstochtelijk in de berg luiers die hen aan het gezichtsveld van al Gloria’s belagers onttrekt. O, hoe hevig levendig hij meeleeft met haar, daar heeft zij geen weet van. Zijn toe-eigening van haar herinneringen verloopt zo geroutineerd, dat hij zich er soms op betrapt dat hij de verhalen al tijdens het luisteren naar zijn eigen hand zet.
Zij weet dat hij meeleeft, hij vraagt altijd naar details. En iedere week mag hij op haar kinderen passen, als ze weer een date heeft met de zoveelste Jan of Henk of Pieter. Voor de kids is hij een soort opa, heeft ze een keer gezegd. Als hij zeker weet dat ze slapen, hij controleert het drie keer, bezoekt hij haar slaapkamer. Hij doet niks verkeerd. Hij zoekt alleen wat houvast. Als hij een slipje van haar kent, dan kan hij dat in zijn volgende fantasie van haar billen trekken. Als hij weet hoe haar bed er uit ziet, hoe het voelt en hoe het veert, dan kunnen ze daarop vrijen in zijn gedachten. Hij heeft niks verkeerd gedaan. Maar toen hij twee weken geleden met het rode kanten slipje in zijn handen in haar slaapkamer stond, het tegen het licht hield, zijn leesbril op om het goed te bestuderen en ineens stond daar een klein bedremmeld spook in een jongenspyjama, de jongste die niet kon slapen, toen voelde het heel verkeerd. Rob schrok, forceerde een scheve grijns en een smoes: “Ik ben aan het opruimen!”. Hij vouwde het slipje netjes op en deed het terug in de lade.
Dat ene opgevouwen slipje heeft hem waarschijnlijk verraden, Gloria is niet het type vrouw dat haar onderbroeken opvouwt. Nu mijdt ze hem tijdens de pauzes. Ze belt niet meer om te vragen of hij komt oppassen. Ze heeft de kinderen uitgelegd dat hun ‘soort van opa’ niet meer langskomt. Ze is in de war.
Het drong tot hem door na het telefoongesprek met de enquêteur. Hij is te oud voor Gloria, het is verkeerd. Aan de keukentafel herschreef hij zijn treurige geschiedenis tot een contactadvertentie.
De vijf brieven gooit hij ongeopend weg, hij heeft geen zin overspoeld te raken met muffe levensverhalen van vrouwen die in de liefde even ongelukkig zijn als hij.
De volgende dag kijkt hij naar de vuilnisman, hoe hij de vuilniszak, in de wagen gooit. De vuilniszak met de ongelezen brieven van Mariëtte, Dineke, Christine en Eva en bovenop die enveloppe die hij geen blik waardig gunde met erin het opgevouwen kanten rode slipje van Gloria. En het briefje “ik mis je”.
Hij voelt zich tevreden, opgeruimd, terwijl de vuilniswagen zijn straat uitrijdt, richting verbrandingsoven en vergetelheid. Hij neemt zich voor niet het type man te zijn dat een contactadvertentie plaatst. Hij blijft liever dromen en wachten tot de telefoon gaat.