Ooit lachte hij samen met zijn vriend Rob om de gezondheidstrend die hun omgeving leek te overspoelen, zeven jaar later is Rutger bekeerd. Zoals het een bekeerling betaamt, is hij fanatieker dan zijn geloofsgenoten. Totdat hij een Green Smoothie door een rietje probeert op te slurpen.
In de krant stond dat Paul Verhoeven op zoek was naar “extreem magere” figuranten voor een concentratiekamp-scène in zijn film Zwartboek. Ik scheurde het bericht uit, schreef er pesterig “Iets voor jou?” bij en liet het achter op de keukentafel. Het was 2005. Mijn huisgenoot en goede vriend Rob deed verwoede pogingen om aan te komen. Hij was zo dun dat het medisch onverantwoord begon te worden, maar nog belangrijker was het feit dat meisjes over het algemeen niet in katzwijm vallen bij het zien van een prominente ribbenkast. Vrouwen vallen op sterke mannen, en geven er niet om dat je met een knokige elleboog een vijandige leeuw nog verrassend doeltreffend kunt verwonden.
Rob had jarenlang weinig aandacht aan zijn voedsel besteed en regelmatig een maaltijd overgeslagen wanneer hij intens geconcentreerd over zijn gitaar gebogen zat. Nu besloot hij het grondig aan te pakken en van zijn lichaam een project te maken. Hij schepte elke dag na zijn bezoek aan de sportschool poeder uit een enorme plastic pot van het merk ‘Mammoth’ in de blender en dronk zijn huisgemaakte proteïneshake rechtstreeks uit de kan. Zijn diëtiste raadde hem aan om meer tussendoortjes te eten, dus stelde hij pakketjes met goed vullende producten samen.
Zuivel-fruit tussendoortje
De supermarkt was echter niet gericht op mensen die dikker wilden worden, maar juist exclusief op de deelnemers van de grote afvalrace. Alle producten hadden nu “10% minder vet!” en prezen zichzelf aan als “gezond en voedzaam”. Zelfs als dat helemaal niet geloofwaardig was. Fruitella noemde zichzelf opeens “Het heerlijke zuivel-fruit tussendoortje” en chocola was ontzettend goed voor je – zo bleek uit wetenschappelijk onderzoek van Nestlé. Rob vertelde me dat hij lang moest zoeken, maar uiteindelijk zijn niche in de codetaal vond: “Producten die zeggen: ‘lekker vol van smaak’ of ‘echt genieten’, dat zijn de dikmakers. Die vetzakken moet ik hebben.” We lachten samen om de gezondheidstrend die onze omgeving leek te overspoelen.
Overal verscheen plotseling het label “gezonde keuze”. Toen ik het voor het eerst zag, op de verpakking van mijn halfje bruin, dacht ik: “Krijg ik nu, als volwassen man, een pluim voor mijn beslissing om een brood te kopen? Dank u wel voor het compliment, meneer plastic zakje.” Zelfs snackbars lieten hun eigen groene gezondheidslogo ontwerpen.
Fruit en crackers en postmodern hippiedom
Mijn ex-vriendin was intussen bekeerd tot het postmoderne hippiedom, compleet met yoga-verslaving en periodes van veganisme. Ze at noten, fruit en crackers uit een lunchtrommeltje terwijl ze me stralend vertelde over de rainbow gathering in een Duits bos die ze onlangs bezocht had. “We aten letterlijk van de bomen. Het was fantastisch!” Ik had haar nog nooit zo gelukkig gezien, maar tegelijk leek ze gehypnotiseerd. Toen ik grappen begon te maken, keek ze me aan met blik vol medelijden.
Mensen die met bijna academische interesse het etiket van hun Crystal Clear bestudeerden, waren niet dik.
De euforische staar in haar ogen deed me denken aan de roman Happiness (2003) van Will Ferguson, waarin een allesomvattend selfhelp-boek alle mogelijke problemen oplost en iedereen in een soort intens gelukkige zombie verandert. Wat was er aan de hand? Overgewicht was een groeiend probleem in Nederland, maar de mensen die nu met bijna academische interesse het etiket van hun flesje Crystal Clear bestudeerden, waren niet dik. Ze waren gezonde, imperfecte mensen, en ze leken gek geworden. Ik wist een ding zeker: ik zou me verre houden van deze hysterie.
Zeven jaar later was ik onderweg naar yoga, terwijl ik nog snel een van mijn twee stuks fruit van die dag (een nectarine) naar binnen werkte. In anderhalf uur herstelde ik door middel van verschillende onmogelijke poses de balans tussen lichaam en geest. Eenmaal thuis schonk ik wat biologische muesli in mijn bakje met halfvolle biologische yoghurt en slikte mijn vitamine B12-pil van De Tuinen. Dit alles vulde ik trouw in op mijn Eetdagboek dat ik sinds een week bijhield op de website van het Voedingscentrum – ik wilde toch eens weten wat ik allemaal precies binnenkreeg - en nam een slokje van mijn biologische camillethee. Namaste.
Een schouderklopje van Moeder Natuur.
Zoals wel vaker was mijn eerste verontwaardiging over een hype langzaam maar zeker in kracht afgenomen en was ik in slaap gesust door mijn eerdere vijand, om uiteindelijk mijn verzet om te zetten in een volledige overgave. Zoals ik ook lang had geweigerd de Harry Potter-boeken te lezen, om uiteindelijk verslingerd te raken aan de wereld van dreuzels, professor Perkamentus en zwerkbal. Gezond eten bleek erg lekker te smaken en het gevoel goed voor jezelf te zorgen werkte verslavend, als een groot schouderklopje van Moeder Natuur. Ik had me gewillig laten hypnotiseren door deze geile geluksbelofte.
Tot vorige week dinsdag. Ik liep na de yogales een biologisch, alles-huisgemaakt-lunchcafé binnen en bestelde bij het lieve meisje achter de kassa een koffie met biologische melk en een biologisch broodje met biologische kaas. Op het bord naast de kassa stond “Nieuw! Green Smoothie – goed voor de stofwisseling”. Ik wees erop en zei tegen het meisje: “Doe er ook maar zo een.” Zij boog zich onzeker naar voren om het bord te bekijken en knikte toen weer, met een stralende glimlach.
Een beetje prei
Even later zat ik intens tevreden aan mijn tafeltje. De koffie was goed, het broodje was lekker en de Green Smoothie was… Interessant. De dikke groene substantie kwam nauwelijks door het rietje naar boven en het geheel smaakte wel erg groente-achtig. Maar ik was toch geen kind meer, dat geheel tegen de behoeften van zijn eigen stofwisseling in, producten op smaak beoordeelt? Dus zette ik me schrap en worstelde me door de Green Smoothie. Na een tijdje liep een andere serveerster langs en vroeg me of het smaakte. Ik knikte bevestigend, maar zei: “Wel heftig, die Green Smoothie. Wat zit er eigenlijk in?” Zij lachte en zei: “Appel en aardbeien, en een beetje prei.” “Ah, vandaar de groentesmaak.” Ze liep door, maar draaide zich opeens om, wierp een blik op mijn glas en zei: “Ai, ik zie het al. Ze heeft je de erwtensoep gegeven.”
Ik had, omwille van mijn ‘gezondheid’, een half glas koude erwtensoep opgedronken. Door een rietje. Ik, een jongeman van 26, 1 meter 78 lang, met al eeuwenlang een gewicht van 65 kilo. Het was alsof ik wakker werd geschud. Waar was ik in godsnaam mee bezig?
Selenium
Bijna gooide ik mijn biologische Macbook uit het raam de biologische gracht in.
Thuis zette ik mijn laptop aan en checkte de resultaten van mijn Eetdagboek. Een week lang intens gezond eten moest toch op zijn minst de autoriteiten kunnen bekoren. Maar nee. Hoewel ik goed scoorde met vezels, natrium en vetten, had ik toch nog een zwaar tekort aan foliumzuur, zink en selenium. Bijna gooide ik mijn biologische Macbook uit het raam de biologische gracht in. Selenium?! Ik had maandenlang als een neuroot mijn maaltijden samengesteld, twee-ons-groente-en-twee-stuks-fruit als een mantra herhalend terwijl ik koortsachtig de schappen van de Albert Heijn afzocht naar fysieke volmaaktheid. En nu gooide selenium roet in mijn eten. Terwijl ik geen flauw idee had wat selenium was.
Ik herinnerde me hoe ik mijn ex-vriendin trots over mijn Eetdagboek had verteld en zij me spottend had aangekeken. Zij was inmiddels over haar eerste euforie heen en kon haar nieuwe idealen wat beter relativeren. “Jij? Een Eetdagboek? Waarom?” had ze gezegd. Ik dacht dat ze jaloers was en legde uit dat het niks voorstelde, dat ik het “gewoon wel interessant” vond. Ze knikte, maar met opgetrokken wenkbrauwen. Bij het afscheid wenste ze me grinnikend succes met mijn ‘eetstoornisje’. Ik schudde mijn hoofd meewarig. Maar ze had gelijk. Ik was volledig doorgeschoten.
Lichamen als wiskundesommen
Het is terecht dat er vraagtekens bij onze voedselproductie en -consumptie worden geplaatst. Ironisch genoeg spelen massaproducenten daar weer op in; deels gecorrigeerd door de kritiek, deels om het oude product in een groen jasje te verkopen. Nog vreemder is het om te zien hoe wij, de Westerse eters, deze kennis niet alleen gebruiken als relativering van onze anonieme massaconsumptie, maar als een aanleiding voor een nieuw soort gedachteloos fanatisme. De illusie van het materiële geluk wordt ingeruild voor de illusie van de fysieke maakbaarheid. We behandelen onze lichamen nu als oplosbare wiskundesommen, en maken zo met overmatig zelfbewustzijn een van de grootste geneugten van het leven alsnog kapot.
Na een jaar lang werken aan het project van zijn lichaam was Rob een flink aantal kilo’s zwaarder geworden en prijkte er een heuse six pack op zijn buik. Maar hij was nog steeds dun. Toen hij zijn concentratie enigszins liet verslappen, viel hij weer af. Toch eet hij nu beter en zijn gewicht is nooit meer op concentratiekampniveau gekomen. Hij let een beetje op zichzelf, maar accepteert tegelijk dat hij nooit volledige controle over zijn lijf heeft. Soms maakt hij een smoothie.
Maar nooit een met erwten.
Dit stuk verscheen ook in nrc.next