Onze redacteuren gingen deze week naar The Great Gatsby. Alhoewel Gatsby (Leonardo DiCaprio) schitterende feesten organiseert voor Daisy (Carey Muligan), blijft zij een afschuwelijk mens dat zit te janken in haar slachtofferrol.
Sanne: Iedere Baz Luhrmann film is als een epileptische aanval van tweeënhalf uur. Maar dat is niet per se onaangenaam.
Philip: Ik moest bij het zien van Gatsby zeker een half uur acclimatiseren voordat ik erin zat. Even wilde ik die vervloekte 3D-bril afgooien, maar toen herinnerde ik me dat ik bij Luhrmanns vorige films precies hetzelfde moest doorstaan. En toen ik er eindelijk inzat - compleet met kippenvel door die geweldige feestscènes - kakte alles in. Op het moment dat de stijl wegvalt, is de inhoud net niet afdoende om te overtuigen.
Emy: Ik ben het er absoluut niet mee eens dat er geen inhoud was! Het was juist mooi dat na al het gefeest, toen Daisy eenmaal Gatsby's huis binnenkwam - waar het hem allemaal om te doen was – de film visueel (en auditief) ook kalmeerde. Het verlangen ging een nieuwe fase in.
Philip: Maar dat verlangen kalmeerde natuurlijk niet echt. Het werd juist nog maniakaler. Gatsby's droom was bijna voltooid - nu moest er nog een schep bovenop.
Emy: Dan is het toch boeiender als er ingezoomd wordt op de personages, Gatsby en Daisy, zonder al die glitterende afleiding?
Sanne: Misschien was de overgang te abrupt. Eigenlijk had Gatsby natuurlijk het “verlangen van een zestienjarig jongetje”.
Emy: Dat kan Leonardo DiCaprio als geen ander uitdrukken. Weet je nog, Sanne, Titanic?
Sanne: Och, ja, LEO. Hij is toch wel een beetje oud geworden. Maar toen hij dolblij in een wit ondershirt door zijn huis rende... Hij blijft Jack-uit-Titanic, de eeuwige achttienjarige met die lok op zijn voorhoofd. Luhrmann is sowieso gek op blonde, jongensachtige mannen, denk ook aan Ewan McGregor en Tobey Maguire.
Emy: Als hun ogen maar wijd open staan en glimmen van verwachting. Over verwachting gesproken, [SPOILER ALERT] denken jullie dat het goed was gegaan tussen Gatsby en Daisy als ze elkaar wel hadden gekregen?
Sanne: Oh, hell no. Een relatie gebaseerd op een obsessie kan alleen op een teleurstelling uitlopen. Als een zestienjarige die een relatie krijgt met haar idool.
Philip: Nee, absoluut niet. Daisy is een afschuwelijk mens – verwend en ongeïnteresseerd. Liefde maakt blind, maar iemand had Gatsby moeten zeggen dat Daisy hysterisch is. Gatsby’s [SPOILER ALERT] laatste gedachte dat Daisy toch met hem meegaat is het enige juiste einde.
Emy: Helemaal mee eens! Hij blijft tot het einde toe hopen, compleet irrationeel, maniakaal hopen. Zijn verliefdheid is er inderdaad een die je alleen hebt als tiener... of als je iemand niet kunt krijgen.
Sanne: Zo afschuwelijk is ze nou ook weer niet, gewoon een typisch verwend en verveeld kindvrouwtje met een rothuwelijk. Het is Gatsby’s probleem dat hij weigert om haar als iets anders te zien dan een verpersoonlijking van de Maagd Maria. Nooit een goed idee, heren.
Emy: Met Daisy is het net als met Cathy uit Wuthering Heights: ze geeft haar verlangen naar Die Ene Geweldige op voor een veilige echtgenoot, en gaat daar vervolgens om lopen janken. Begrijpelijk, maar ook erg hulpeloos. Ze zit sowieso lekker in de slachtofferrol: “That’s the best thing a girl can be in this world, a beautiful little fool.”
Sanne: De veilige echtgenoot was de 1920-versie van “een slimme meid is op haar toekomst voorbereid”. Een discrete affaire was geen probleem, maar Daisy was toch wel erg gehecht aan haar paleis op Long Island en haar roze (Prada!)-jurken. En wie neemt het haar kwalijk? Ik denk dat Daisy dondersgoed doorhad dat ze voor Gatsby ook een beautiful little fool was geworden, een object voor in zijn kasteel.
Emy: Ging het haar om de rijkdom, om de status? Dan had Gatsby gelijk, dat ‘ie al dat geld ging verzamelen om indruk op haar te maken. Ik denk dat ze bang was dat de verwezenlijking van de droom het niet zou halen bij de droom.
Philip: Ja? De film schildert Daisy niet bepaald goed af.
Emy: Okee, misschien was ze wel vooral bang dat mensen op haar neer zouden kijken als ze haar oude rijkdom zou verruilen voor Gatsby’s nieuwe rijkdom. Ze was wel mooi, maar niet dom. Ik heb me trouwens ook vergaapt aan haar vriendin Jordan (Elizabeth Debicki), wat een prachtige koele vrouw.
Philip: Poeh, nee, aan mooie en makkelijke vrouwen geen gebrek in de jaren twintig.
Sanne: Maar is dat niet juist een commentaar op die periode? Die was ook heel vluchtig en oppervlakkig, en het zou binnen een paar jaar weer over zijn na de beurscrash van 1929. Dansen op een vulkaan. En hoe.
Philip: En de geschiedenis herhaalt zich. Dat is het trieste. De Amerikaanse droom heeft een enorme valkuil en dat is dat er nooit genoeg is, er altijd meer meer meer moet zijn. Zelfs iemand met het hart op de goede plek, zoals Gatsby, raakt gecorrumpeerd.
Emy: Je valt helemaal voor dezelfde illusie als Nick, de verteller die zo opkijkt tegen Gatsby. Gatsby is geweldig in al z’n hoop en verlangen, maar hij is een crimineel, heel berekenend en tegelijk onberekenbaar. Gatsby is de Amerikaanse droom.
Sanne: En wie vertegenwoordigt nu de Amerikaanse droom? Jay Z en Beyoncé misschien?
Philip: Van al het goede waar de Amerikaanse droom voor staat wel. Maar bij de Amerikaanse droom denk ik eerder aan de keerzijde. Noem het de Jersey Shore-zijde van de munt. Zie het soort Amerikanen dat eerder dit jaar in Spring Breakers de hoofdrol speelde. Die mensen kunnen helemaal niks, en doen maar wat. Jay-Z is wel een baas, getuige de soundtrack van Gatsby.
Sanne: Ik vond ‘m heel lekker, met als favoriet moment die flard van “H to the Izzo” in een van de snelwegscènes.
Emy: En ze dronken er Moët & Chandon bij. Heel slim van Baz. (And I’m pouring Chandon, ‘cause I’ve got it going on.)
Sanne: Trouwens, ik vier vanavond mijn dertigste verjaardag. De hele stad is welkom, en de champagne staat koud!
Emy: Ik zal mijn glitterjurk aantrekken!
Sanne: En dan stel ik me maar voor dat de liefde van mijn leven aan de overkant van de straat woont, en één lichtje voor me aan heeft gelaten om melancholisch naar te staren. Terwijl mijn huis wordt getrasht.