Stories We Tell gaat over de familieverhalen van het gezin van documentairemaakster Sarah Polley en over de pijnlijke gebeurtenissen die daar achter zitten. Rutger, Sanne en Philip keken en leefden mee.
Sanne: Ik heb vanaf een bepaald moment bijna alleen maar gehuild terwijl ik naar deze film zat te kijken, en dat heb ik echt niet zo heel snel.
Rutger: Ik ook. En mijn vriendin ook een beetje, terwijl die alleen de tweede helft had gezien.
Sanne: De laatste keer was bij die Edith Piaf-film, maar toen zat ik vrij dronken in de bioscoop met mijn moeder en mijn zusje, en we staken elkaar aan.
Philip: Bij de introductie van Michael, de vader, kreeg ik al een brok in mijn keel. Prachtig begin van de film. Hoe alle spelers, de familie, de vrienden, de kennissen, neergezet werden in huiselijke omgeving en hen de opdracht werd gegeven herinneringen op te halen aan Diane - de moeder, de vrouw, de minnares.
Rutger: Ik vond die off camera-eerlijkheid heel sterk. Polley liet zien hoe ze te werk ging, de maakster was zichtbaar, dat kon natuurlijk ook niet anders. Dat citaat van Margaret Atwood (de Canadese schrijver, alle aankleding was Canadees, ook wel eens leuk) vatte de film mooi samen: "When you are in the middle of a story it isn't a story at all, but only a confusion; a dark roaring, a blindness, a wreckage of shattered glass and splintered wood; like a house in a whirlwind, or else a boat crushed by the icebergs or swept over the rapids, and all aboard powerless to stop it. It's only afterwards that it becomes anything like a story at all. When you are telling it, to yourself or to someone else." Met de muziek van Bon Iver (ook Canadees) eronder.
Philip: Ze deed dat goed, die verwarring. Halverwege de film begon ik me te ergeren aan de vorm, aan de volgorde. Aan die archiefbeelden, die iets van argwaan wekken. En terecht, zo blijkt. Het is allemaal case-in-point.
Sanne: Oh, ik kan daar juist altijd heel erg in meegaan. Maar ik ben zo iemand die zelfs bij een aflevering van Hercule Poirot of Baantjer aan het einde nog denkt: “Hé?!” Weinig opmerkzaam, kun je het ook noemen.
Rutger: Een verhaal hoeft toch niet chronologisch te zijn? Zo is een gesprek toch ook niet altijd?
Philip: Precies. Een gesprek gaat van de hak op de tak, deze film ook. En dat is - zeker gezien het feit dat documentaires vaak graag zaken uitkauwen - even wennen. Als Polley uiteindelijk zelf uitlegt waarom ze deze film wilde maken, vallen alle stukjes op zijn plaats. Het is een herinnering, een ode, fictie, een document, een studie naar familiegeschiedenissen.
Rutger: Ik ben altijd bang dat ik onvruchtbaar ben, maar als dat oké blijkt heb ik meteen een nieuwe neurose: ben ik wel de vader?
Sanne: Vergeet niet: ben ik wel echt het kind van mijn ouders?
Philip: Herkenbaar. Als donker kind van een soort van blanke ouders, met een soort van blanke broer. Als jongen werd me steeds gevraagd of ik niet geadopteerd was, vergelijkbaar met de grappen die Sarah en haar vader te verduren kregen. Dat vormt je onbedoeld wel.
Rutger: Maar weet je nu zeker dat je niet geadopteerd bent? DNA-test, alles? Zou ik toch maar even doen Philip.
Philip: Nou ja, als dat zo blijkt te zijn dan heb ik materiaal om zelf een film te maken. Ik weet nu hoe.
Sanne: Hahaha! Oh, sorry. Ik lijd zelf ook wel eens aan het koekoeksjong-syndroom, al is het maar omdat niemand in mijn familie zo’n lastpak is als ik. Zeker als kind is het heel natuurlijk om dan te denken: ik hoor niet bij jullie. Maar goed, dat Friese DNA is zo hardnekkig dat we allemaal wel als twee druppels water op elkaar lijken. Dus die vlieger gaat niet op.
Rutger: Ik was toevallig deze This American Life-aflevering aan het luisteren, over twee meisjes die als baby in het ziekenhuis verwisseld raken en in totaal verschillende gezinnen terechtkomen, en daar dan ook altijd een beetje het buitenbeentje zijn. Soms klopt het dus wel. Mijn moeder dacht altijd dat ze eigenlijk een prinses was, gestald bij gewone mensen door een koning, die haar op een dag zou komen halen.
Philip: En wanneer is je moeder die gedachte ontgroeid? Of hoopt ze stiekem nog steeds dat een prins haar van je vader schaakt?
Rutger: Even dimmen nou Montnor, je hebt het wel over mijn moeder hier…
Philip: Ik wil maar zeggen... In de film zie je hoe moeilijk het is om iemand te doorgronden. Iedereen herinnert zich Diane op een andere manier.
Rutger: Ze was een soort moderne madame Bovary, altijd hopend op meer avontuur, echte romantiek.
Sanne: Ze was volgens mij gewoon een heel leuk wijf. Is een vrouw meteen een Madame Bovary als ze een keer vreemdgaat, omdat haar man denkt dat orale seks "iets wat ze in Frankrijk doen” is?
Rutger: Daar gaan we weer met het feministische verdedigingsmechanisme! Kunnen we nou eens één filmtrialoog zonder dat boze gender-gedoe doen?
Philip: Ik zal maar niet zeggen dat ik Diane hysterisch vond. In eerste instantie in ieder geval. Ik vond haar uiteindelijk vooral tragisch. Een van de zussen vertelde dat ze heel gelukkig was voor haar moeder toen ze zich realiseerde dat ze een relatie had met Harry: “But, you know, I kind of think Dad really was the one she was in love with and he just wasn’t an option. So I’m really glad she was loved. Though I’m not sure she was loved by the person she really wanted to be loved by.”. Ze was verliefd op Michael, maar hij kon haar niet de liefde geven die ze nodig had, dus zocht ze die elders, bij Harry. Ondertussen hield ze wel haar rug recht voor Michael en hun kinderen.
Rutger: Ja, dat is ook nog een ding: soms zijn affaires goed. Ik heb het gevoel alsof dat vroeger meer geaccepteerd werd dan nu. We streven nu naar meer monogamie dan ooit.
Sanne: Een pathetisch vreemdgaande ex van mij noemde dat het 'nieuwe puritanisme'.
Rutger: Ik neem aan dat jij het niet met hem eens was.
Sanne: Nee, ik heb hem toen geloof ik geslagen.
Rutger: Ach, iedereen verzint zijn eigen waarheid om zijn daden te rechtvaardigen.
Sanne: Harry, Dianes minnaar, vindt dat er maar één waarheid is; hij is niet voor niets een ouwe marxist. Hij is het eigenlijk niet eens met het concept van de film, en zegt tegen Sarah: “The crucial function of art is to tell the truth.”
Philip: En dat idee haalt Sarah direct onderuit, toch? Door het hele maakproces van de film te tonen. Dat vond ik ergens wrang voor Harry. Vooral omdat het in die fase van de film voelde alsof je een kant moest kiezen: of voor Michael, de man die haar heeft opgevoed, of Harry, haar biologische vader.
Sanne: Maar eigenlijk zijn ze allebei lief en leuk. Er zijn geen bad guys in deze film.
Rutger: Nee, en dan blijkt ook nog dat al die nostalgische jaren zeventig-beelden niet echt zijn. Kunst vertelt niet ‘de’ waarheid, maar een verzameling van persoonlijke waarheden. Dat was wrang voor die arme Harry, maar hij had het mis. Zijn eigen romance met Diane bewijst al dat het leven chaos is, en nooit in elkaar valt op de manier die je vroeger verwachtte. Maar dat is ook zo mooi eraan.
Sanne: Michael citeerde Pablo Neruda: “Love is so short, forgetting so long.”