Actrice Greta Gerwig maakte met Lady Bird haar regiedebuut. De film werd genomineerd voor drie Oscars — hij verzilverde er geen — en bekeken door drie van onze redactieleden. Julius Koetsier, Paula Lina en Mathijs Hoogenboom moesten aan hun moeders denken, aan vroeger, en aan de Bijbel.
Julius: Om te beginnen. Hadden jullie hoge verwachtingen?
Paula: Ik hoopte natuurlijk stiekem wel dat de film de moeite waard zou zijn.
Mathijs: Ik moet zeggen dat het lang duurde voor mijn verwachtingen werden ingelost, hoe was dat voor jullie? En hebben jullie er überhaupt van genoten?
Julius: Ik wel. Vrijwel meteen al. De openingsscène vond ik prachtig. Een compleet natuurlijke, geloofwaardige, hilarische moeder-dochterruzie die heel veel zegt over de personages. Dat deden alle ‘grote’ scènes, trouwens.
Paula: Vond het ook erg herkenbaar. Misschien omdat ik zelf ook roze haar heb gehad, en zat domme beslissingen heb gemaakt als tiener. Maar die moeder-dochterrelatie is inderdaad mooi.
Mathijs: Ik denk wel dat mijn verwachtingen me in de weg hebben gestaan tijdens het kijken. Ik denk dat de kracht van de film namelijk juist zit in het naderhand 'terugkijken'. Tijdens het kijken zat ik vooral te wachten.
Julius: Waarop?
Mathijs: Op iets groots. Misschien kwam het door haar personage dat ik grootse dingen verwachtte. Maar juist het uitblijven daarvan vind ik achteraf zo mooi.
Paula: Ligt het misschien aan het tempo van de film? Ik vond het zelf heel sterk dat er zoveel in de film zat, maar kan me voorstellen dat het niet een heel eenduidig verhaal vormt op die manier.
Mathijs: Dat is wel iets wat me aanvankelijk een beetje stoorde: de enorme snelheid waarmee alles elkaar opvolgt.
Paula: Ik vond dat het juist wel leuk maken. Je volgt hoofpersonage Lady Bird (Saoirse Ronan) in het laatste jaar van haar middelbare school; een tijd waarin alles vluchtig is, maar toch betekenisvol.
Mathijs: Vluchtig is denk ik het juiste woord.
Julius: Het mooie is dat regisseur Greta Gerwig precies weet wanneer ze een scène moet beginnen en eindigen. Soms val je midden in een gesprek, of ga je weg voordat het afgerond is.
Mathijs: De film nodigde ook heel erg uit om jezelf op Lady Bird te projecteren. Dat bedoel ik positief. Dat versterkt de band die je aan het eind met haar hebt, en het begrip voor haar nostalgie naar wat ze al die tijd stom vond.
Julius: Denk je dat die herkenning ook ontstaat doordat de film speelt in 2002 en 2003? Ik was toen tenminste vijftien en zestien jaar. Hoe oud was jij toen, Mathijs?
Mathijs: Toen was ik, eh… acht. Wel goed dat je Lady Bird’s moeder nog eens noemt, want hun interactie is heel belangrijk.
Paula: Ik denk dat de wrijving met haar botte moeder en de leugens die ze zichzelf en de rest van de wereld voorhoudt heel herkenbaar zijn. Vooral omdat het ook regelmatig om relatief onschuldige dingen gaat. Mijn moeder kan heel direct en bot zijn.
Mathijs: Maar ik denk wel dat ik me veel meer in Lady Bird verplaatste dan in haar moeder, terwijl ik wel doorhad dat het een beetje de bedoeling was dat ik me ook in haar verplaatste.
Misschien is het een laag die voor oudere generaties meer betekenis heeft, natuurlijk
Paula: Wat ik vooral wel herkenbaar vond is dat ik in die tijd heel erg bezig was met hoe oneerlijk alles was en hoe mijn moeder niet kon begrijpen wat er belangrijk was voor mij en in mijn leven.. En ook erg herkenbaar vond ik de schaamte voor je ouders, niet beseffende dat dat kwetsend is. Kortom: misschien hield ik zelf ook niet zoveel rekening met mijn ouders als ik dacht. Klein narcistje, was ik.
Julius: Kleine Lady Bird. Mathijs, als jonkie, was het voor jou belangrijk dat het een nostalgische film was? Of had hij voor jou net zo goed in 2018 kunnen spelen?
Mathijs: Nou, ik denk wel dat het betekenisvoller was geweest als ik vijf jaartjes ouder was geweest.
Julius: Maar de verhouding tiener-ouder is niet heel significant veranderd.
Paula: Ik was eerlijk gezegd niet helemaal bezig met in welke tijd het zich afspeelde.
Julius: Heel veel van de tijdsbeeld-dingen zijn natuurlijk vooral relevant voor Amerikanen. Als tiener keek ik veel Amerikaanse highschoolfilms. Ik denk dat mijn nostalgische gevoelens vooral daardoor kwamen. Die Amerikaanse kluisjes doen me altijd wel wat, emotioneel.
Paula: Haha, Amerikaanse kluisjes zijn altijd drie keer zo groot als de kluisjes die ik had.
Mathijs: Lady Bird’s kamer was in ook een stereotiepe Amerikaanse tienerkamer. De scène waarin ze alles oververfde vond ik overigens enorm emotioneel.
Julius: Ja, ik ook.
Paula: Ik vond dat juist een verademing! Weg met die onzin. Wie schrijft er nou de naam van haar crush op de slaapkamermuur? Doe normaal.
Julius: Het gaat niet per se om wat er overgeschilderd wordt. Het is toch emotioneel dat je afscheid neemt van die periode.
Mathijs: Vonden jullie de verhaallijn iets Bijbels hebben? Dat vraag ik me opeens af als ik denk aan dat oververven; een nieuwe start, en zo. Er zitten misschien niet voor niets zo veel christelijke verwijzingen in. Het idee van een nieuwe naam geven of krijgen en daarmee een nieuwe persoon worden is ook überbijbels. En haar naam is Christine...
Julius: Nieuwe start, oké, maar dat zit in elke film.
Paula: Bijbels, nee. Maar ik ben geen Bijbelkenner. Ik ben bijvoorbeeld niet religieus, maar heb in een kerkkoor gezongen. Ik snapte haar nostalgie in de kerk dus enorm. Maar dan meer vanuit mijn eigen nostalgie naar mijn toffe koor (dat minder Bijbels was dan het nu klinkt).
Mathijs: Het is niet alleen een nieuwe start natuurlijk, maar ook wedergeboorte en dergelijke. De film zat in elk geval tjokvol verwijzingen, dus dat zette me aan het denken. Ik zie de Bijbelse moraal niet heel erg, maar werd er wel steeds aan herinnerd bij het kijken, dus ik vroeg me af of jullie er iets in zagen. Dan nog het hedonistische motto: 'Anybody who talks about California hedonism has never spent a Christmas in Sacramento.'
Julius: Ik denk niet dat we dat motto als Bijbels moeten zien. Joan Didion is ook niet per se een belangrijk figuur voor het hedendaagse christendom.
Mathijs: Ik ben geneigd het erop te houden dat de christelijke ondertoon vooral het nostalgische, Amerikaanse gevoel draagt.
Paula: Ik vond die ondertoon reuze meevallen. Ik heb ook op een katholieke school gezeten, maar daar ging het er toch echt wel anders aan toe hoor. Geen rare pakjes; geen nonnen. De laatste pater was al overleden toen ik er op school kwam. Geen overdreven nadruk op je betrokkenheid bij de gemeenschap. En wel lachen, trouwens, wat ze met die auto van de non deed.
Julius: Het ondeugende nonnetje. Dat was ook wel wat cliché, dat die non er zelf ook om kon lachen.
Mathijs: O, dat vond ik juist mooi, dat de nonnen en paters geen stereotiepe zendelingen waren. Ik ben ze wel anders tegengekomen in mijn jeugd.
Julius: Ik vond het best stereotype, zo'n ouwe non die haar schild laat zakken en kan lachen om een frats.
Mathijs: Ik denk dat het vooral een film is waar je veel interpretaties op los kunt laten, wat hem zo herkenbaar en persoonlijk maakt voor iedereen.
Paula: Ja, dat is er wel sterk aan. Het is niet zo alsof alles wordt voorgekauwd. Of dat er maar een oplossing is. Misschien weet Greta het zelf niet eens.
Lady Bird is nu te zien met: