Een zwarte politieagent die de Ku Klux Klan infiltreert: hoe ongeloofwaardig het ook klinkt, toch is BlacKkKlansman gebaseerd op dit waargebeurde voorval. Regisseur Spike Lee (Do The Right Thing) deinst nooit terug voor confronterende thema's en ook deze film wakkert veel discussie aan. Onder redacteuren Julius Koetsier, Rosanna Baas en Daan Steinebach, maar ook onder de mede-bioscoopbezoekers die ze na de film afluisteren.
Rosanna: Het was druk in de bioscoop! De film had ook gelijk goede recensies gekregen.
Daan: Het viel mij ook op dat de zaal vrijwel geheel wit was. Net als dit witte gesprek, trouwens.
Julius: Dat verbaasde mij ook! Spike Lee is toch vooral een naam die in Nederland een arthouse-publiek aanspreekt, wat het wel zou kunnen verklaren.
Rosanna: Ik had na afloop een ongemakkelijk gesprekje met een mevrouw in de wc. “Ik denk normaal gesproken nooit over dit soort dingen na. Iedereen is toch gewoon hetzelfde? Maar dat geldt blijkbaar niet voor iedereen”, zei ze.
Julius: Ik hoorde zulke dingen ook bij het uitlopen. Dat het allemaal wat overdreven was en er dik bovenop lag, en later zei iemand aan de bar dat het bij Spike Lee altijd maar weer over racisme moet gaan. Een cash cow, noemde hij het!
Rosanna: Ai. Nu weet ik ook niet zo goed hoe je de Ku Klux Klan subtiel zou moeten maken...
Julius: Ik vond het geen probleem dat het zo weinig subtiel was. Het is een statement.
Daan: De urgentie spatte eraf. Heel slim hoe hij de huidige situatie spiegelde aan die in de film. En ik vond het trouwens wél subtiel op veel punten. Niet de KKK, maar wel zijn positie bij de politie, de gesprekken met Patrice, de rol van Adam Driver (die Flip speelt).
Julius: Lee liet ruimte voor discussie. Niet alle vragen werden beantwoord, niet alle conflicten opgelost.
Daan: Vonden jullie die joodse verhaallijn geforceerd? Ik weet het niet zeker.
'Lee is heel erg bezig met de kracht van het medium'
Rosanna: Ik vond het mooi. Dat hij zich nooit bewust was geweest van zijn Joods-zijn, totdat hij er zo op gewezen werd bij de KKK. Maakte ook dat het niet meer alleen over wit en zwart ging.
Julius: Het was ook duidelijk een wake-up call voor witte mensen van nu die zich te weinig zorgen maken over fascisme.
Daan: En alledaags racisme (op het politiebureau). Want laten we niet doen alsof het een ‘palet van standpunten, alles is prima’-film is.
Julius: Er zitten wel discussies in de film die nooit echt opgelost worden, vragen waar Lee geen antwoord op heeft of geeft. Zoals de relatie tussen Ron (John David Washington) en zijn vriendin. En hun gesprek over blaxploitation, waarin alle zwarte actiehelden van die tijd voorbijkomen.
Rosanna: Wat vinden jullie van Rons positie in dit alles? Kun je verandering van binnenuit afdwingen? Of staan jullie meer aan de kant van zijn vriendin, die zegt dat het systeem corrupt is?
Julius: Waarna de scène gewoon stopt. Lee is heel erg bezig met de kracht van het medium.
Daan: Er is voor beiden iets te zeggen. De film laat goede complexiteit zien, inderdaad zonder duidelijke conclusie.
Julius: Ook een corrupt systeem kan af en toe iets goeds doen.
Daan: Precies. ‘De lange mars door de instituties.’ Het is een oude linkse discussie die nog steeds urgent is. Iets heel anders: 10 uit 10 voor muziek en dans. Ik houd wel van films die zich laten gaan in een tijdsbeeld als deze. Ook de rijkdom aan referenties aan Afro-Amerikaanse cultuur en geschiedenis.
Julius: Je merkt wel dat Lee daarin feitjes wil vertellen. Dat Muhammed Ali een dienstweigeraar was, dat J. Edgar Hoover de Black Panthers als de grootste interne bedreiging voor Amerika zag. Dat wordt wat geforceerd de dialoog in geperst, vond ik. Maar dat past bij zijn stijl.
Daan: Bijna essayistisch of pamflettistisch, zoals je zei: een statement.
'Als iedereen je punt snapt, moet je het herhalen'
Julius: Ja. Hij begint en eindigt ook met citaten. Eerst een shot uit Gone with the Wind, dan uit Birth of a Nation. En aan het einde video's van de rellen in Charlottesville. Hij plaatst z'n film heel expliciet zowel in de filmgeschiedenis als in 'het echte leven'.
Rosanna: Dat was heftig. Sowieso om die paniek op cinemaformaat te zien. Maar al helemaal in deze context.
Daan: ‘Denk niet dat het nu allemaal goed is’.
Rosanna: Over het einde hield ik een dubbel gevoel over. Het kwam wel binnen. Maar aan de andere kant waren er al zo veel verwijzingen in de film richting Trump, dat ik het niet nodig vond om hem nog te zien te krijgen. Voor het geval we het niet gesnapt hadden. Het was een lekkere set-up voor de beelden van Charlottesville. Happy end? Oh nee, toch niet.
Daan: Precies daarom denk ik. Dat je niet denkt: ‘Trump is in de jaren zestig verslagen in de film, ik slaap lekker verder.’
Julius: Ik denk dat Lee het heel bewust nog eens benadrukt. Hij is het type: als iedereen je punt snapt, moet je het herhalen. En dat vond ik hier heel effectief.
Daan: Al zei een vriend die ik buiten tegenkwam wel: ‘ik weet nog niet wat ik vind, ik moet even bijkomen van al dat geweld.’
Rosanna: Ondanks alles was het ook een comedy.
Julius: De grappige scènes blijven me eigenlijk niet zo bij als de spannende en tragische Harry Belafonte die over de Waco horror vertelt terwijl ze met de KKK naar Birth of a Nation kijken.
Daan: Ook sterk: de racistische agenten bij de ontploffingsscène. Die Ron in plaats van die Klan-mevrouw aanpakken, en pas stoppen als Flip eraan komt.
Rosanna: Die vrouw! Daar heb ik me aan geërgerd! Dat ze dolgraag lid wil worden van de Klan. En dat haar man haar zo publiekelijk vernedert.
'Ik heb een diepgewortelde antipathie tegen gladjakkers van elk pluimage'
Daan: Dan die bedscène. ‘I love it when you do that,’ nadat hij racistische shit uitkraamt. Gek genoeg vond ik hun liefde toch geloofwaardig, zij het ook heel naar. Puntje voor Lee dat dit ze dan weer geen credit oplevert. Ik was vertederd, maar niet betrokken bij die types.
Rosanna: Ik vond ze heel geloofwaardig. Ben bang dat er genoeg van dat soort debielen rondlopen.
Julius: Zeker. Maar helaas ook heel veel mensen, zoals het eerste KKK-lid met wie Ron kennismaakt, die een respectabeler gezicht willen geven aan hun ideologie en de mainstream in glijden.
Rosanna: Ze noemen zelfs de tea party op begeven moment, hè.
Julius: Ja, de tea party was toen ook al een ding voor radicaal rechts. Klan-leider David Duke heeft naar aanleiding van de film de echte Ron Stallworth opgebeld, omdat hij zich zorgen maakte over hoe hij geportretteerd zou worden.
Daan: Wat aandoenlijk!
Rosanna: Hij komt gek genoeg sowieso best sympathiek over.
Daan: Ik vond van niet, maar ik heb een diepgewortelde antipathie tegen gladjakkers van elk pluimage.
Julius: Ik zou hem ook niet sympathiek noemen. Eerder dom, naïef, hongerig naar populariteit. Vernedering is een heel sterk wapen, dat ziet Lee ook. Sympathiek is 'ie misschien alleen in contrast met de gewelddadige gekken die er ook rondlopen.
Rosanna: Als je hem vergelijkt met die gek die Flip aan de leugendetector wil leggen komt hij er goed vanaf.
Julius: Ja, maar zo wás David Duke ook. Hij wilde de Klan een respectabel gezicht geven.
Rosanna: Eng dus hoe dat werkt.
Daan: ‘Grand wizard... ahum, national director.’
Rosanna: Uiteindelijk zijn het toch kneusjes, die elkaar ridder noemen. En lekker LARP'en.
BlacKkKlansman is nu te zien met: