De laatste keer dat ik een prijs won was ik acht. Op wachtlijsten voor woningen ben ik altijd nummer vier. Op de website van de schrijfwedstrijd waar ik aan mee wilde doen, ontdekte ik dat ik 362 dagen te oud ben om een tekst in te dienen. De brief van de belastingdienst lag in de bosjes naast mijn huis. In 2012 studeerde ik af.
Het is best moeilijk om op je zeventiende een studie te kiezen. Op de computers van mijn middelbare school vulde ik beroepskeuzetests in: lange vragenlijsten met als uitkomst dat ik iets creatiefs moest doen. Ik besloot docent beeldende kunst en vormgeving te worden. Gedurende de opleiding werd ik steeds onrustiger. Maar pas toen mijn diploma op de eettafel lag en ik als invaller op een middelbare school werkte, ontdekte ik wat ik wilde worden. Ik besloot een tweede studie te doen.
Sinds 2010 mogen opleidingsinstellingen zelf bepalen hoeveel een tweede studie kost. Men noemt dit instellingsgeld. Instellingsgeld kan omzeild worden door het halen van je diploma uit te stellen en ervoor te zorgen dat je eerste en tweede studie elkaar overlappen. Voor mij is dat geen optie meer. Op dit moment betaal ik een goede achtduizend euro per jaar. Aan vrienden vertel ik dat mijn uiteindelijke studieschuld gelijk zal komen te staan aan de prijs van een Mercedes Benz. Als je moet kiezen tussen je toekomst en een Mercedes, moet je voor je toekomst gaan. Een tweede opleiding tijdens Rutte II is best te doen, mits je spaart, werkt, leent, schraapt, ploetert en je best doet. Het opdokken van het instellingsgeld probeer ik te zien als een toets voor ambitie en wilskracht.
Op dit moment zit ik in mijn laatste studiejaar en ik mag niet meer lenen bij DUO. Mijn collegegeld betaal ik van mijn spaargeld. Op een kantoortje bespreken mijn decaan en ik de financiële situatie. De decaan vraagt of ik het denk te redden; ik doe iets met mijn handen dat op wegwuiven lijkt. Uit de la van haar bureau pakt ze een flyer. ‘Heb je hier al over gehoord?’ Op de flyer staat dat DUO in september 2017 een nieuw soort lening lanceert. Een lening voor mensen die al een studie hebben afgerond. Wanneer deze lening ingaat, zal ik twee maanden zijn afgestudeerd. Mijn decaan is een tactvolle vrouw, die koffie voor ons gaat halen terwijl ik de flyer lees en herlees.
Het voordeel van iets mislopen is dat je er achteraf achter komt. Je kunt je schouders ophalen en ‘niets aan te doen’, ‘zo gaan die dingen’ en ‘volgende keer ben ik er op tijd bij’ zeggen. Maar wat moet je doen wanneer je weet dat je iets aan het mislopen bent?
- A) Stug doorgaan: je bent al zo ver. De arbeidsmarkt lokt. Je bent voorbereid. Je hebt gespaard.
- B) Wachten: schijnbaar is er een kans die in slow motion op je afkomt. Van je spaargeld kan je een deel van je schulden aflossen. Je studeert maar één jaar later af. Misschien kun je op vakantie. Je bent al lang niet meer op vakantie geweest. Wil je niet op vakantie?
- C) Negeren: er is geen flyer. Je loopt niets mis. De wereld is niet tegen je.
- D) Zelfbeklag: huilend, met een fles wijn in bed kruipen.
Alle antwoorden zijn te combineren met antwoord D. Het enkel aankruisen van antwoord D is geen langetermijnoplossing en zal fout worden gerekend.
Het mislopen wordt veelal gezien als iets droevigs en slechts. Ik krijg vaak te horen hoe jammer het is dat ik niet eerder wist wat ik wilde, waardoor ik het gevoel krijg dat ik heb gefaald. Maar soms moet je iets mislopen om te weten wat je wil en om te ontdekken hoe graag je iets wilt. Iets mislopen heeft niets met stoppen te maken, maar met doorgaan. Terugblikken is slechts een kwestie van op het juiste moment omkijken.
Beeld: Abul Haque