Amsterdam, 7 mei 2010
Lieve mama,
Vandaag ben je jarig. Precies twee keer zou oud als ik, ben je nu. Toen jíj 26 werd, kreeg je mij. In die tijd was je als Amsterdamse het theaterleven in New York aan het verkennen. Tijdens de eerste weeën ging je nog even slapen, en tegen de tijd dat het echt zo ver was werd ik bijna in een yellow cab geboren omdat de chauffeur door hevige regenval de ingang van het ziekenhuis niet kon vinden. Toen ik nog maar een paar maanden oud was, legde je mij rustig slapend als altijd in de kleedkamer tijdens de voorstelling. Al was ik nog zo jong, je vertrouwde op me.
Tijdens jouw middelbare schooltijd droeg je je oma’s jurken, en spoot je oude damesschoenen zilver. Muis, werd je genoemd, om je tengere postuur en kleine snoetje. Elke dag fietsen van Bergen naar Alkmaar, naar het Murmellius Gymnasium. En als je echt geen zin had, dan schreef opa een briefje. 'Non scholae sed vitae discimus.' Wij leren niet voor school maar voor het leven. Een uitspraak van Seneca, de filosoof die dienst deed toen Keizer Nero met de scepter zwaaide. Dan mocht je een dagje naar Amsterdam of de duinen in terwijl de leraren, geïmponeerd door het Latijn, maar hun mond hielden. Geheel volgens traditie schreef je ook eens een dergelijk excuusbriefje in mijn tijd op het Vossius Gymnasium. Mijn lerares protesteerde wat lafjes, maar wij gingen naar de Noordermarkt op onze plotseling vrije maandagochtend. Bij de King Louie stand kibbelden we over wie de lichtblauwe longsleeve met open hals mocht hebben. Jij won, ik leende hem jarenlang tot ik er te veel vlekken op had gemaakt en het van ellende en slijtage uit elkaar viel.
De relatie tussen moeder en dochter is niet altijd even makkelijk. Terwijl moeders vaak worden geadoreerd door hun zoons en dochters hun vader's kleine meid blijven (ook wel bekend als het beruchte Oedipuscomplex) komen deze vrouwen onderling vaker in strijd met elkaar. Bewijsdrang, jaloezie, machtsverhoudingen. Ook deze zijn ons niet altijd bespaard gebleven. Toen ik een paar jaar geleden in shock reageerde op de puberale afsnauwingen van mijn zusje, zei je dat dit nog niets was. ‘Je had jou eens moeten zien,’ was de repliek. Ik schaamde me wat, maar ik moet toegeven, soms komt het nog steeds naar boven. Irritatie. 'Ma-haaaam!'
We hebben veel meegemaakt, en dingen zijn niet altijd even makkelijk. Maar voor ik het weet, hebben we dan zo weer de slappe lach. We lachen precies hetzelfde. Ook al lijken we qua uiterlijk nauwelijks op elkaar, tijdens een proestbui komen de uithalen op dezelfde toon, in hetzelfde ritme. Iemand zei ooit tegen mij dat ik soms lach als een oude opstartende Volvo. Ik zou het je niet aan willen doen, maar ik vrees dat dit ook voor jou opgaat.
Foto: privé-collectie Ava Mees List
Laatst waren we in de tuin. De paastak die ik ooit stekte als zesjarige, is inmiddels uitgegroeid tot een trotse krulwilg, drie verdiepingen hoog. De buren kregen geen zonlicht meer dus wij besloten op een mooie vrijdagmiddag om hem te snoeien. Je kon het bijna niet over je hart verkrijgen. We pakten een grote ladder, en tuurden omhoog. Dit ging nog een flinke klus worden. Voor ik het wist, stond je bovenin. Vervolgens, alsof het niets was, klom je in de boom, ging op een tak zitten, en begon te zagen. Ik hield de ladder vast, zaagsel fladderde in mijn oog. Na een poos zei je: ‘Jouw beurt, ik heb een lamme arm.’ Even soepel als op de heenweg kwam je weer van de ladder af. Boomklimmen zit jouw duidelijk in het bloed, maar je dochter is een stadskind. Voorzichtig ging ik steeds een tree hoger staan. Onder mij zag ik de bakstenen afgrond van het tuinpad, boven me een wankele wilg. ‘Ga maar, ik sta hier,’ zei je. Ik keek weer omhoog. De zon scheen strak, ik vond een stevige plek om te staan, en zette de zaag in de dikke tak.
Vandaag ben je dus jarig. Zondag is het moederdag. Daar doe ik niet aan, dat weet je. Maar vandaag is voor jou.
Gefeliciteerd, lieve mama.
je
Mezekindje