Een man aan een bureau schrijft met gebogen rug en veel pennengekras een briefje:
"Lieve Bianca, het is nu precies veertig jaar geleden dat ik jou voor het eerst zag en je me met korte rukken aftrok op een Frans toilet in de Brasserie. Je at met lichte verbazing een croissant.
Met dit meisje, dacht ik toen, met dit meisje wil ik de rest van mijn leven zijn, o God is mijn getuige.
Bi-an-ca, licht van mijn leven, vuur van mijn lendenen. De punt van mijn tong klakt drie keer, een keer tegen mijn boventanden, een keer tegen mijn gehemelte en bij drie tegen mijn ondertanden."
Een vrouw komt zonder te kloppen binnenlopen.
Femke Halsema: Wat ben je aan het doen?
Jan-Peter Balkenende: O, daar ben je weer. Ik schrijf een liefdesbrief aan mijn vrouw, want we zitten in een crisis. Een huwelijkscrisis.
F: Moet je niet zo naar de koningin?
JP: Ja, zo.
F: Ben je goed voorbereid?
JP: Je kent me toch. Ik improviseer graag een beetje. Zo uit de losse pols, floep floep, haha!
F: Ja.
Ik vind het eigenlijk niet om te lachen, eerder lächerlich.
JP: Sorry Femke, maar maak je nou niet zoveel zorgen. Deze bezoekjes aan de koningin zijn routineklussen geworden. Kopje thee, pink in de lucht, wat keuvelen over demissionaire dingen, tot Amalia komt binnenstormen voor gat-in-de-weg.
F: Waarvoor?
JP: Eeeeen-damespaard-een-damespaard-een-damespaard-gaat-zo-een-herenpaard-een..
F: O ja, dat.
JP: Een keer was het wat ongemakkelijk. Toen graaide het prinsesje bijna met haar kinderknuisje in mijn…
F: Stop!
JP: Nou, ik schrok me in ieder geval wild en wierp de prinses van mijn schoot,
waardoor ze op de grond kukelde en bijna haar polsje brak.
F: Oei.
JP: Ja, maar ze had dus niets gebroken. Kinderen hè, zo buigbaar als een pannenlikker.
F: Stop met praten alsjeblieft.
JP: Sorry Femke.
Zeg, wil je me helpen met de liefdesbrief aan mijn vrouw? Ik wil het graag afhebben voordat ik naar de koningin ga.
F: Laat eens lezen dan. ‘Bi-an-ca, licht van mijn leven, vuur van mijn lendenen.’
Hee, maar dit is Nabokov.
JP: Nederlands graag, Femke. Lächerlich, nabokof. Al die verschillende talen maken het Nederlands tot een mengelmoesje.
F: Het is geen woord, het is een Russische schrijver: Vladimir Nabokov.
JP: Nooit van gehoord.
F: Kom, je hebt het net zitten overschrijven. Dit zijn de fameuze beginregels van zijn Lolita.
JP: Dus het is al gedaan?
F: Weet je überhaupt waar het over gaat?
JP: Nou?
F: Over de pedofiele liefde.
JP: Ach, nee toch? Dat lijkt me hoogst ongepast. Mijn vrouw houdt niet van pedo’s. Daar wordt ze misselijk van, zegt ze, zo van ‘heeft iemand een emmertje…?’ Haha.
F: …
JP: Ik voel me zo rot, Femke.
F: Kom, kom, Jan-Peter. Kom, kom.