Depressie is wat anders dan een winterdip. Deze psychiatrische ziekte treft bijna een vijfde van de Europese bevolking. Er is echter nog weinig bekend over de exacte toedracht hiervan. Zo lijkt het dat de hersens van depressieve mensen iets kleiner zijn dan die van 'gezonde'. Helpen antidepressiva echt, of zijn ze slechts een tijdelijk hulpmiddel?
Het sneeuwt en het is december. Het lijkt romantisch, maar voor velen is het de bevroren druppel die de emmer doet dichtslibben. De dagen zijn kort, het donker duurt lang en het liefst zou je de hele dag in bed blijven liggen. Och, een paar sombere baaldagen heeft iedereen wel eens. Maar er zijn bijzonder veel mensen bij wie het zwarte gat zo allesomvattend en levensbepalend wordt dat ze uiteindelijk geen andere mogelijkheid zien dan er in te springen. Hoe kan iemand die alles heeft zich zo verloren voelen? Hoe kan het dat Hero eindigt als een loser?
De huidige wereld is met haar keuzestress, dertigersdilemma’s en quarter life crises niet de makkelijkste om in te leven. De pieken kunnen weliswaar bijzonder hoog zijn, de daarmee gepaard gaande dalen zijn evenredig diep. Hoewel een psychiatrische ziekte nog altijd enigszins taboe is (je hebt immers geen kanker of een andere verlammende ziekte, dus wat loop je dan te zeiken), liegen de cijfers er niet om. In Europa krijgt bijna een vijfde van de bevolking te maken met depressie. In Nederland gebruiken ongeveer een miljoen mensen antidepressiva. De World Health Organisation schat dat depressie in 2020 de tweede plek in zal nemen op de lijst van globale ziektelast, net onder hart- en vaatziekten. Bij vrouwen komt depressie overigens vaker voor dan bij mannen. (Ach, kerels hebben weer vaker te kampen met alcoholproblemen.)
Down of depri
Depressief zijn, het is veel ernstiger dan je puberaal een weekje down voelen, maar komt niet minder voor. Het is een diepgeworteld misnoegen dat zich door elke vezel van je lichaam weeft en alles besmeurt met een monotoon grijze plakstof. Als een spinnenweb dat je nooit meer loslaat. Zo nu en dan geeft het mee en beleef je een fijn moment, maar even zo snel word je genadeloos teruggeworpen in de wirwar van draden die je verstrengelen in het duister.
Om gediagnosticeerd te worden met een klinische depressie moet je ten minste twee maanden verschillende symptomen hebben gehad als lusteloosheid, veranderde eet- en slaapgewoontes, wanhopigheid, en een algeheel gevoel van ongeluk. Het kenmerkt een algemeen gebrek aan motivatie om dingen te ondernemen. Als remedie wordt van alles geprobeerd: van licht- tot psycho- tot electroconvulsietherapie (uiterst effectief natuurlijk: je krijgt shocks toegediend en door het geheugenverlies vergeet je prompt dat je depressief was). Antidepressiva zijn effectief bij het overgrote deel van de patiënten met een ernstige vorm van depressie, maar hebben ook veel bijwerkingen.
Stress
Stress, gemediëerd door het hormoon cortisol, speelt zeker een rol in depressie. Gezonde jonge hersens zijn in staat het cortisolniveau na een enorme stijging (bijvoorbeeld omdat er net een spook langs je zweeft of je je creditcardrekening openmaakt) binnen een uur of anderhalf weer op normale hoogte te krijgen. In depressieve patiënten blijft dit niveau nog urenlang erg hoog, mogelijk omdat er een fout zit in de communicatie tussen de bijnieren (die cortisol produceren) en de hersens (die de afgifte reguleren). Een chronisch verhoogd cortisolniveau zorgt ervoor dat neuronen minder goed functioneren en uiteindelijk zelfs afsterven. Ook ouderen zijn minder goed in staat de cortisolniveaus te controleren: vandaar dat depressie bij ouderen waarschijnlijk veel vaker voorkomt. Het lijkt erop dat een verhoogd stressniveau een depressie in de hand werkt. Dit zou een reden kunnen zijn dat mensen met een traumatisch verleden eerder depressies ontwikkelen: de trauma’s veroorzaken een verhoogd stressniveau.
De weken gevuld met uitzichtloze dagen, zorgen en ondraaglijke mineur worden maanden en soms zelfs jaren. Dan kan de gevoelloze dood een stuk benijdenswaardiger lijken dan de chronische aardse strijd tegen het duister dat leven heet. En dan hang je. Op een gegeven moment is de ratio niet meer in staat de emotionele gebeurtenissen te remmen. De patiënt verliest het vertrouwen in de logica omdat deze hem in de steek laat bij het verhelpen van de ziekte. En zo wordt zelfmoord een overweging die niet slechts met goede argumenten weerlegd kan worden. Het is de enige logica die nog functioneert: als ik er niet meer ben, kan ik me ook niet meer zo voelen. Het niets wordt verkozen boven de leegte.
Er zijn post-mortem studies gedaan bij depressieve patiënten die zelfmoord gepleegd hadden. Hun hersens waren duidelijk anders dan ‘gezonde doden’. Minder hersencellen, minder neuronale verbindingen, een kleiner hersenvolume: depressieve hersens staan niet bijzonder sterk in het leven. Het is nog onduidelijk of dit neuronale verval de oorzaak of het gevolg van de depressie is, maar vast staat dat een dergelijk aangetast brein onherroepelijk (psychische) ellende met zich meebrengt.
Serotonine
Een van de belangrijkste neurotransmitters betrokken bij het humeur is serotonine. Depressieve mensen maken minder serotonine aan en slenteren continu onder de chemische geluksdrempel. Is dat magische gevoel van geluk, dat ons mensen het idee geeft dat we er best mogen wezen, dat onzekerheden opzijschuift en dat ons hoop geeft om te leven, dan zo simpel te bereiken? Ja. Desillusionerend hè. Drugs als XTC verhogen de hoeveelheid serotonine in je hersens, en antidepressiva als Prozac doen in minder hevige mate hetzelfde. Het farmacologische devies luidt: hoe meer serotonine, hoe gelukkiger.
Hoe kan het dat sommige mensen na een heftige gebeurtenis in het leven een depressie ontwikkelen, terwijl anderen na herhaaldelijke rampspoed vrolijk blijven? Deze kwetsbaarheid kan te maken hebben met iemands levensgeschiedenis en persoonlijkheid, maar heeft ook zeker een genetische component. Er is een gen bekend dat twee variaties kent; mensen met de kortere variant komen na een stressvolle gebeurtenis vaker in een depressie terecht dan mensen met de langere variant. Dit gen is betrokken bij de productie van serotonine. Oftewel, de korte gen-mensen maken van zichzelf al minder serotonine aan. Als ze in een dip terechtkomen beschikken ze niet over voldoende flexibiliteit om daar eigenhandig weer uit te krabbelen.
‘Kop op’ kan je dus beter niet tegen een gedeprimeerde zeggen met de intentie hem op te beuren en een zetje richting gelukzaligheid te geven. Hij zal gelijk hebben als hij je uitspraak met een wanhopige blik beantwoordt en verklaart dat zijn hoofd inderdaad leeg is. Geen serotonine meer. Weg geluk. Kop op.
Kan je zelf je serotonineniveaus wat boosten zonder naar pillen te hoeven grijpen? Realiseer de schijf van vijf van het gezonde leven: voldoende zonlicht, gereguleerd slapen en gezond eten en drinken. En als onverwachte klap op de vuurpijl: beweging! Bij sporten komen er namelijk endorfines vrij, lichaamseigen hormonen die verwant zijn aan morfine en je opbeuren. Drugs will do the job op de korte termijn, maar daarna ben je bij chronisch gebrek aan serotonine nog verder van huis. Wil je toch graag een verslaving? Kies dan voor hardlopen.
Winterblues
Hebben de seizoenen nou echt zo’n grote invloed op onze gemoedstoestand, of diagnosticeren we onszelf met een winterdepressie als excuus voor onze pepernootvreetbuien en onbedwingbare verslaving voor donzen dekbedden? Ongeveer 1 op de 10 mensen heeft daadwerkelijk last van een winterdepressie. Dit heeft waarschijnlijk te maken met een gebrek aan zonlicht en een verstoorde biologische klok.
Er zijn overigens verschillen tussen de winterblues en de seizoensloze depressie. De wintervorm gaat gepaard met vermoeidheid ondanks talloze uren slaap en een ontembare zin in zoetigheid. Het heeft veel weg van een winterslaap: je wil zoveel mogelijk slapen, niet je nest uit komen en vreet ondertussen je buik zo vol dat je er een maand op zou kunnen teren. Bij de gehele-jaar-door-depressie wordt de vermoeidheid echter veroorzaakt door het onvermogen te slapen, en is de eetlust eerder afwezig. Het verschil tussen een grommende bolle beer en een verschrompelde wanhopige zombie. Behoor je tot de laatste groep, ga dan naar een dokter/psycholoog. Behoor je tot de eerstgenoemden, dan is er licht aan het eind van de tunnel. En totdat de lente aan je deur klopt om je uit je nest te trekken: ga naar buiten, ga rennen, in de zon!*
*Bij gebrek aan zon is buitenlicht alleen ook al afdoende, dus zolang je het voor elkaar krijgt je grot overdag te verlaten zal het helpen.