Superhelden verschijnen meer dan ooit op het witte doek. Hoewel de films in grafisch opzicht amper meer te vergelijken zijn met hun vroege voorlopers, staan ze inhoudelijk gezien in een narratieve traditie die sterke parallellen vertoont met maatschappelijke ontwikkelingen.
2019 is een bijzonder jaar voor liefhebbers van superheldenfilms. Niet alleen is er met het recent verschenen Spider-Man: Far From Home een ongeëvenaard epos van tweeëntwintig films tot een voorlopig einde gekomen, ook brachten films niet eerder zoveel geld in het laatje. The Avengers: Endgame is sinds deze week financieel gezien de meest succesvolle film aller tijden met een opbrengst van bijna 2,5 miljard euro. Met de ongekende populariteit van het genre vinden er zowel op als achter het bioscoopscherm flink wat ontwikkelingen plaats. De representativiteit van genders wordt rechtgetrokken, supermagnaat Walt Disney Studios heeft concurrent 20th Century Fox opgekocht en Marvel Studios heeft zojuist haar aankomende meerjarenplan onthuld. Het mag duidelijk zijn: dit genre is nog lang niet uitgeblust. Wat is het dat ons zo massaal aantrekt tot superhelden?
Als een zijtak van het sciencefictiongenre zijn superheldenfilms van begin af aan onderdeel geweest van het filmmedium. De klassieker Le voyage dans la lune uit 1902 van regisseur Georges Méliès, gebaseerd op romans van genre-oervaders H.G. Wells en Jules Verne, wordt gezien als de allereerste sciencefictionfilm ooit.
Zo bezien kunnen we stellen dat Méliès met Le voyage dans la lune, naast de eerste sciencefictionfilm, ook de allereerste superheldenfilm ooit presenteerde.
Hier ligt de kiem van het baanbrekende waarmee het genre heden ten dage wordt geassocieerd, met haar revolutionaire gebruik van animatie, speciale effecten en narratief.
In Le voyage dans la lune is de hoofdrol weggelegd voor een groep mannen die afreizen naar de maan, aliens ontmoeten, en er in slagen terug te keren. Helden die het onmogelijke verrichten in de ruimte - het equivalent van een superheldenteam anno 1902. Zo bezien kunnen we stellen dat Méliès met Le voyage dans la lune, naast de eerste sciencefictionfilm, ook de allereerste superheldenfilm ooit presenteerde.
Maatschappelijke weerspiegeling
Kunst weerspiegelt vaak de tijd waarin we leven. Sciencefiction is hierin geen uitzondering. Weliswaar leefde Méliès tijdens de eeuwwisseling in een tijd van maatschappelijke spanningen, maar het was tegelijkertijd een periode van aanzienlijke technologische ontwikkelingen. De maanreis uit Le voyage dans la lune symboliseert hoop. De opvolgende filmperiode van post-1918 anderzijds, kenmerkt zich door mutilatie en horror - een weerspiegeling van het desastreuze wereldtoneel.
Specifiek comics die gingen over misdaad en horror zouden leiden tot ongewenst jeugdgedrag en zelfs een gevaar vormen voor de nationale veiligheid.
Meelijwekkende, vaak bovennatuurlijke antihelden als Nosferatu en Frankenstein kwamen tot leven in de bioscoop.
De superhelden zoals wij ze tegenwoordig kennen vinden hun oorsprong rond 1938, tijdens wat nu bekendstaat als The Golden Age of Comic Books. Een golf van succes die mede tot stand kwam dankzij diverse militaire propagandamachines. Zowel de geallieerden als de asmogendheden maakten van hun protagonisten bovennatuurlijke krachtpatsers, waaronder Captain America, die in de comic uit 1941 Hitler met een vuist in het gezicht sloeg.
Evolutie en strijd
Als gevolg van de Koude Oorlog-paranoia werden makers van comics strafrechtelijk vervolgd. Daarmee verdwenen zowel superhelden als antihelden grotendeels van het toneel. Specifiek comics die gingen over misdaad en horror zouden leiden tot ongewenst jeugdgedrag en zelfs een gevaar vormen voor de nationale veiligheid.
Na diverse hoorzittingen kwam er censuur op comics met de zogeheten Comics Code.
Schrijvers en makers die op vrije voeten wisten te blijven begonnen grenzen te verkennen en uit te proberen hoever ze de CCA-regels konden buigen.
Sindsdien moesten alle comics worden goedgekeurd door de Comics Code Authority (CCA) en voldoen aan betuttelende regels. Wetsdienaren mochten nooit corrupt, incompetent of sympathiek worden weergegeven, het goede moest het altijd winnen van het slechte en blootscenes waren - hoe kan het ook anders - ten strengste verboden.
Psychiater Fredric Wertham werd gezien als een autoriteit op dit gebied. Hij publiceerde zijn bevindingen o.a. in zijn bestseller Seduction of the innocent (the influence of comic books on today’s youth), wat leidde tot paniek onder ouders en nog meer bemoeienis vanuit de overheid.
Comicverhalen werden door alle censuur zo eenvoudig van opzet dat oudere lezers hun interesse verloren. Schrijvers en makers die op vrije voeten wisten te blijven - waaronder Marvel Comics-legende Stan Lee, die regelmatig met Fredric Wertham debatteerde - begonnen grenzen te verkennen en uit te proberen hoever ze de CCA-regels konden buigen. Zo ontstond er een ondergrondse beweging met ‘echte’ comics, die de reguliere markt deed instorten. Het genre manifesteerde zich sterker dan ooit en legde de basis voor moderne iconen zoals de X-Men, The Avengers en Spiderman.
X-Men en de volwassen superheldenfilm
Geen andere comic wist haar tijd zo te vatten als X-Men. Voor het eerst verschenen in 1963 en inmiddels ook een succesvolle filmfranchise, spelen de verhalen uit X-Men zich af in een maatschappij die sterk lijkt op die van ons. Naast gewone mensen bestaat er in deze wereld echter ook een kleine, maar groeiende groep mutanten - homo sapiens superior - die de eersten zijn in de volgende stap van de menselijke evolutie.
Het is geen toeval dat juist X-Men verantwoordelijk is voor de moderne superheldenfilm zoals wij die nu kennen.
Deze mutanten worden geboren met bovennatuurlijke gaven, die zij vaker niet dan wel onder controle hebben.
In tegenstelling tot geliefde protagonistische superheldengroepen zoals The Avengers of de Fantastic Four, worden de X-Men door de rest van de bevolking gehaat, of op zijn minst gevreesd. De mutanten zijn freaks, die met hun aangeboren gaven ongelukken veroorzaken. Eenzaam, anders en vervloekt zijn zij voor de rest van de populatie een makkelijk doelwit voor angst, racisme en haat - een analogie voor homoseksuelen, mensen van kleur of slachtoffers van de aidsepidemie.
Het is geen toeval dat juist X-Men verantwoordelijk is voor de moderne superheldenfilm zoals wij die nu kennen. Bijna twintig jaar geleden, in de zomer van het jaar 2000, werd met X-Men de eerste zogeheten volwassen superheldenfilm geboren. Filmregisseur Bryan Singer, op dat moment succesvol met zijn thriller The Usual Suspects, opende zijn passieproject met Auschwitz als decor, waar de toekomstige antagonist Erik Lensherr zijn ouders ziet wegmarcheren naar de gaskamers.
Als uitgesproken homoseksueel voelde McKellen zich geroepen om de rol op zich te nemen
Waar we het in de jaren negentig nog moesten doen met clowneske filmadaptaties als Judge Dredd en Batman & Robin, markeerde de narratieve omslag van X-Men, samen met de digitale revolutie van de filmindustrie, een omwenteling in hoe bovennatuurlijke verhalen op een aannemelijke manier konden worden vertaald van papier naar film. De geloofwaardigheid kreeg prioriteit boven het spektakel.
Inclusiviteit
‘Ik heb mij voor het grootste deel van mijn leven een mutant gevoeld,’ vertelt Sir Ian McKellen wanneer hij wordt geïnterviewd over zijn rol als Erik Lensherr, een mutant met de gave om metaal te manipuleren. Als uitgesproken homoseksueel voelde McKellen zich geroepen om de rol op zich te nemen nadat regisseur Bryan Singer hem vertelde over een demografisch onderzoek van Marvel Comics waarin jonge joden, zwarte tieners en homoseksuelen in beeld werden gebracht als de kerngroep van X-Men-fans. ‘Deze verhalen betekenen iets,’ vervolgt McKellen. ‘En dat is wat X-Men onderscheidt van andere comics’.
Het Erik Lensherr-personage - mutant, Holocaust-overlever en idealist - werd in de jaren zestig gebaseerd op het karakter van Malcolm X. Dat van zijn tegenstander en X-Men-leider - professor Charles Xavier, een verlamde mutant met telepathische gaven - op dat van Martin Luther King.
Nog altijd worden moderne tendensen verwerkt in superheldenfilms. De inclusiviteit die altijd al inherent was aan het genre op papier, maakt nu ook de vertolking naar film. Met het in 2017 verschenen Wonder Woman begon de inhaalslag omtrent gendergelijkheid.
Superheldenverhalen raken aan het fundamentele in de ontwikkelende mens.
Als eerste succesvolle superheldenfilm met een vrouw in de hoofdrol én een vrouwelijke regisseur, was Wonder Woman het empowerende antwoord waar veel fans al jaren op wachtten. Black Panther schreef geschiedenis met een cast die voor het merendeel bestond uit Afro-Amerikaanse acteurs en Brie Larson’s Captain Marvel werd deze zomer in The Avengers: Endgame gepresenteerd als de enige hoop om het universum te redden.
De toekomst
Naar moderne standaarden lijken de maanreizigers van Méliès niet meer dan een curiositeit. Maar de isolatie en onzekerheid uit Le voyage dans la lune zijn tijdloze concepten, zeker in combinatie met de behoefte aan empowerment. Superheldenverhalen raken aan het fundamentele in de ontwikkelende mens. Eigentijdse kwesties worden via analogieën aan de kaak gesteld. Superhelden representeren hoop voor een betere wereld. In hen herkennen we de beste kanten van onszelf, en voelen we ons aangemoedigd om te dromen en te durven.
Robbert Meijntjes organiseert literair podium Frontaal; het literaire podium van Rotterdam, met maandelijks gevestigde en toekomstige auteurs op de planken. Hij publiceerde eerder op Hard//hoofd en op De Optimist. Hij werkt hard aan zijn literaire non-fictiebundel over polyamoreus leven.
Chloé Pérès-Labourdette (1995) is een Franse illustrator met een voorliefde voor Tomos-scooters, Marmite en 8-hoekig servies. Haar beeldarchief bestaat uit visitekaartjes van Duitse garages en sci-fi-films uit het vorige millennium.