Vanaf 13 januari zendt HBO het tweede seizoen van Girls uit. De eerste serie werd bewonderd om de vele onvoorspelbare en ongemakkelijke grappen uit het leven van enkele bevoorrechtte twintigers. Volgens Daan Windhorst maakt Girls onderdeel uit van een nieuwe stroming op televisie: de serie als spiegel van onze ijdelheid en onkunde.
We leven in een gouden tijdperk voor televisie. Nog nooit waren er zoveel hoogwaardige televisieseries tegelijkertijd te zien. Niet alleen kan televisiedrama zich door de komst van digitale opnametechnieken inmiddels technisch meten met cinema, vooral de ambitie in het medium is enorm. Dexter, Breaking Bad, The Thick of It, Game of Thrones, Community, Doctor Who, Borgen: het is inmiddels een clichéobservatie, maar de televisieserie is de roman van onze tijd. Het verschil met de roman? Televisiedrama is een jonge kunstvorm.
Het voordeel daarvan? Dat er met enige regelmaat radicaal nieuwe genres op televisie verschijnen. Echt nieuwe tv.
The wound
In de negende aflevering van de HBO-serie Girls krijgt hoofdpersoon Hannah (Lena Dunham, die de serie ook schrijft en regisseert) ruzie met haar huisgenote, Marnie (Allison Williams). Beide meisjes zijn in de twintig, de setting is hun appartement in New York en de scène is één van de vreemdste ruziescènes die ik ooit op televisie heb gezien.
"You’re like a big ugly fucking wound," verwijt Marnie Hannah.
"You’re the wound!", roept Hannah terug.
"No you’re the wound!"
Zo gaat dat nog een tijdje welles-niettes heen en weer. Vanaf het begin is onduidelijk waar het precies om gaat, maar je voelt de indirect uitgesproken verwijten, de opgekropte frustratie die onder elk woord ligt. Marnie verwijt Hannah dat de twee het enkel over Hannahs problemen hebben. Hannah verwijt Marnie vervolgens precies hetzelfde. Ze lopen achter elkaar aan door het appartement, gooien met tandenborstels en gillen dingen naar elkaar zoals "I am the one that has the right to be mad here".
De dialoog is kinderachtig en kleinzerig. Op een schaal van cool tot lullig slaat de meter hoog uit naar lulligheid. Beide personages laten zichzelf kennen, zijn onuitstaanbaar egocentrisch, passief-agressief en onredelijk. Ze lijken allebei op zoek naar een geldige reden om boos te zijn op de ander, om vooral om niet te hoeven reflecteren op hun eigen gedrag. Ze vragen zich af wie het recht heeft om boos te zijn.
Huisvrouwen poepen niet
De scène is vreemd, maar niet omdat de situatie mij vreemd is. Sterker nog: het is één van de herkenbaarste scènes die ik vorig jaar op TV zag. Mijn ergste puberruzies waren precies zo: lullig en egocentrisch. Ik ben er niet trots op. Maar ja.
De scène is vreemd omdat hij in niets lijkt op wat we gewend zijn op televisie zien. Vergelijk de ongemakkelijke personages van Lena Dunham – stotterend, onredelijk, onzeker – met de eloquente of mysterieuze personages in Dexter of The West Wing.
Ruzies gaan in series vaak over één specifiek voorval en de standpunten die worden uitgewisseld zijn, als ze niet redelijk zijn, in ieder geval te begrijpen. Ook al zijn echte ruzies helemaal niet zo.
Dat is geen nieuwe observatie: televisieseries volgen in het algemeen niet de logica van het echte leven, maar een eigen televisielogica. Jack Bauer struikelt nooit over zijn woorden, de Desperate Housewives poepen niet. Seks vindt plaats onder de lakens en ijdelheid wordt afgestraft. Televisie stileert, laat één specifieke kant van het leven zien.
Daarmee bedoel ik niet dat iedere televisieserie de wereld per se idealiseert. De personages in The West Wing zijn absoluut complex, maar de meest menselijke eigenschappen, de onredelijkheid, de ijdelheid, de chronische zelfoverschatting, worden grotendeels buiten beeld gelaten. Girls lijkt daarentegen een studie naar juist die eigenschappen.
Hannah is zowel Kramer als Seinfeld
Girls had waarschijnlijk niet kunnen bestaan zonder de stappen die Ricky Gervais tien jaar eerder zette op dit gebied. In een periode waarin personages in comedyseries vaak larger than life waren – Kramer, Joey, Eddy en Patsy – zette hij in The Office personages neer waarvan vooral die menselijkheid werd uitvergroot. De kanten waar we ons voor schamen, kanten zoals egoïsme, ijdelheid en zelfoverschatting. Gecombineerd met de subtiele speelstijl – Gervais imiteerde de documentaire– is The Office misschien wel het archetype van lulligheid.
En al die lulligheid heeft Lena Dunham opgekocht en overgespoten. Zoals Ricky Gervais toont zij zich een scherpe, nietsontziende observator van het lullige gedrag van de mens in het algemeen en, vermoedelijk, zichzelf in het bijzonder. Toch is Girls anders dan The Office. Omdat The Office duidelijk een comedyserie is, kunnen we van een veilige afstandje lachen om deze personages; wij zijn niet zo. Dit? Dit zijn sukkels.
Girls is… ja, wat is Girls? Op het ene moment rent iemand aan de crack, zonder broek, door de straten van Brooklyn, op het andere moment valt Hannah totaal onredelijk uit naar haar ouders en ontstaat er – eventjes – een ontroerend portret van de psyche van dit kwetsbare meisje. Praktisch om de zin schakelt Girls van een vileine comedy naar een feel good chick flick naar een Woody Allen-achtige satire van de kunstwereld in New York. En weer terug.
Die ambiguïteit is lastig. De serie zit vol personages die zichzelf voor schut zetten, pijnlijk doorzichtig handelen en belachelijke uitspraken doen ("I think I may be the voice of my generation. Or at least a voice of a generation"). Tegelijkertijd zorgt de serie ervoor dat we ons emotioneel verbinden aan deze personages. We zien de gênante momenten, maar ook de angst en onzekerheid waar deze uit voortkomt. We lachen om ze en we begrijpen ze. Hannah is zowel Kramer als Seinfeld.
Zo worden we geconfronteerd met een ongemakkelijk wereldbeeld: een wereld waarin oncharmante menselijke eigenschappen niet zijn voorbehouden aan slechteriken of sukkels. Dat iemand bij vlagen ijdel en onredelijk is, maakt iemand niet kwaadaardig of dom, slechts menselijk.
Totale paniek
De enige andere serie op televisie waar je dit soort ambiguïteit tegenkomt, is de FX-serie Louie. Daarin speelt comedian Louis C.K. een variant op zichzelf, een New Yorkse komiek die zich door een absurd, onbegrijpelijk universum heen probeert te worstelen, begeleid door melancholische jazzmuziek.
Ook het personage Louis is een sukkel, iemand die regelmatig in het allerslechtste daglicht wordt gezet. Hij is een onverantwoorde vader en een slechte vriend. Hij is lui en chagrijnig. En tegelijkertijd is het niet makkelijk over hem te oordelen. Omdat we zijn paniek meevoelen. We begrijpen het.
We begrijpen Louie met name, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt, omdat de serie zich niet in onze wereld afspeelt. De absurditeit van Louis’ New York is door hem oneindig uitvergroot: zijn geparkeerde auto wordt overreden door een bulldozer, een dakloze man wordt voor Louis’ ogen onthoofd en zijn moeder wordt steeds door een andere actrice gespeeld.
Dat is voor Amerikaanse televisie een dappere keuze, en tegelijkertijd is identificatie met Louis daardoor gemakkelijker dan met de meisjes uit Girls. Omdat Louis’ wereld zo bizar is, is het niet moeilijk om zijn paniek te delen. Hij is de enige normale persoon in een wereld à la Monty Python. Girls is misschien moeilijker: hun wereld is de onze en toch zijn Dunhams personages constant in totale paniek. Ook zij voelen zich de enige normale persoon in een fucked up universum.
Afgelopen Halloween bezocht Lena Dunham naar eigen zeggen een feestje verkleed als Louis C.K. Maar ook buiten Halloween om zijn de overeenkomsten tussen de twee goed te zien. Beiden brengen een nieuwe eerlijkheid naar de Amerikaanse televisie en doen bewust geen morele uitspraak over hun personages: Hannah en Louis zijn niet inherent goed of slecht, ze modderen maar wat aan. De series gaan niet over sukkels en helden, maar over bange mensen die zichzelf staande proberen houden in een wereld die ze niet begrijpen. Daarmee maken ze niet alleen geweldige televisie, maar brengen ze ook een nieuwe emotionele complexiteit naar het medium.
Lang leve de lulligheid.
Daan Windhorst schrijft films, toneelstukken en proza. Hij schreef onder meer voor de VPRO, het Zuidelijk Toneel en het satirisch theaterprogramma de Orde van de Dag.