Orson Welles was de maker van het legendarische hoorspel ‘War of the Worlds’ uit 1938. Dit hoorspel in de vorm van een muziekprogramma, verstoord door nieuwsberichten over invasies van andere planeten, veroorzaakte in Amerika en in de rest van de wereld een gigantische rel. Mensen gingen de straat op en ontvluchtten massaal de stad. De snelwegen raakten verstopt en de veiligheidsdienst moest erbij komen. Schokkend! Wat een tijdperk. Hierna was Orson Welles uiteraard beroemd en maakte vele films, onder andere ‘Citizen Kane’. Hoewel hij tijdens zijn leven niet altijd evenveel succes had wordt hij nu beschouwd als één van de belangrijkste filmmakers aller tijden.
Met andere woorden, Orson Welles is geen kattenpis. Iemand om serieus te nemen, iemand om te geloven. In bovenstaand fragment over de acteur beschrijft hij zijn spelmethode. Of misschien één van zijn methodes. Het doet mij ernstig nadenken. Is dit waar? Is de acteur een soort doos van Pandora, waar eender wat uit kan komen zolang de acteur het talent heeft om zijn personage te scheiden van alle andere personages die hij in zich heeft? Hebben wij allemaal een schurk, een moordenaar, een fascist en een engel in ons?
Welles beschrijft een acteur die hij zorgvuldig heeft geobserveerd. Eén die heeft gezien wat zijn personage, bijvoorbeeld een politieman, allemaal doet, denkt en hoort. Eén die vooraf kan bedenken wat voor type mens een politieman zou kunnen zijn. Maar deze acteur kan dus alleen het oppervlakkige personage spelen, met de eigenschappen die daarbij horen. Een politieman met een vrouwelijke kant is in dit scenario onmogelijk. Want die vrouwelijke kant heeft hij in zijn kleedkamer moeten achterlaten. Je ziet het in de foto’s bij het fragment terug: voor Welles was een schurk een schurk en een diva een diva. Een schurk met een trauma dat alleen boven water komt in de armen van die ene vrouw die hem afblaft omdat zij hem aan zijn te vroeg gestorven moeder doet denken, lijkt te complex voor de door Welles omschreven acteur.
In deze tijd is Welles’ theorie onhoudbaar. Wij willen multidimensionale mensen en diepe donkere lagen. Zowel in ons privéleven als op het toneel. De ideale man is voor ons stoer, maar heeft ook een gevoelige kant. De ideale vrouw is lief en zorgzaam, maar wild als een beest in de slaapkamer. Compleet met een bescheiden collectie aan handboeien en pornofilms. Wij willen lange gesprekken bij kaarslicht waarin we onze duistere kanten, onze diepste verlangens en onze meest onverwachte grappen kunnen uitproberen. Maar wel allemaal verenigd in één persoon. Dit ideaalbeeld willen we terugzien in onze acteurs, zowel in de film als op het toneel. Voor ons telt de persoonlijkheid meer dan het personage. Dat verklaart de opkomst van de supersterren, de ideale persoonlijkheden die herkenbaar zijn in alle rollen, en daar een persoonlijke draai, een interpretatie aan geven. We zijn onvermoeibaar geïnteresseerd in deze mensen, volgen hun privéleven en denken hen zo te kennen. Maar het tegendeel is waar.
In het theater is dit principe zichtbaar bij groepen als Discordia en ’t Barre Land, die als zichzelf op het toneel staan en daar de tekst brengen van iemand waarin zij zich zouden kunnen verplaatsen, maar waartegen zij zich ook kunnen afzetten. Zo wordt de acteur een complex en interessant mens met een visie die wij bewonderen. We vermoeden achter een gesproken tekst een personage, maar krijgen die nooit compleet te zien: deze acteurs zijn wel intelligenter dan dat. Het Discordiaans principe heeft veel jonge volgelingen zoals het Vlaams/Nederlands acteurscollectief Wunderbaum en de winnaars van de Paradeparel 2009: Dag 1.
De acteurs, regisseurs, makers - want ze zijn alles in één - zijn soms intelligent, soms grappig, soms gevoelig, maar hebben altijd een zekere afstand van het personage, zodat wij blijven raden wie erachter zit. Wat vindt deze acteur zelf? Wie is hij? Wat wil hij? We vermoeden het maar weten het nooit zeker. Deze makers zijn een soort supersterren met een verdekte maar zeer aanwezige binnenkant. Zij hebben niets van zichzelf achtergelaten in de kleedkamer, en toch laat hun aanwezigheid alles te raden over. Orson Welles heeft afgedaan. De acteurs hebben hun werk mee naar huis genomen. Alleen in de bioscoop en op de vlakke vloer: onze complexe, eenentwintigste-eeuwse mens.