Sjoerd houdt niet van mens-erger-je-nieten. Hij is doodsbang voor het burgerlijk bestaan van doorzichtige koffie, trillende kinderhuigjes en vlees in huishoudfolie. In onze door-en-door geplande samenleving zoekt hij naar een uitweg. Een pleidooi voor de avontuurlijkheid.
Doodsbang ben ik voor het burgerlijke bestaan. Doodsbang voor copieuze ontbijttafels met be-E-nummerde waldkornbollen, mager rookvlees in huishoudfolie, tot de bodem doorschijnende filterkoffie en doodsbang voor het uitzicht op trillende huigjes van krijsende kinderen. Zoals dat gaat met angsten, zal ook deze ooit werkelijkheid worden, toch weet ik dat moment nog altijd uit te stellen.
Tegenwoordig bestaan er nauwelijks avontuurlijke beroepen meer. De noeste Jan, Pier, Tjoris en Corneel zijn vervangen door een imposante knopjescabine. De handelsreiziger die angstig met paard en wagen door behekste bossen trekt, is nu een truckchauffeur met indrukwekkende snor, die slaperig doorjakkert over zijn vervreemdende asfaltzee. Met het humanisme steeg de waarde van een mensenleven. Met de vooruitgang kwam het onzinkbare schip, de risicoanalyse en de arbowet. Ik zou de laatste zijn om de terugkeer van het radbraken, de oorlogen, de onverzekerde bedrijfsongevallen en de hongersnood te eisen. Toch heeft de toename van de veiligheid het totaal aan avontuur in onze samenleving verlaagd. Dat is niet erg voor de mensen die graag achter de geraniums mens-erger-je-nieten, maar zelf krijg ik er de kriebels van.
27.724 km per uur
Waaghalzen zijn er nog steeds. Zoals Steve Fossett die opstijgt met zijn single engine Citabria Super Decathlon, daarna in het niets verdwijnt en van wie jaren later een tweetal botten en een identificatiekaartje worden teruggevonden. Maar ook de astronauten die maanden doorbrengen in het metalen kippenhok ISS, dat met een duizelingwekkende snelheid van 27.724 kilometer per uur rond de aarde tolt. En zeilmeisje Laura, de piepjonge bakvis die in haar Guppy de wereld rondvaart en onderweg halsbrekende toeren uithaalt die de Nederlandse huisvrouwenmaffia collectief een hartaanval bezorgen. Het zijn moderne Houdini’s die onder massale publieke aandacht net wel of net niet ten onder gaan.
De wat gewonere kitesurfers, de parachutespringers en de bungee- of basejumpers zijn ook erfgenamen van de helden van vroeger. De mensen die voor eventjes willen ontsnappen, de mensen die méér willen, die nieuw willen, waarvoor stilstand achteruitgang is. Het zijn degenen voor wie het gewone een lijdensweg door dorpskernen en kantoorbanen is, die onvermijdelijk eindigt in teleurstelling, of erger, in depressie.
Om mijzelf zo’n droevig noodlot te besparen heb ik drie jaar geleden mijn goedbetaalde kantoorbaan opgezegd en doe ik alleen nog wat ik zelf wil. Dat was even zoeken, want ik ben geen waaghalzende brokkenpiloot die, uitzinnig van vreugde, zo laag mogelijk over bergkammen scheert. Ook hoef ik niet zo nodig uit vliegtuigen of van wolkenkrabbers te springen of op een balanceerkoord tussen twee betonreuzen te balanceren. Ik zou mijzelf nooit vergelijken met deze echten helden: dat waar ik eventueel de dood bij kan vinden, is misschien wel avontuurlijk, maar vermijd ik desondanks graag.
Sinds anderhalf jaar vlieg ik als internationale koerier. De paljas vraagt nu: ‘oh,’ – stilte – ‘drugskoerier?’, maar niets is minder waar. Het gaat om suffe dingen als papieren, fabrieksonderdelen, vergeten props voor films, elektronica, geheime prototypes en een enkele keer iets als een kloppend donororgaan of een levensreddend medicijn. Meestal krijg ik één uur van tevoren een sms, zoals gisteren rond vieren: Aanvraag Glasgow - Shanghai. 17:00 uur Schiphol, zondag terug, langer verblijf mogelijk. Een sms waar ik ‘ja, zeven dagen graag’ op heb geantwoord, zodat ik dit opschrijf op het vliegveld van Bangkok terwijl ik geen idee heb hoe mijn reis verder zal verlopen.
Planfanaat
Laatst ontmoette ik iemand die zei meer plezier te beleven aan de voorbereiding van zijn vakantie dan aan het reizen zelf. Prachtig en menselijk. Het heeft ook iets Hollands, de cost gaet voor de baet uyt. Zelf ben ik nooit een voorbereider geweest, in niets eigenlijk, het liefste laat ik de dingen gebeuren en dan zie ik wel waar het schip strandt. Dat het niet altijd even praktisch is, dat weet ik ook wel. Hoe ouder ik word hoe schaarser mijn tijd en geld lijken, dus als ik iets leuks wil doen, dan kan ik er maar beter voor zorgen dat het zo plezierig mogelijk is. En dat is dan ook meteen de adder onder het gras. Zo schreef Barry Schwartz in The Paradox of Choice:
Autonomy and freedom of choice are critical to our well being, and choice is critical to freedom and autonomy. Nonetheless, though modern Americans have more choice than any group of people ever has before, and thus, presumably, more freedom and autonomy, we don't seem to be benefiting from it psychologically.
De hoeveelheid keuzes die de planfanaat moet maken alvorens op reis te gaan, is zo overweldigend, dat hij tijdens de reis met het gevoel blijft zitten dat hij de verkeerde keuze heeft gemaakt. Er blijft altijd een plek onbezocht; elders is meer cultuurshock, meer avontuur, meer zonplezier of meer vakantieliefde te scoren. Bovendien zei Shakespeare al: "Welk paard legt met hetzelfde vuur, dezelfde draf, een weg af die hij al eens heeft afgelegd?" Een van de oorzaken van de depressie-epidemie die inmiddels ook 17 procent van de Nederlanders treft, betoogt Schwartz, is: hoe meer keuzes we hebben, hoe ongelukkiger we zijn. Waaruit volgt: hoe groter de voorbereiding, hoe meer het voorbereide tegen zal vallen. De voorbereiding is een teleurstelling verpakt in glimmend cellofaan.
Slecht nieuws voor perfectionisten.
Rubberen ringen in Shanghai
Een internationale koerier kan zich daarentegen onmogelijk voorbereiden. Vaak ben ik blij als ik mijn sokken niet vergeet. Mijn paspoort, mijn inentingenboek, mijn rode OBC jas en mijn koerierinstructies liggen altijd bij elkaar. Met enig geluk heb ik tussen het inchecken van mijn bagage, het wachten op de security en het rennen naar de gate voldoende tijd om op Schiphol een reisgids te kopen. Dan kan ik me onderweg inlezen over de geschiedenis en de gebruiken van een land, zodat ik bij aankomst niemand beledig met het lokale equivalent van iemand in zijn gezicht spuwen. Zo is het in China gebruikelijk alles met twee handen aan te nemen (of te geven), maar in ieder geval met de linkerhand de rechterarm arm aan te raken. Als je een visitekaartje krijgt bestudeer het dan, steek het daarna pas weg en overhandig altijd je eigen kaartje, anders is het een belediging en een teken van desinteresse en onbetrouwbaarheid.
De reizende accountants stappen nu vast op hun zeepkisten om luidkeels het voorbereidingsevangelie te verkondigen: "Zie je nu wel! Ook die avontuurpretentieuzen lezen over het land waar ze heen gaan!" Er is echter een duidelijk verschil tussen enerzijds interesse, lezen over gebruiken, over cultuur en over geschiedenis en, aan de andere kant, het uitpluizen van reispaden, verzekeringen, hotels, bestemmingen en bezienswaardigheden. Bovendien zijn mijn voorbereiding en keuzevrijheid sowieso zeer beperkt, want over een paar uur land ik in China.
Voor mij is het moment, het hier en nu, belangrijker dan de toekomst. De angst om iets te missen, een fout te maken, niet perfect te zijn, leidt af van het nu en gijzelt mijn verwondering.
Hier, op het vliegveld in Bangkok, roept de intercom mijn vlucht om. Boarding. Over een paar uur ben ik in Shanghai met een grote doos rubberen ringen, die ik bewaak alsof het in het geheim gemaakte microfiches zijn. Shanghai ken ik al, dus ik ga de omgeving verkennen. Ik sla mijn minilaptop dicht, zet de doos op mijn schouders en vertrek. Een avontuur valt niet te plannen.
--
Dit is een gastbijdrage van Sjoerd Jurkovich (Amsterdam, 1976). Hij is internationaal koerier en schrijft over zijn avonturen.