Het is een veelgehoord advies: je moet goed naar je lichaam luisteren. Maar soms zijn al die signalen zo saai, en is de buitenwereld veel leuker. Een paar weken geleden zat ik een audio-interview te editen en het ging zo lekker, dat ik uren achter elkaar in opperste concentratie naar het scherm bleef staren, zonder te eten, te drinken of naar de wc te gaan. En oké, ik had ook niet gedoucht, maar dat kwam doordat ik geen tijd had om de boiler te repareren.
Natuurlijk werd ik hierna ziek. Het is ironisch dat ik de uren die ik win door blind door te werken, uiteindelijk toch altijd weer moet inhalen door uitgeteld op de bank te liggen. Je kunt de tijd niet verslaan.
Met name het negeren van de stoelgang kwam me duur te staan. Het is onzin om te doen alsof ‘ik’ en ‘mijn lichaam’ twee verschillende entiteiten zijn. Wetenschappers noemen het maagdarmstelsel de laatste jaren ook wel ‘het tweede brein’. Dit negen meter lange kanaal bevat honderd miljoen neuronen, en blijkt ingenieuzer en invloedrijker te zijn dan we altijd dachten. Spanning kan ons buikpijn bezorgen, maar nu blijkt ook dat het andersom werkt: de processen (‘gedachten’) in onze darmen beïnvloeden onze gemoedstoestand.
De dokter bekeek de röntgenfoto’s van mijn buik en zei: ‘Bingo! Een ernstige verstopping’. Toen hij mijn gepijnigde blik zag, verborg hij zijn triomfantelijkheid snel weer. ‘Goed. Dat is onprettig.’ Maar toen hij de behandeling uitlegde, kon hij zijn opwinding opnieuw niet bedwingen. ‘We gaan je grondig laxeren. We gaan je helemaal leegmaken. Dat zal goed voelen!’ Hij wreef nog net niet vergenoegd in zijn handen.
Bij de apotheek was het heel stil. De Marokkaans-Nederlandse vrouw weigerde me aan te kijken en begreep mijn recept niet. ‘Dit is voor een darmonderzoek?’, vroeg ze iets te hard. Ik haatte haar, en schaamde me daar meteen voor vanwege haar hoofddoek – ik probeer als progressieve intellectueel juist altijd extra aardig tegen minderheden te zijn. Zonder verdere uitleg gaf ze me wat poederzakjes mee van een ander merk dan op het recept stond. Maar een apotheek is zo’n saai instituut dat je niet verwacht dat ze een fout kunnen maken.
De zakjes maakten het alleen maar erger. Ergens in mijn darmen stond Gandalf uit The Lord of the Rings met zijn staf op de grond te stampen: YOU! SHALL! NOT! PASS! Ik liep de hele dag te kreunen en schuifelde als een verkrampt oud mannetje door het huis. De volgende dag begon het weekend, het deel van de week wanneer kleine medische klachten de tering kunnen krijgen.
Ik heb tijdens depressieve periodes vaak nagedacht over het concept van loslaten. Hoe besluit je om iets wat je dwars zit, te laten gaan? Maar in het geval van je tweede brein is het allemaal wat concreter. Er zat iets in de weg dat ik had genegeerd, en ik kon precies voelen waar het zat.
Na de marteling van het weekend kon ik eindelijk het goede middel halen. De sessie zou vijf uur duren. ‘s Avonds dronk ik de twee liter water met chemische aardbeiensmaak, en een liter koude rooibosthee. Na een uur voelde ik me een verdronken lijk dat opgezwollen uit het water is gevist. Klotsend als een waterbed bracht ik het zoveelste glas naar mijn lippen. Na twee uur begon het grote loslaten. De rest van de nacht rende ik elke tien minuten tussen de bank en de wc heen en weer en zag ik mijn spanning en zorgen in waterige explosies voorbijkomen.
Ik zweer dat ik vanaf nu echt altijd zal luisteren. Naar mijn eerste, tweede of fucking zesde brein. Het spijt me dat ik ongehoorzaam ben geweest, het spijt me zo.