Soms verlang ik terug naar de tijd dat Facebook nog een onschuldig medium was waarop iedereen zijn of haar dagelijkse beslommeringen deelde, zonder dat dit een kettingreactie aan likes moest opleveren. Misschien ben je het vergeten, maar er was een tijd dat er geen like-knop bestond, en dat is niet eens zo heel lang geleden. Voor februari 2009 kon je zonder verdere verwachtingen of publiekelijke vernederingen (nul likes!) vertellen over de nieuwe schoenen die je had gekocht of naar welk verjaardagsfeestje je zou gaan. Hoeveel mensen hier hun duimen bij opstaken, bleef in het ongewisse. In mijn gedachten was de zaal natuurlijk altijd uitverkocht, maar hoe dicht dit idee bij de waarheid lag, deed verder niet ter zake.
Vrienden plaatsten berichtjes als sms’jes op je wall (“Hoe gaat ie?”), waar je gewoon op kon reageren zonder dat je volgers hier meteen een openbaar waardeoordeel over konden hebben. De inhoud van die kattebelletjes was van een totaal andere strekking dan tegenwoordig. Facebook lijkt nu verworden tot een verwijzend platform. Het verwijst naar nieuwe YouTube-hits, oude trends, niet te missen events en sinds kort zelfs puur commerciële pagina’s. ‘Etos winacties!’ en ‘Zalando’s hippe sneakers’ staan tussen de nieuwe profielfoto’s of scriptieaanmoedigingen.
Niet alleen bedrijven gebruiken Facebook om hun merkwaarde te doen stijgen, met de vrij recente ontwikkeling van de omslagfoto is ook je persoonlijke profiel een volwaardig reclame-uithangbord geworden van het merk ‘Jij’. Alleen je hoofd in de vorm van een PP (profile pic) is niet meer voldoende. Een derde van je eigen pagina moet nu gevuld worden door een door jou uitgezochte afbeelding, waardoor bezoekers (geen ‘vrienden’ maar ‘klanten’) meteen kunnen zien wat jij wilt uitstralen. Het plaatje wordt verder ingevuld door de evenementen waar je naar toe gaat, de foto’s waarin je wordt getagd en de links die je deelt.
Illustratie: Aart-Jan Venema
Onlangs was ik jarig, en daarbij hoort sinds een aantal jaar een Facebookmuur met een eindeloze hoeveelheid verjaardagswensen. En de schuldgevoelens wanneer je niet reageert op elk individueel berichtje. Toen ik voor het eerst overspoeld werd met al deze virtuele verjaardagsliefde, was ik oprecht gevleid. Geheel volgens de Facebook-etiquette klikte ik bij elke felicitatie op het opgestoken duimpje en plaatste ik ook nog een bedankberichtje dat ook weer massaal geliked werd en beantwoord met nog meer verlate verjaardagsgroeten. Als ik dit jaar niet geëerd zou zijn met gekke, kekke plaatjes van oma’s in slagroomtaarten en ‘Yessss, gefeli!’-berichtjes, zou ik me gepasseerd hebben gevoeld, zo ijdel ben ik ook wel weer. Maar aan het doorgedraaide liken van likes doe ik niet meer mee.
Natuurlijk had Facebook vanaf het begin al een zweem van zelfpromotie om zich heen en was het altijd al een publiekelijke populariteitswedstrijd, net als het leven zelf. De like-knop en omslagfoto, en de commerciële en promotionele functie van het ‘sociale’ netwerk maken dit slechts geraffineerder en geavanceerder. Ik heb niet de illusie dat ik hier zelf niet aan mee doe; de link naar deze column zal ik prominent op mijn profiel plaatsen, in de hoop op een oneindig aantal likes. En ook de mensen die mij virtueel feliciteerden zal ik terug feliciteren wanneer zij jarig zijn, met de verwachting dat we elkaar voor de rest van ons leven blijven feliciteren. Aan de waslijn met kerstkaarten die mijn moeder vroeger in de kamer spande, zag ik liever ook geen lege plekken.

Noor Spanjer (Amsterdam, 1982) is freelance journaliste en mediawetenschapper. Als nieuwerwetse minstreel is zij altijd op zoek naar persoonlijke verhalen en daarnaast is ze ideologisch inzetbaar voor feministische zaken en andere nature-nurture kwesties.

Aart-Jan Venema is freelance illustrator en verhalenverteller. Hij werkt onder andere voor NRC.next, de Groene Amsterdammer en hard/hoofd.