Soms zou ik een handige man willen zijn. Of liever nog: hebben. Een man die voor alle klusjes een oplossing weet en ze onverwijld uitvoert. Zo’n man heb ik niet en daar valt over het algemeen goed mee te leven, totdat – bijvoorbeeld – de vaatwasser het begeeft.
Een nieuwe kopen is geen probleem. Vier muisklikken op internet en ik ben een machine rijker. Virtueel gesproken dan. Nu moet hij nog bezorgd worden. Betalen kan achteraf. In de voorwaarden staat dat de oude machine zal worden meegenomen, mits deze ontkoppeld is. Daar heb je het gedonder. Hoe doe je dat?
‘Bied ze een tientje,’ zegt mijn geraadpleegde zwager door de telefoon, ‘dan doen zij het wel voor je. Paar schroefjes en een slangetje losmaken. Stelt niks voor.’
Op de bezorgdag klimmen drie jonge mannen behendig mijn trap op en schuiven het apparaat de keuken in.
‘Daar,’ wijs ik de plek waar hij moet komen te staan.
‘Maar daar staat de oude nog!’ sputtert de kleinste.
‘Klopt,’ zeg ik. ‘Die wippen jullie er zo uit, toch?’
‘Nee mevrouw, daar beginnen we niet aan.’
De langste - een jonge uitvoering van Ruud Gullit in een wolk van aftershave – klinkt onvermurwbaar. ‘Come on’, begin ik joviaal. ‘Een paar schroefjes en een slangetje losmaken, wat is dat nou voor moeite? Ik wil er best voor betalen.’
Een keiharde ringtone kapt ons af. Telefoon voor Gullit. Hij verdwijnt naar de gang. Dat gaat nog wel even duren. Intussen hangen zijn maten tegen mijn aanrecht en inspecteren hun telefoons. ‘Kom op,’ zeg ik weer. ‘Jullie kunnen toch wel even die machine ontkoppelen? Dan pak ik intussen de nieuwe uit.’
‘Nee mevrouw,’ zegt de een. De ander blijft verdiept in zijn telefoon. ‘In de voorwaarden staat…’
‘Weet ik,’ zeg ik. ‘Maar wijs me dan waar die slang zit. Dan doe ik het zelf!’
‘Dat kost te veel tijd, mevrouw. Eerst moeten de schroefjes eruit en …’
Gullit komt weer binnen. Onze discussie is blijkbaar gesloten: hij duwt me pen en papier onder mijn neus; of ik mijn handtekening maar wil zetten.
‘Helemaal niet,’ zeg ik. Mijn vuisten willen bonken, wurgen, maar ik houd mij in. ‘Neem dat kreng maar mee terug. Ik hoef het niet.’
‘Wat u wilt.’
En daar gaan ze weer, sneller dan ze gekomen zijn. Keuken uit, trapje af, voordeur door.
Dag vaatwasser.
‘Alle woede jegens een ander keert zich uiteindelijk tegen jezelf,’ zei mijn therapeut toen ik in scheiding lag. Ter verduidelijking hief hij een beschuldigende wijsvinger en wees mij op zijn drie andere vingers, die zich automatisch tegen zijn handpalm kromden, richting zichzelf.
Dat is vijftien jaar geleden. Ik heb nog maar weinig geleerd.
Trudy Kunz werd in de jaren tachtig en negentig bekend door haar werk voor Libelle en Marie Claire. Voor Plus Magazine was zij bijna vijftien jaar columniste. Zij publiceerde meerdere interviewbundels en in 2013 verscheen haar eerste roman, Kroniek van een bange liefde. Als pensionado zonder pensioen verdeelt zij haar tijd, net als daarvoor, tussen schrijven, schilderen en ander (on)nuttigs.
Reinout Dijkstra is illustrator uit Zwolle. Hij maakt tekeningen, schilderingen, foto's en soms ook nog een klein tekstje. Zijn werk is geaard in zijn eigen ervaringen, hij geniet van dingen als lichtval, kleur en is niet vies van een grapje.