Voor het operabezoek aten we bij de Italiaan op de Leidse Koornbrug. Het was er druk en iedereen zat vol verhalen. Met moeite kwamen wij met de onze boven die van de buren uit. Daar zat een oude moeder beleefd naar haar twee dochters en schoonzoon te luisteren. ‘Hij had een galadag’, schreeuwde dochter één tegen haar moeder. ‘Dus hij moest eerst feesten in Amsterdam en daarna meteen door naar Brazilië.’ ‘Hij’ was haar man, die er wat afwezig bij zat, maar op de juiste momenten instemmend knikte. ‘Gaaf jasje!’ wisselde zijn vrouw, naar haar zuster wijzend, van onderwerp. ‘Nieuw?’
‘Ja’, antwoordde de zus. ‘Ik heb een dagje langer in Milaan gezeten, vanwege de mist, dus kon ik nog even shoppen!’ Ineens werd haar zwager wakker. ‘Wij gaan misschien een boot kopen in Brazilië’, deelde hij mee. ‘Ik heb daar zeiljachten gezien – echt ongelooflijk.’ De moeder, met haar frêle lijfje, leek niet onder de indruk van al dit levensgeluk en glimlachte onverstoorbaar boven haar glaasje bubbels.
Intussen lieten wij ons de linguine met verse truffel smaken en probeerden ons hoofd bij ons eigen tafelgesprek te houden. Daarin draaide het al vanaf de antipasto om de vrije wil. Bestaat-ie of bestaat-ie niet? We hadden nog een kwartier om de zaak op te lossen; om acht uur begon de opera. Daarbij hielp het niet dat ze aan onze buurtafel inmiddels waren aangekomen in Valencia – een stad die, zoals wij konden vernemen, hard op weg was Barcelona van haar eerste plaats op de lijst van favoriete stedentrips te verdringen. Het was dan ook jammer dat mama sinds de dood van papa niet meer reisde, aldus de schoonzoon, want nu wist ze niet wat ze miste. ‘Ja, écht mam!’ snoefde zijn vrouw, ‘vooral als je het combineert met een tocht door het binnenland, langs die paradores…’
Op dat moment moest mama even naar de wc. Zij ving mijn blik. Ik knikte haar bemoedigend toe. Misschien hielp het.
Wij kwamen er niet uit, met onze vrije wil, en begaven ons goedgemutst naar Neerlands oudste Schouwburg. Onderweg kwam en passant de aanstaande reis naar Zuid-Afrika van een van ons ter sprake, plus de vraag in hoeverre daar nu wel of niet de beste wijndruiven van de hele aardbol werden verbouwd. Maar toen was de tijd echt om en lieten wij Händels liefdesopera Acis en Galatea zwijgend over ons heen komen.
We zagen Galatea in zwijm vallen voor Acis en Acis voor Galatea, waarna beiden in een gelukzalig duet uitbarstten: ‘Happy we, happy we, happy we’. Dat kon natuurlijk niet goed aflopen. Kijk, daar had je het al: een verraderlijk, eenogig monster dreigde roet in het eten te gooien. ‘Arm paartje, straks gaat alles mis, omdat geluk niet blijvend is’, waarschuwde het herderskoor – helaas tegen dovemansoren, want het paartje bleef maar zingen en springen van happy we, happy we, happy we.
En plotseling voegden voor mijn geestesoog ook de dochters, de schoonzoon en alle andere talking heads van vanavond zich zingend en dansend bij hen. Zij haakten de armen in elkaar en zongen om het hardst hoe gelukkig zij waren. En hoe luider ze zongen en hoe uitzinniger ze over elkaar heen buitelden, hoe dover en blinder ze leken te worden voor het grimmige beest dat al die tijd boven hun hoofden met zijn rotsblok zat te zwaaien – klaar om ze allemaal te verpletteren.

Trudy Kunz werd in de jaren tachtig en negentig bekend door haar werk voor Libelle en Marie Claire. Voor Plus Magazine was zij bijna vijftien jaar columniste. Zij publiceerde meerdere interviewbundels en in 2013 verscheen haar eerste roman, Kroniek van een bange liefde. Als pensionado zonder pensioen verdeelt zij haar tijd, net als daarvoor, tussen schrijven, schilderen en ander (on)nuttigs.

Reinout Dijkstra is illustrator uit Zwolle. Hij maakt tekeningen, schilderingen, foto's en soms ook nog een klein tekstje. Zijn werk is geaard in zijn eigen ervaringen, hij geniet van dingen als lichtval, kleur en is niet vies van een grapje.