Wij in de westerse wereld zijn een jaar of dertig voor de kat z’n kier aan het joggen geweest. Minstens twee keer per week gingen we naar de sportschool om daar op de band te lopen, te spinnen of de zumbales te volgen omdat dat vasculair gesproken beter was. Nu blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, The Lancet schreef erover, dat dagelijks wat vaker de trap nemen en een extra rondje met de hond lopen al voldoende is om niet op je 55ste neer te storten als gevolg van een fatale kwaal.
Zelf heb ik mij op mijn 57ste in een weddenschap laten uitdagen tot deelname aan de tien kilometer lange Vondelparkloop. Die loop ging, dankzij degelijke trainingsbegeleiding, heel goed, maar o boy, daarna. Het gevolg was een onduidelijke blessure met pijnen die nooit meer helemaal zijn verdwenen.
Ik bedoel maar, we lieten ons gek maken.
Wat een opluchting nu: de loopschoenen en trainingsoutfit kunnen op de bovenste plank in de kast, de hartslagmeter ernaast. De mensen die een kick krijgen van afzien in blubber, regen en wind, van rennen door mul zand en fietsen op de oververhitte flanken van Franse gebergten, zullen weer worden wat ze waren. Een beetje excentriek, uitzonderlijk. Zo heb ik een vriendin die nu vijftig jaar aan hardlopen doet en die echt heel chagrijnig wordt als ze niet een paar keer per week haar vijftien kilometer kan lopen. Dat zit er bij haar gewoon ìn.
Ik heb dat niet. Ik hou helemaal niet van afzien. De wetenschap heeft mij nu een stempel van goedkeuring gegeven. De clou van de nieuwe wetenschap is dat niet alleen is gekeken naar welke winst beweging brengt, maar vooral wat stilzitten met het lichaam doet. Je hoeft niet meer enorm sportief te zijn, het gaat er maar om dat je niet te lang op je kont zit.
Volgens mij is het de eerste keer dat voortschrijdende inzichten van bewegingsgeleerden leiden tot minder plichten in plaats van meer. De norm dat je je voor je gezondheid dagelijks minstens een half uur (ooit een heel uur) flink moet inspannen, zal mogelijk worden herzien. Mijd de lift, ga lekker op hoog tempo de bedden verschonen, sleep wat vaker met een kratje bier en het risico op vroegtijdig overlijden daalt gelijk.
Voor de rest moet je gewoon elk half uur even opstaan en door je huis of het kantoor slenteren, volgens de geleerden. Dat las ik in een Volkskrantverhaal over het nieuwe bewegen, waarbij een graphic stond met daarin het energieverbruik van de dagelijkse activiteiten in en om het huis.
Zo heeft de term stuf zijn intrede gedaan. Een stufje was vroeger een gummetje, in de jaren zeventig stond stuff gelijk aan hasj. Nu staat stuf voor ‘stand up for fitness’. De Utrechtse hoogleraar obesitaspreventie Stef Kramer maakt er een werkwoord van: stuffen. Stuffen is om de zoveel minuten wat doen met je lijf. Dondert niet wat.
“Even stuffen hoor,” zeggen wij thuis nu geregeld. Als we thee gaan zetten bij voorbeeld. Ook wil ik wel eens zomaar, tijdens het nieuws, in de lucht gaan fietsen of een beetje springen met wiekende armen. Ik heb ook geprobeerd met de wasmand op mijn hoofd de trappen op en af te lopen - de stufwinst zou fenomenaal zijn, maar daar ging iets fout.

Loes de Fauwe is journalist en oud-verslaggever van Het Parool. Ze publiceerde twee boeken, Kasba Holland (met Arthur van Amerongen) en Een moeilijke jeugd. Sinds Loes afscheid nam van de krant verheugt ze zich in haar bestaan als gepensioneerde. Zonder plichten, zonder wekker, maar nog steeds met een nieuwsgierige blik op de wereld.

Lisa-Marie van Barneveld is editorial illustrator. Ze houdt van korte deadlines en moeilijke onderwerpen. Haar geheime superkracht is meer verf op haar handen/kleren/tafel/kat krijgen dan op het papier.