Wie, zoals ik, geboren is op 28 juli 1947 en op diezelfde datum in 2017 ’s ochtends de ogen opendoet, is ‘het nieuwe vijftig’. Zeg maar gerust zeventig. Ik wrijf in mijn ogen, kijk hoe laat het is, val terug in mijn kussen en wens mezelf geluk. Iemand moet de eerste zijn. Het feest is morgen pas. Vandaag ben ik alleen.
Twintig jaar geleden, toen ik het oude vijftig werd, ontwaakte ik weer eens met de blues. Birthday blues was ik ze gaan noemen, omdat ze me opvallend vaak op mijn verjaardag kwamen bezoeken. Ik wist van tevoren wat ze me, naar het kussen naast mij wijzend, gingen toebijten: ‘Alwéér een jaar ouder! En, is er al iets veranderd?’
Op het kussen naast mij lag toen een vertrouwd en dierbaar hoofd. Een vredige aanblik, maar dat leek maar zo. Tussen het hoofd en het mijne sliep al jarenlang de duivel en dat had niets met twee geloven te maken. Van alles waar het wel mee te maken had, was na eindeloze gesprekken nog geen milligram opgelost.
Wasted words, only wasted words. Oh Lord, let the good times come. Ze hadden gelijk, mijn birthday blues. Er moest iets gebeuren.
Omdat vrijwel iedereen op vakantie was, vierden we mijn oude vijftigste een maand later, op 31 augustus 1997. Op het moment dat we die nacht tegen half 1 onze laatste gasten uitzwaaiden, knalden prinses Diana en haar vriend Dodi met fatale afloop tegen een pilaar van een Parijse tunnel.
Toen wist ik het zeker.
Veel verjaardagen volgden elkaar daarna op, de een nog sneller dan de andere. De blues kwamen me nog wel bezoeken, maar sinds het kussen naast mij leeg was, leek hun belangstelling iets af te nemen. Bovendien kregen zij concurrentie van een stel nieuwe vrienden, die niet alleen op mijn verjaardag maar vrijwel alle dagen van het jaar bij me over de vloer kwamen. Het zal rond mijn zestigste zijn geweest dat ik ze ’s ochtends bij het tanden poetsen ineens om me heen voelde, of liever: herkende. The good times! Daar waren ze. Eindelijk.
Ze waren gekomen zonder kabaal te maken. Ze zagen er anders uit dan ik me had voorgesteld. Kalmer. Ingetogener. Ze vroegen niks en ze wilden niks. Ze jengelden niet de hele tijd aan mijn kop van: word nou toch eens anders, beter, sterker. Ze hadden er blijkbaar vertrouwen in en lieten me begaan. De goede tijden hadden genoeg aan zichzelf en hoopten voor mij hetzelfde.
Dus jullie zijn welkom vandaag, birthday blues. Maar om teleurstelling te voorkomen: er is weinig meer om je tanden in te zetten.

Trudy Kunz werd in de jaren tachtig en negentig bekend door haar werk voor Libelle en Marie Claire. Voor Plus Magazine was zij bijna vijftien jaar columniste. Zij publiceerde meerdere interviewbundels en in 2013 verscheen haar eerste roman, Kroniek van een bange liefde. Als pensionado zonder pensioen verdeelt zij haar tijd, net als daarvoor, tussen schrijven, schilderen en ander (on)nuttigs.

Reinout Dijkstra is illustrator uit Zwolle. Hij maakt tekeningen, schilderingen, foto's en soms ook nog een klein tekstje. Zijn werk is geaard in zijn eigen ervaringen, hij geniet van dingen als lichtval, kleur en is niet vies van een grapje.