Binnenkort loopt er nog maar één soort postbode door de straat: die van PostNl. Dit bedrijf schijnt zijn belangrijkste concurrent, Sandd, te hebben opgekocht, in de hoop een snel naderende ondergang te kunnen afwenden.
Zou de marktwerking haar langste tijd gehad hebben? Ik mag het hopen. Politiek gezien lag ik er niet van wakker, economisch ietsje meer, maar wat mij vooral verontrustte was de negatieve invloed ervan op mijn humeur. Neem de meest verfoeilijke van al haar uitvloeisels: de telefonische colportageterreur. Daar werd ik een ander, slechter mens van.
Het is vijf uur ’s middags. Ik krijg eters en klop eiwitten in een kom. Het recept maant: ‘voeg rustig suiker toe’. Ik bén rustig. Totdat de telefoon gaat.
‘Hallo, met Trudy Kunz.’
Een jonge mannenstem: ‘Heb ik het genoegen te spreken met meneer of mevrouw Kunz?’
Ik maak mijn stem nog iets hoger: ‘Wat denkt u zélf?’
‘Eh …’
‘Ik heb niks nodig meneer’, zeg ik bits, ‘goedemiddag.’
Lange tijd was ik op weg een lieve, welwillende bejaarde te worden, maar dit soort ongevraagde verkooptelefoontjes maakt van mij alsnog een heks. Dat ze andere oude vrouwtjes zo gek krijgen van provider of zorgverzekeraar te veranderen moeten zij weten - ík heb ze nog goed op een rijtje en kap zo’n gesprek al af voordat het begonnen is.
Totdat ik een blaaskaak tref die het geraffineerder aanpakt.
‘Heb ik het genoegen …?’
Ik snauw hem op de bekende wijze af.
‘Maar, eh … u weet nog helemaal niet wat ik ga zeggen’, stamelt hij verbouwereerd.
‘O nee?’, zeg ik, ‘u wilt mij iets aansmeren waar ik geen enkele behoefte aan heb.’
‘Als het u niet uitkomt bel ik u met alle plezier op een ander moment terug’, klinkt het allervriendelijkst.
‘Doe dat!’, blaf ik, ‘goedemiddag.’
Tot mijn verbazing belt hij de volgende dag weer. Ik herken zijn dictie. Wat een volhouder. Een mengeling van schuldgevoel en bewondering maakt dat ik deze keer wél luister. Als ik het goed begrijp wil hij me namens mijn huidige energieleverancier wijzen op een goedkopere variant van mijn abonnement. Dat is sympathiek, al voel ik een verpletterende moeheid opkomen zodra hij woorden als transport, netbeheerder en leveringsdeel over me uitstort. Na tien minuten hoor ik al niet meer wat hij zegt. Ik zou het liefst ophangen maar hij moet nog een vragenlijstje met me doornemen. Als ik nog drie keer ‘akkoord’ zeg ben ik van hem af.
Ja, wel van hem, maar nog lang niet van de gevolgen. Uit de eerste bevestigingsmailtjes die binnenkomen blijkt dat ik er met blote voeten ingetrapt ben. Ik zit ineens bij een nieuwe energieboer die niet alleen veel duurder is, maar door welk geintje ik ook nog eens een forse boete moet betalen aan de oude. Wegens contractbreuk, mevrouwtje.
Drie brieven en vijf telefoontjes later is de boel gelukkig weer teruggedraaid.
Dat laat onverlet dat ik die hele markteconomie graag persoonlijk de nek omdraai. En wel nu.
Trudy Kunz werd in de jaren tachtig en negentig bekend door haar werk voor Libelle en Marie Claire. Voor Plus Magazine was zij bijna vijftien jaar columniste. Zij publiceerde meerdere interviewbundels en in 2013 verscheen haar eerste roman, Kroniek van een bange liefde. Als pensionado zonder pensioen verdeelt zij haar tijd, net als daarvoor, tussen schrijven, schilderen en ander (on)nuttigs.
Rosanne van Leusden is illustrator, wonend en werkend in Amsterdam.