De Oud-Hollandse uitdrukking ‘rang is alleen rang als er rang op staat’ gaat echt niet overal voor op. Zo is het onlangs verschenen IRM volledig gecomponeerd, geproduceerd en gemixt door eeuwig wonderkind Beck Hansen en bespeelt hij samen met zijn vaste band alle instrumenten op het album. Je zou al met al dus geneigd kunnen zijn te spreken van ‘een nieuw Beck-album’. Toch is zijn naam nergens op de hoes van deze cd te bekennen. De naam die we daar wel zien staan is die van Charlotte Gainsbourg, de actrice die onlangs nog druk doe-het-zelvend te bewonderen was in de nieuwe Von Trier en die natuurlijk in de eerste plaats bekend is als de dochter van de Vieze Man van het Franse lied.
Als zangeres debuteerde Charlotte op twaalfjarige leeftijd in duet met papalief in het controversiële Lemon Incest. Twee jaar later verscheen een volledig album, getiteld Charlotte Forever. Daarna zou zij twintig jaar lang geen nieuwe muziek meer maken en zich volledig richten op film. Haar tweede album 5:55 kwam in 2006 dan ook als een volslagen verrassing. Niet de minsten der aarde hadden aan deze grotendeels Engelstalige plaat meegewerkt: landgenoten Jean-Benoît Dunckel en Nicolas Godin van Air, Pulp-zanger Jarvis Cocker en Radiohead-producer Nigel Godrich. 5:55 was een warm georkestreerd popalbum, dat ondanks het taalverschil en de hippe namen onvermijdelijk de vergelijking met Serge’s meesterwerk Histoire de Melody Nelson opriep. Godrich, Cocker en Air leken toch vooral van de gelegenheid gebruik te maken een ode te brengen aan die invloedrijke plaat.
Dat ook Beck fan is van Serge Gainsbourg’s jaren zeventig-werk konden we al enigszins horen op diens album Sea Change. Het mag dus weinig verbazing wekken dat enkele nummers op IRM bestaan uit filmische strijkers en zuchtende zang. Toch heeft het merendeel van dit album een geheel eigen sound, dat nog het meest doet denken aan Beck’s laatste twee albums The Information en Modern Guilt. Sfeervolle elektronica, vreemde beats, poppy piano’s en bluesy gitaren. Al met al, een eigenzinnige hybride van hele moderne en hele ouderwetse geluiden. En Charlotte – die hier zowel in het Frans als in het Engels zingt - mag dan naar Idols-maatstaven niet bepaald een geweldige zangeres worden genoemd, haar intonatie blijkt wonderbaarlijk goed te passen bij de fantasierijke muziek die Beck voor haar schreef.
Ik hou erg van Beck’s stem (hij is hier vaak op de achtergrond te horen en single Heaven Can Wait is zelfs een regelrecht duet), maar Charlotte brengt iets in zijn muziek naar boven dat hij er volgens mij zelf nooit uit had kunnen halen. Noem het verleiding, noem het gebroken melancholische verleiding, noem het de Franse ziel. IRM lijkt een Beck-album verkleed als een Charlotte Gainsbourg-album, maar eigenlijk is het precies andersom.