De radiodocumentaire is in Nederland een ondergewaardeerd genre. Terwijl This American Life in de Verenigde Staten een begrip is, lijken wij af en toe te vergeten dat je met een recorder en een microfoon de mooiste verhalen kunt vertellen. Noor trok erop uit en sprak Menno en zijn vrienden. In 2005 begint Menno slechter te zien, korte tijd later is hij praktisch blind. Dat weerhoudt hem er niet van mee te gaan op skivakantie. Zijn vrienden zijn blij voor hem, maar zo'n blinde in de gelederen kan ook een behoorlijke last zijn.
"Radiodocumentaire, wat is dat precies?" Dat is de vraag die ik de afgelopen twee maanden, terwijl ik werkte aan het verhaal 'Menno', het meest gesteld kreeg. Terwijl in de Verenigde Staten de programma’s Radiolab en This American Life (bijna 600.000 Facebook fans) een begrip zijn, is Nederland nog groener dan groen als het gaat om radioverhalen: een audiodocument dat zowel interview, scènes, muziek als een soundscape heeft, waardoor je het verhaal niet alleen hoort, maar ook voor je ziet.
Juist het genre documentaire leent zich perfect voor audio: niet alleen voor de maker (die met audioapparatuur toch minder bedreigend overkomt dan met een camera en daardoor sneller dichter bij het onderwerp kan komen), maar ook voor de luisteraar. Afwassen, fietsen, sporten, of gewoon chillaxing, het wordt allemaal een stuk boeiender met een goed radioverhaal in je oren. Houd beeld je gevangen in een bioscoopstoel of aan de beeldbuis, geluid biedt je de vrijheid om te gaan of staan waar je maar wilt. En dat maakt radio niet ouderwets - een veelgehoord commentaar - maar juist helemaal van deze tijd.
Deze radiodocumentaire werd eerder de ether in gestuurd door VPRO Plots.