Yara heeft iets opmerkelijks op te biechten aan Lucas. Een kort verhaal van Emma Stomp voor de Biechtweek.
Misschien lag het aan het feit dat Yara opeens af wou spreken op een terras met felgekleurde parasols, waar mensen op luide toon over hun vakantie naar Ibiza aan het praten waren. En misschien lag het er ook wel aan dat ze meer plannen dan gewoonlijk maakte, dat ze Lucas opeens aan zijn arm meesleurde naar winkels waar de top 40-muziek luid uit de boxen schalde. Of dat ze haar berichtjes met uitroeptekens en hartjes afsloot en soms zonder duidelijk aanwijsbare reden naar zijn arm greep en heel hard moest lachen, alsof hij zojuist een hele goede grap gemaakt had.
Het voelde alsof ze in een ingewikkelde choreografie verzeild geraakt waren, waarbij Lucas steeds één tel achter liep. Net wanneer hij erachter kwam wat Yara bezighield, was zij alweer een stap verder. Niets liep meer synchroon.
Terwijl hij zijn fiets wegzette moest hij denken aan de dagen waarop alles nog wel synchroon liep. Toen Yara nog met haar dekens over haar hoofd getrokken in bed lag. Dat er langzaam een deuk in haar matras gekomen was omdat ze er niet van af wou komen. Niet dat hij perse terug wou naar die dagen, hij wist wel dat er heel erg veel verkeerd was aan het hebben van zo’n soort relatie. Maar in ieder geval was het makkelijk geweest. Het was makkelijk geweest om haar erbovenop te praten, om boodschappen te doen, om nuttig te zijn.
Yara zat al op het terras op hem te wachten, ze zwaaide wild met haar armen alsof ze zich vijfhonderd meter van elkaar af bevonden in plaats van tien. Lucas gaf haar een kus.
Ze droeg een bloemetjesjurkje dat hij nog niet eerder gezien had.
‘Ik heb cocktails voor ons besteld,’ zei ze.
Lucas moest denken aan een droom die hij die nacht had, waarin er een kat op zijn gezicht zat. Hoe hij geprobeerd had om de kat van zijn gezicht te trekken, maar de nagels van de kat alleen maar in zijn wangen bleven steken. Hoe hij langzaam buiten adem was geraakt.
Het liefste had hij die droom nu aan Yara verteld, maar iets in haar gezicht zorgde ervoor dat die droom opeens heel misplaatst aanvoelde.
‘Wat voor cocktails?’ vroeg hij in plaats daarvan.
‘Mojito’s,’ zei Yara en ze hield een haarlok tussen haar duim en wijsvinger. Alsof niets anders in de wereld er echt toe deed, alsof het er alleen maar om ging dat zij hier nu in de zon zaten. Ze leunde zelfs even achterover om haar ogen te sluiten, haar gezicht badend in het zonlicht.
De ober zette de cocktails op het tafeltje neer. Het zag er vrolijk uit: de felgekleurde rietjes en de blaadjes munt die door het glas dreven.
Yara trok één van de glazen gretig naar zich toe, als een jarig kind dat een cadeau naar zich toe trekt.
‘Proost.’ Ze hield haar glas in de lucht.
‘Proost,’ zei Lucas.
En hij moest denken aan de eerste keer dat hij Yara mee naar huis had genomen. Hoe ze op zijn bed naar The Smiths en Joy Division hadden geluisterd. Hoe Yara alle dingen voor hem had opgesomd waar ze nerveus van werd: kleine ruimtes, grote ruimtes, de zee, witte sauzen, mensen die heel vaak ‘ik wil niet lullig doen maar…’ zeiden, vissen, de gedachte dat ieder mens in zijn leven een spin opeet tijdens zijn slaap. Voor hij het wist was ze in huilen uitgebarsten. Ze had hem naar zich toe getrokken en zijn T-shirt nat gemaakt met haar tranen. Ze zei niet ‘sorry dat ik je hiermee lastig val’ of ‘normaal ben ik niet zo’. Ze zei überhaupt geen sorry. En Lucas was blij dat er meer mensen in de stad waren die niet precies wisten hoe ze zich staande moesten houden.
‘Ik moet je iets vertellen, Lucas.’ Yara roerde met haar rietje door het glas. ‘Ik weet niet precies hoe ik het moet uitleggen, maar ik ben gelukkig.’
Lucas keek naar een vrouw die een stukje overgebleven taart in een servetje probeerde te stoppen.
‘Nee,’ zei hij.
‘Hoe bedoel je nee?’
‘Je bent helemaal niet gelukkig. Je doet gewoon alsof.’
‘Ik ben anders al heel lang gelukkig. Veel langer dan je dacht. Jij bent diegene hier die ongelukkig is.’
‘Nee,’ zei Lucas weer alsof hij alleen maar door dat woord te herhalen ervoor kon zorgen dat de oude Yara weer tevoorschijn zou komen.
‘En ik wil naar Spanje deze zomer,’ ging ze verder. ‘Ik wil snorkelen en diepzeeduiken. En ik wil sangria drinken op een terras waar een man gitaar aan het spelen is.’
Ze had haar arm over de tafel heen gestoken en kneep zachtjes in zijn hand.
‘Nee,’ zei Lucas weer.
Emma Stomp (1994) is Hard//hoofd redactielid en schrijft over alles wat ze niet begrijpt: van vreemde Mexicaanse gezegdes tot aan het wakker worden naast een onbekend lichaam. Op doordeweekse dagen studeert ze sociologie, waar ze vooral veel moet lezen over gentrification.
Eline Schipperen is in het dagelijks leven enorm gefascineerd door de mens. Waarom doen we wat we doen? En wat heeft dit voor invloed op de samenleving? Als illustrator verwerkt ze deze fascinaties in haar werk.