Voor de maatschappelijk geëngageerde theaterbezoeker begon het seizoen confronterend. Roos vroeg zich af hoe we de wereld kunnen redden of in ieder geval iets veroorzaken in Nederland en zocht naar antwoorden in het theater. Ze kreeg een scheldkannonade, verwarring en heel veel vragen voor haar kiezen. En, een beetje verstopt, toch ook een wijze les.
Nu met het aflopen van de zomer de onbezorgde en welverdiende vakantie nog louter een herinnering is, wordt het weer hoog tijd voor actie, statements en verandering. De demonstraties tegen de bezuinigingen op onderwijs, zorg en kunst, de Mars der Beschaving en de vele witte kruizen: allemaal alweer 'lang' geleden, van voor die vakantie, maar zonder dat de zaken er nu beter op zijn geworden. Aan de slag dus. Maar wat als wandelen, schrijven of praten niets uithaalt? Hoe veroorzaak je iets? In de eerste week van het nieuwe theaterseizoen barstte onze hoofdstad bijna uit haar voegen van bekende gezelschappen op het Theaterfestival, van de jonge makers op het Fringe Festival en de initiatieven daarbuiten. De geëngageerde theaterbezoeker die zich afvroeg hoe het nu allemaal verder moet, had vele mogelijkheden om te zien en te horen welke antwoorden activisten en kunstenaars aandroegen op de vraag naar verandering, verbetering, op de vraag hoe iets te veroorzaken.
In de grote zaal van de Stadsschouwburg, wacht ik samen met honderden verwachtingsvolle jonge mensen en een aantal oude hippies op het beroemde Amerikaanse duo The Yes Men. De meeste mensen kennen Andy Bichlbaum and Mike Bonanno van hun bekroonde documentaire The Yes Men Fix the World uit 2009, die een fascinerende blik werpt achter de schermen van hun vele acties in de publieke ruimte, waarbij ze zich vaak voordoen als vertegenwoordigers van grote bedrijven en organisaties. Het live interview op de BBC in december 2004 waarin Bichlbaum namens Dow Chemicals excuses maakt voor de giframp in Bhopal in 1984 en belooft dat het bedrijf honderden miljoenen vrijmaakt voor alle slachtoffers is inmiddels een klassieker.
Deze twee mannen, die in activistische kringen een bijna profetische status genieten, zouden ons in de Stadsschouwburg gaan vertellen wat te doen, onder de noemer The Yes Men Fix The Netherlands. Na een komische act, waarbij twee mensen uit het publiek werden gevraagd de lezing te doen en zijzelf in de zaal gingen zitten, blijkt dat The Yes Men geen stoomcursus hebben hoe we Nederland moeten repareren.
We weten niets over Nederland, we hebben echt geen idee wat er hier allemaal aan de hand is. We hebben ook niet echt iets voorbereid. Maar we kunnen wel wat filmpjes laten zien, en hopen vooral dat jullie vragen aan ons hebben.
De hoop die enkele seconden daarvoor nog de roodfluwelen ruimte had gevuld, maakte plaats voor ongeloof en teleurstelling toen iedereen door kreeg dat er geen profetische boodschap verkondigd zou worden. Geen handleiding om Nederland te redden. Maar had die teleurstelling niet meer met ons eigen falen te maken dan met The Yes Men? Waarom verwachten we van twee Amerikanen dat ze weten hoe Nederland gered kan worden – van een doorgedraaid populisme, van de rücksichtslose bezuinigingen op zorg, onderwijs en kunst, als we dat zelf als inwoners van dit land ook niet weten? Een beetje verward en somber verliet ik de schouwburg; willen we eigenlijk nog wel iets doen? Zijn we niet hopeloos passief geworden door het idee dat een actie niet per se (merkbare) invloed heeft?
Twee uur eerder werd ik op het Fringe Festival ook al behoorlijk terecht gewezen – beter gezegd: flink uitgescholden – door Nik & Ben in hun voorstelling Geintje. Gehuld in roze pakken probeerden ze antwoord te geven op het wereldleed. Ronde steden zijn de oplossing, betoogden ze bijvoorbeeld, in navolging van de documentaire Zeitgeist van Peter Joseph. Maar niets van wat ze aandroegen helpt, was uiteindelijk hun pessimistische conclusie. "We weten al lang hoe we de wereld beter kunnen maken, maar waarom doen we dat niet gewoon?" Nik & Ben zijn boos en teleurgesteld, ze hebben ons afgeschreven als medestanders en willen geen applaus. Enigszins geïrriteerd verliet ik het kleine theaterzaaltje.
Die irritatie, dat was blijkbaar de bedoeling. Tijdens een interview vertellen Nik van den Berg en Benjamin Moen (beiden afgestudeerd aan de Toneelacademie Maastricht) de volgende dag dat ze tijdens hun opleiding leerden 'niet met het vingertje te wijzen, want dat vindt het publiek niet leuk. Maar wat ons betreft mag theater wel een beetje jeuken.' Met hun harde retoriek, roze pakken en rookmachines lieten ze zien dat een een mooie verpakking meer aandacht krijgt dan nuance. 'Nuance zit ons tegenwoordig, helaas, vaak in de weg om actie te ondernemen, iets te doen. Maar wij willen niet dat er een gevoel van machteloosheid overheerst. Voor ons als theatermakers is dit een manier om iets te zeggen.' En wat Nik & Ben betreft doen ze dat niet alleen in de theaterzaal. Waar en wanneer weten ze nog niet precies, in ieder geval willen ze buiten de zaal een nieuw publiek aanspreken.
Goed, buiten de theaterzaal. De Club gaat de stad in om te tonen dat het kan, dat ze iets kunnen veroorzaken en niet volgzaam slapend hoeven te sterven. De Club is een initatief van Stichting Nieuwe Helden, onder leiding van regisseur Lucas de Man. Na hun veelbezochte voorstelling vorig jaar, gebaseerd op de film Fight Club, besloot de groep buiten de vorm van theater verder te gaan met hun zoektocht naar ontmoetingen, naar mensen die 'iets willen veroorzaken'. In een oude loods in het oosten van Amsterdam komen de leden van De Club bij elkaar, en als bezoeker ben je 'aspirant-lid'. Alles wordt omgeven door een duistere mystiek, en in de trailer zien we een woest kijkende Tygo Gernandt, struinend door een donkere stad. 'Ben je bereid?', is telkens de vraag, nog voordat je weet waartoe je bereid moet zijn. Hoewel het vechten nog wel een rol speelt, blijken de stoere mannen met spijkerbroeken en boze gezichten vooral heel aardig, en vol twijfels. 'We hebben geen vaste waarheid meer, geen ideologie, geen religie.' Eenzame individuen zijn we, die alles zelf moeten doen. Als ik iets wil veroorzaken, dan zal ik het zelf moeten doen, is de boodschap aan mij als aspirant-lid. Er volgt een ultieme test, waar ik uiteindelijk helemaal het heft in eigen handen moet nemen. 'En nu, heb ik nu iets veroorzaakt?', vroeg ik me af toen ik weer naar huis liep.
Wie wil weten wat er moet gebeuren om iets te veranderen aan Nederland of de wereld, krijgt in het theater weinig antwoorden. Eerder dan concrete plannen gaat het nog om het benoemen van problemen en het stellen van de vraag of je als bezoeker, toeschouwer of 'aspirant-lid' überhaupt iets wil doen. De eerlijke Yes Men, de beschuldigende vingers van Nik & Ben en de keuze die De Club aan je voorlegt; allemaal vroegen ze naar mijn oprechte, onvoorwaardelijke bereidheid iets te doen. Ik merk dat het niet alleen de nuance is die mij in de weg zit, maar vooral de twijfel aan effectiviteit. Maakt het uit? Heeft mijn actie iets veroorzaakt? Heb ik iets veranderd? Wat was het effect? Achteraf kwam de meest wijze les toch van The Yes Men. Bijna terloops merkte één van de twee op dat ze niet weten of er door hun acties werkelijk dingen veranderd zijn. Jazeker, bedrijven en organisaties hebben hun beleid soms veranderd. 'En door te zeggen dat dat absoluut niet door ons kwam, gaven ze ons eigenlijk het grootste compliment dat we konden krijgen', vertelden ze opgetogen. Het is een kwestie van doen, zonder te weten wat daar de uitkomsten of consequenties van zijn. Het is niet de nuance, maar het denken in termen als effictiviteit en resultaten dat ervoor zorgt dat we niet in actie komen.
Ben je bereid iets te veroorzaken? Hard//hoofd geeft 5x2 kaarten weg voor De Club, tot en met zondag iedere avond in Amsterdam. Stuur een mailtje met je naam, emailadres, de gewenste datum, én hoe vaak je 'ik ben bereid' kan zeggen zonder met je ogen te knipperen naar roos@hardhoofd.com – en wie weet wordt jij toegelaten tot De Club.
Nik & Ben spelen Geintje nog op 22 en 23 september in Huis van Bourgondië in Maastricht, op 14 oktober in Theater Kikker in Utrecht en op 23 november op het Jonge Harten Festival in Groningen.