Peter Schuyff (Baarn, 1958) verhuisde in 1967 met zijn familie naar Vancouver, Canada. Rond 2005 kwam hij terug naar zijn roots in Amsterdam waar hij zich naast het schilderen begon te richten op het muzikantschap. Met zijn solo-act The Woodwards sloot hij zich aan bij het Amsterdams Songwriters Guild en trok een professionele carrière als muzikant van de grond. Naast Peter spelen afwisselend het ‘Ursula Peterson Trio’ (waaronder singer-songwriter Signe Tollefsen) en Rob Kloet (drummer) mee in The Woodwards. Peter Schuyff's eerste album kwam vorig jaar uit, en momenteel werkt hij aan een nieuwe EP o.a. samen met Ralph van de band ‘Mindpark’ en Atti Bauw. Alle nummers die te beluisteren zijn bij dit artikel, komen later dit jaar uit op deze nieuwe EP.
[audio:http://www.hardhoofd.com/wp-content/uploads/2010/02/04-ursula-peterson-eindhoven-2.mp3]
"Ursula Peterson" van The Woodwards
Op bezoek in zijn ruime tweekamerappartement (tevens atelier) laat Peter Schuyff me met geestdrift applicaties op zijn iPhone zien. De vreemdste dingen komen langs. Hij giechelt, en die giechel slaat af en toe om in een schaterlach waarbij hij zijn handen tot vuisten balt en energiek op en neer zwaait. Deze vrolijkheid ben ik van hem gewend, alhoewel hij zich met eenzelfde snelheid ergens over op kan winden. Maar in welke stemming hij ook is, het woord ‘fucking’ doorspekt al zijn zinnen. Ik kom deze dag voor een interview en ik heb een hoop te vragen.
Zoals misschien wel bij veel mensen werd de levensloop van Peter Schuyff bepaald door een reeks van soms bijna magische toevalligheden. Op een vraag naar de herkomst van zijn artiestennaam The Woodwards komt er meteen een mooi verhaal: “Woodward’s was een groot warenhuis in downtown Vancoucer dat ooit failliet ging. Jaren later liep ik met een vriend op straat in Vancouver een beetje te denken over een goede bandnaam - gewoon voor de lol want ik maakte nog geen muziek. Ik wilde in ieder geval het woord ‘wood’ in de naam (in het Engels een verwijzing naar een erectie). Toen we op de hoek van Gore en Powel street kwamen vond ik een bruine boodschappentas van Woodward's aan mijn voeten. De tas was in perfecte conditie, bijzonder vreemd want de winkel was toen al zestien jaar dicht. De stap naar de bandnaam ‘The Woodwards’ (dus zonder de apostrof en in het meervoud) was snel gemaakt. De tas heb ik nog steeds en is van museale waarde.’’
[audio:http://www.hardhoofd.com/wp-content/uploads/2010/02/02-burn-everything-eindhoven-2.mp3]
"Burn Everything" van The Woodwards
In een gesprek noemde Ro Halfhide (voorman van het Amsterdams Songwriters Guild) Peter Schuyff - die lange tijd in het Chelsea hotel in New York woonde - de ‘Moderne Forrest Gump’. Hij refereerde daarmee aan het feit dat mensen die Peter leren kennen er al snel achter komen dat hij op een hoop historische plaatsen met een hoop bekende mensen was. Namen als Andy Warhol, Keith Haring, Dennis Hopper en Madonna zijn er slechts een paar uit zijn vroegere omgeving. Wanneer ik daar over begin reageert hij terloops, het lijkt hem niet heel erg te interesseren hierover te praten. ‘‘Tsja, de vergelijking met Forrest Gump zou kunnen, ik denk zelf eerder aan de film ‘Zelig’ van Woody Allen. Ja, ik was er bij toen Madonna voor een van de eerste keren het podium op sprong. Het was toen niet echt mijn ding, al zal ik heus wel geïnteresseerd zijn geweest. Ik heb er geen heftige herinneringen aan. Grappig is dat eigenlijk, dat is een nature/nurture vraagstuk. Ik dacht gewoon: dat is een meisje dat Madonna heet. Ze werkte in dezelfde nachtclub als ik en is ongeveer even oud als ik, net als Michael Jackson. Ik denk dat ik gewoon het geluk had op een paar interessante plekken te zijn geweest. Ik ontmoette zelfs de fucking Paus, de Dalai Lama en Al Gore. Allemaal op plekken waar ik als schilder aan het werk was of waar vrienden van mij werkten. Maar luister, als je begin jaren ’80 als artiest naar New York verhuist is dat ook wat je gaat meemaken. Dat heb je hier in Amsterdam nu ook.’’
Voor zijn muziek was het zeker een vormende tijd. ’’Mijn nummers kunnen niet geschreven worden zonder ‘dirt under the fingernails’. Er waren misschien wat juweeltjes daar toentertijd, maar het meeste was behoorlijk donker. Veel van ons, de mensen die daar toen waren, hebben het niet overleefd. De meeste mensen zijn verbaasd dat ík het heb overleefd. Mijn liedjes zijn geschreven door iemand die zelf ook verbaasd is dat hij het overleefd heeft.’’
Peter verwijst naar zijn favoriete quote van Oscar Wilde: mistery is the essence of all romance. ‘‘Als iets tot geschiedenis vervallen is wordt het pas romantisch. Als je er middenin zit is het dat totaal niet. Nu zie ik de romantiek, ik schrijf er verhalen over in mijn liedjes, maar toen zag ik dat niet. De ‘glamour’ waarmee dit soort tijden nu bezien worden is een natuurlijk proces. Mijn generatie in New York verheerlijkte weer de mensen die vóór ons kwamen. Maar het zijn de overlevenden die je verheerlijkt. Zoals wij toen ook de overlevenden verheerlijkten. Ik heb die mogelijkheid nu, om dat te kunnen doen. Die jaren zijn mij nu gegeven, tegen alle verwachtingen in.’’
'Vruchtbare jaren tegen alle verwachtingen in', dat is de manier waarop Peter ook zijn huidige leven in Amsterdam beschrijft. Hij kwam langs om een neef te bezoeken en werd opnieuw verliefd op Amsterdam, iets wat hem al vaker overkomen was. New York had hij inmiddels al verlaten en ondanks een mooie studio in Vancouver was dat niet de plek waar hij wilde zijn. "I drink, smoke and swear to much."
Vandaar dat hij in 2005 besloot naar Amsterdam te verhuizen. Door -alweer - een grappig toeval, kwam hij de avond voor Koninginnedag aan, zodat hij de volgende dag meteen een inboedel bij elkaar kon zoeken. Wat hij hier in eerste instantie kwam doen verwoordt hij in het nummer Fatherland: I find myself back in the fatherland/Where my story had been written in blood/Where I hoped for a couple of good years/Before the impending flood/I’m climbing dutch mountains/I can see miles from here
[audio:http://www.hardhoofd.com/wp-content/uploads/2010/02/01-birdy-eindhoven-2.mp3]
"Birdy" van The Woodwards
Met de bescheiden hoop op nog een paar mooie jaren kwam hij geheel onverwacht in een bruisend leven als muzikant terecht. ‘’Het was een midlife wet dream dat dit nog zou gebeuren.’’ Het Amsterdams Songwriters Guild speelde daarin volgens hem een belangrijke rol: "Zonder het ASG zou ik nu nog steeds alleen schilder zijn. Of in ieder geval een heel andere muzikant. Alles wat ik heb geleerd over podiumtechniek heb ik bij de open mic sessies in Sappho geleerd. Podiumtechniek is heel belangrijk voor mij. Het ASG gaf me de kans dat te leren omdat ik me daar veilig voelde, ik wist dat het me vergeven zou worden wanneer ik de boel zou verneuken."
Hij voelt zich thuis in Amsterdam, maar wat hij bij Nederlanders vaak mist is werkelijk gevoel voor ironie. "Cynisme kennen ze wel, maar ironie, dat hebben ze hier niet." Het mooiste Nederlandse cultuurproduct vind hij Annie M.G. Schmidt; "Ik ben helemaal weg van Annie, zoiets hebben ze weer helemaal niet in Amerika. Weet je wat, fuck Forrest fucking Gump, zou je aan mij willen refereren als de Amerikaanse Annie M.G. Schmidt?"
In zijn muziek en in het leven wordt Peter terzijde gestaan door Signe Tollefsen, tevens muzikant. "Zij heeft me alles wat ik als muzikant weet geleerd. Veel van mijn liedjes zijn voor en over haar, maar ik denk niet dat zij mijn muze is. Ik kan beter met haar overweg dan mijn met muzen en daarbij, met mijn muzen ga ik niet naar bed."
Peters liedjes hebben voor hem een hele andere functie dan de schilderijen die hij maakt. "Mijn liedjes zijn een verwijzing naar mijzelf. Mijn schilderijen verwijzen alleen naar zichzelf, ze zijn heel formeel en abstract, daarin ben ik slechts een katalysator. Mijn schilderijen nemen alleen nog maar ruimte in als mensen ze niet zouden zien. Als niemand mijn liedjes zou horen dan amuseren ze mij alsnog. Ik hou van mijn liedjes." Kiezen tussen schilderen en muziek maken kan Peter uiteindelijk niet. "Maar als ik op een onbewoond eiland zou stranden met wat kleurkrijtjes en een gitaar zou ik eerder muziek maken dan tekenen."
Clip bij de eerste single van The Woodwards: "I Wanna Woman".
Regie: Tycho van Zijderveld, 2009.