De verkiezingen zijn voorbij, maar nog niet ieders leed is geleden. De stemmen moeten worden geteld. In een te warm stemlokaal fladderen woensdagavond vijf verhitte Tellers met opengevouwen stembiljetten van de stapel van Lijst 2, richting de stapel van Lijst 6 en weer terug naar Lijst 2. Anna telt ook mee en wordt goed in de gaten gehouden: "Nee, nu kijk je bij 11, maar je bent bij 19!"
"Wat is de stand?" Een vrouw in een rood sportbroekje komt het stembureau binnengesprint.
Het is kwart voor negen. "Wat bedoelt u, hoeveel mensen er hier al hebben gestemd?" vraagt een van de mannen aan de andere kant van de tafel.
"Nee... VVD of PvdA?" Ze is buiten adem. Boven haar sportschoenen prijken paarse beenwarmers en afgetrainde bruine benen.
"Dat weten we nog niet, we gaan zo tellen!" Met zijn hoofd knikt hij in onze richting.
Wij zijn de Tellers, wij zitten al klaar.
"Wat heb jij gedaan en heb je al spijt?"
Er mag nog vijftien minuten worden gestemd. De vrouw neemt zuchtend haar stembiljet in ontvangst en schreeuwt even later uit het stemhokje: "Mag ik hier bellen?". Alles aan de vrouw is luid, ook de stem van haar vriendin door de telefoon. "Wat heb jij gedaan en heb je al spijt?", wil de vrouw in het rode sportbroekje van haar weten. Even luistert ze, de dames overleggen en dan besluit ze: "Oké, dan doe ik principieel. Ik doe principieel."
Ondertussen is een kale man met een bril binnengekomen. Zijn dochtertje, dat al in bed had kunnen liggen, komt bij ons zitten. Ze kijkt een paar druiven uit onze handen en maakt aanstalten met de bordjes te spelen. De bordjes 1 t/m 21 die wij straks in dit lokaal zullen uitstallen. Ik geef haar nog een druif, het helpt.
Haar vader roept: "Wil jij voor pappa op de PVV stemmen?" Zijn knappe lange donkere vrouw krijgt haar stembiljet. De ouders verdwijnen in twee hokjes. Het meisje krijgt nog één druif en wordt dan door haar moeder opgetild boven de grijze kliko. De kale man met de bril neemt een foto terwijl het meisje het biljet loslaat. Iedereen in het stembureau kijkt in stilte hoe het landt op het principiële biljet van de vrouw met het rode sportbroekje.
Een paar minuten voor negen komt een Marokkaans meisje met geblondeerde krullen binnen. Ze draagt een bruine jas die op een slaapzak lijkt, een natte slaapzak. "Ja, uhm," begint ze, "ja, dussuh, mijn neefje heeft mijn stempas verscheurd, maar ik heb gewoon mijn identiteitsbewijs bij me, dus ik kan gewoon stemmen toch?" Dat kan niet. "Maar ik had gelezen..." ze probeert het maar eventjes. Dan vraagt ze: "En, hoe doet de PvdA het? Ik hoop dat ze het goed doen!" "Dat hoop ik ook," zegt een van de mannen achter de tafel. "Bent u ook voor de PvdA?" De man twijfelt even, en iedereen lacht zonder geluid met hem mee, het zal ongepast zijn politiek kleur te bekennen in het stembureau. "O nee, nee," zegt het meisje dan, en ze wijst honend, haast flirtend naar hem, "u bent PVV, nou zie ik het al, u bent PVV!" Opgelucht lachen we nu allemaal met geluid. Het meisje roept: "Nou daahaag!" Ze zwaait en is weg. Dan gaan de deuren dicht.
Nu wordt de grijze kliko van het plastic hesje met het wapen van de stad ontdaan.
Er komt een sleutel, die past op het slotje.
Er heeft zich deze dag in dit stembureau tot nu toe één bijzonderheid voorgedaan, heb ik inmiddels gelezen in het proces-verbaal. Er heeft één kiezer bezwaar gemaakt, omdat er een camera in het stemlokaal aanwezig is. Die is vervolgens afgedekt, staat in het proces-verbaal. Met behulp van een gekleurde sok, zie ik nu. Ik vraag me af wiens sok het is.
De kliko wordt omgekeerd en de stembiljetten uitgestort op het blauwe zeil. De voorzitter, Erwin of Edwin heet hij, vraagt twee keer: "Is hij leeg?" En dan nog een keer. Pas die derde keer begrijp ik het. Hij wil niet weten of de stembus leeg is, hij moet horen van ons dát de stembus leeg is. Volgens protocol, maar ook een beetje alsof hij een goocheltruc gaat doen.
We maken stapeltjes van twintig biljetten. Teller E, die naast mij op de grond zit, is een stuk sneller dan ik. Als we uitgeteld zijn heeft zij 220 biljetten, ik kom maar tot 160. Alle stapels samen hebben we er meer dan zevenhonderd.
Vervolgens moeten de stembiljetten worden uitgevouwen en verdeeld.
De voorlopige uitslag moet zo spoedig mogelijk worden doorgebeld aan de wijkambtenaar.
Terwijl we hier op de grond zitten vraag ik me af wat de anderen hebben gestemd. Het heeft iets heel linksigs zo samen in een lokaal, een beetje te warm, een beetje gehaast, we drinken sap uit plastic bekertjes die we angstvallig ver van al het papierwerk vandaan houden, we eten pitloze druiven en we haasten ons.
De taken zijn verdeeld. Twee mensen vouwen, de rest loopt rond. Het lijkt alsof we een illegale krant in elkaar zetten. De deuren op slot, de hoofden gebogen over vellen papier die veel te groot zijn om te hanteren. "Deze is blanco...", verklaren we allemaal een keer, om na een paar seconden staren te roepen, "o nee, toch niet..." Soms is het rood gemaakte vakje lastig te vinden.
"Ik ben de ene stem voor de Piratenpartij aan het invullen bij de Soeverein Onafhankelijke Pioniers Nederland."
Terwijl de stapel van Samsom groeit en hij zowel links en rechts (voor de kijker, niet voor de kiezer) Lijst 1 en 3 ver achter zich laat, valt mijn oog op het bordje 4. Na een kwartier tellen zijn we nog geen enkele stem op het CDA tegengekomen. Twee stembiljetten verklaren we ongeldig. Iemand heeft twee hokjes van twee PvdA'ers rood gemaakt, een ander zette een kruis boven Lijst 1.
Als we uitgeteld zijn vraagt Erwin of Edwin: "Van wiens telefoon mag ik gebruik maken?" Weer weet ik niet of het een echte vraag is of een formaliteit. Hij belt de voorlopige uitslag door, ook al klopt het totaal niet helemaal, tien stemmen zijn we in de loop van het tellen kwijtgeraakt.
Na het voorlopige tellen, volgt het echte tellen. En terwijl ik de resultaten van Lijst 11 tot en met 21 mag invullen, met pen op het officiële papier, niet meer in klad, word ik berispt: "Nee, nu kijk je bij 11, maar je bent bij 19!" Verdomme, inderdaad, ik ben de ene stem voor de Piratenpartij aan het invullen bij de Soeverein Onafhankelijke Pioniers Nederland. Het duizelt me.
Even later zit ik op een post-it te turven, terwijl Teller M roept: "2! 7! 5! 4!" maar ook "27! en 45.” Ik heb me nooit gerealiseerd dat een stem op de nummers 2 t/m lijstduwer de Tellers extra werk oplevert. Op mijn post-it komen steeds meer getallen te staan, eventuele Kamerleden met streepjes er achter. Die streepjes zijn de kiezers, 126 stuks kan ik er op één post-it kwijt. Edwin of Erwin wordt steeds roder. "Hadden we Lijst 5 nou al?" In de stapel 'PvdA overige stemmen' komen vier vermiste stemmen boven water.
Teller H is inmiddels zo onzeker geworden dat hij samen wil tellen. Letterlijk samen. Teller E zit naast hem en ik hoor hoe ze hardop van één naar veertig tellen. Langzaam, want anders wordt het ‘weer een zooitje’ volgens Teller H. Ik doe mijn best mijn tel niet kwijt te raken. Het lokaal ruikt naar zweet en we vergeten de mini-Marsjes en cake te eten die in een van de stemhokjes zijn uitgestort.
Als de stemmen zijn geteld en het totaal klopt, de tien verdwenen stemmen zijn teruggevonden, juichen we eventjes. Kort. De stembiljetten liggen als bundels vodjes op de grond. Nu zijn er allerlei enveloppen die moeten worden gevuld en verzegeld. De stemmen worden geturfd. Letterlijk. In vakjes die vijf stemmen vertegenwoordigen moeten vijf streepjes worden gezet. Iemand leest voor: "Lijst 6, de lijsttrekker, 52 stemmen" en een ander moet 52 streepjes zetten. We vertalen elke stem dus van stapels naar de voorlopige uitslag, naar bellen, naar opnieuw tellen, naar roepen, naar post-its, naar de uitslag in pen en dan naar turven.
Het proces-verbaal, dat eruit ziet als een belastingaangifte, met kolommen met cijfers die voortdurend moeten worden opgeteld en afgetrokken, wordt verder ingevuld. De biljetten worden in zakken gestopt, verzegeld. Het een en ander wordt in de grijze kliko gestopt, die weer op slot gaat.
We schudden elkaars handen en we mogen naar huis.
Bij de uitgang zie ik dat Teller H het gezelschap van Teller X van het aangrenzende stembureau heeft opgezocht. Daar werd geteld op muziek hoorden we. "Dan was het bij ons ook veel sneller gegaan", zegt hij tegen haar. Ze knikt, terwijl ze nonchalant tegen de muur leunt.
Het is tegen middernacht. Er hebben zich geen bijzonderheden meer voorgedaan.
Wel heeft iemand een gekleurde sok achtergelaten in het stembureau. En het ziet er naar uit dat Teller H gaat scoren.