In deze nieuwe reeks ‘Anna bezoekt…’ neemt Anna van Leeuwen gewapend met haar fototoestel een kijkje bij clubs, buurthuizen, verenigingen, stichtingen en in andere semi-openbare gelegenheden: van modeshow tot séance, van kerkdienst tot huishoudbeurs. Tips voor deze rubriek? Mail naar anna@hardhoofd.com. Deze keer bezoekt Anna Paraview: “al 16 jaar de bekendste paranormaal beurs van Nederland”. (Vanavond treedt Anna op in het Amsterdamse theater Perdu bij een programma rond het thema 'De Club: goed georganiseerde waan?', met o.a. Marjolijn Februari en Atte Jongstra. De avond wordt georganiseerd in samenwerking met deBuren, begint om 20.30 en toegang kost € 5,-.)
De website van Paraview is wit met licht- en donkerpaars. Er klinkt een muziekje met stromend (golvend?) water en wat getokkel waarvan ik in slaap zou kunnen vallen, maar dat me online even aan het schrikken maakt.
De sfeer in de Ahoy is anders, minder sereen. De Paraview beurs vindt plaats op de eerste verdieping in twee ruimtes die veel weg hebben van een gang en een foyer. Het is er vol en druk. Bezoekers schuifelen van paragnost langs koffiediklezer naar aurahealer en iriscopist en werpen een blik op de prijzen en verdiensten.
Ter voorbereiding hebben de standhouders veel geprint en gelamineerd: vooral gele A4'tjes.
Niet alleen de behandelaars worden in korte kreten aangeprezen, ook de stoelen waarop cliënten kunnen plaatsvinden zijn alvast beschreven.
Bijna al deze mensen achter hun tafeltjes blijken 'bekend van tv'. Tegenover hen neemt men soms groepsgewijs plaats en regelmatig worden er, naast briefjes van vijf en tien euro, mobieltjes uitgewisseld. Ik vang het woord "oma" op en begrijp dan pas wat hier gebeurt: een foto van een overledene functioneert ook op het beeldscherm.
Flarden van gesprekken waaien mijn oren in. Vooral de behandelaars zijn veel aan het woord. "Je moet het gaan doen, en niet zo van ja maar...", "Blijf in je kracht, daar maakt hij zich heel veel zorgen om", "Alleen het huis een beetje zuiveren met lavendelolie", adviseren zij. Sommigen zijn heel zeker van zichzelf, anderen laten ook wat twijfel toe. Dan zeggen ze: "Daar kan het zeg maar ook aan liggen" of "Dat is moeilijk te zien voor mij".
Graag en vaak pakken cliënt en behandelaar elkaars handen beet en leunen ze een beetje naar voren, over het – meestal gebatikte – tafelkleed.
Ik hoor een jongen concluderen terwijl hij met zijn vriendin de roltrap opstapt naar buiten: "Ik heb een praktisch probleem, jij hebt een mentaal probleem."
Als ik informeer bij de stand van Tülay of zij koffiedik kan lezen voor mij, lacht Paul (zijn naam staat op zijn T-shirt): "Zij is dé publiekstrekker van de beurs. Ik heb alleen om halfzes nog één plekje." Ook Tülay is bekend van tv zie ik. Op haar A4-tje prijken Man Bijt Hond, Raymann is laat, Life and Cooking en De nieuwe Uri Geller. Ze biedt op deze beurs een consult voor 20 euro en voor 15 euro een kort consult zonder koffie. "Wil je een foto van haar maken?", biedt Paul me aan.
Ik maak een foto. Paul zet nog meer koffie.
Dan ben ik toch zelf aan de beurt, bijna. Mijn aura wordt gefotografeerd en geïnterpreteerd door Massimo.
Maar eerst is iemand anders. Zij doet haar ogen dicht.
Dan moet ik plaatsnemen op de plastic stoel met twee ijzeren handjes ernaast. Ik denk aan Abu Ghraib, aan elektrocutie en ga zitten. Zeven chakra's, zeven kleuren, is me net uitgelegd. Terwijl ik in de camera kijk zie ik rond de lens een paar gekleurde lampjes oplichten.
Even later zit ik tegenover Massimo. De Polaroidfoto is nog niet klaar en samen kijken we naar het onbestemde glimmende grijs. Hij draait de foto om en vraagt welke kleur ik zou willen zijn. Na wat getwijfel kom ik uit op 'geel', "Dat was iets met je ik toch, dat klinkt wel goed?" Massimo denkt ook dat ik geel zal zijn. "En ik weet ook waar je naar toe wilt", zegt hij. Hij laat een korte pauze vallen en verklaart: "Naar groen." "Wat is dat?" "Rust."
Hij draait de Polaroid om, we zien mijn gezicht in een gele wolk en Massimo begint in een rap tempo te vertellen. Ondertussen werpt hij af en toe een blik op de foto, maar bijna nooit op mij. Wel houdt hij zijn stand goed in de gaten. Middenin een zin "Wat je ziet hier onderaan is dat je kunt verwachten dat je rustpunt er wel..." roept hij ineens keihard "hé!" naar een jongetje dat op het punt staat met de auracamera te gaan spelen en gaat dan onverschrokken verder "je kunt verwachten dat je rustpunt er wel aan gaat komen, in de toekomst."
Soms laat hij me een stuk zin aanvullen, daar blijk ik niet zo goed in te zijn. Hij zegt: "De rechterkant, die is ook geel, dat betekent dat je te veel open staat naar mensen, behulpzaam, aardig, maar te open, dus je moet?" "Minder open zijn?" "Nee leren zeggen, dat is heel belangrijk," vervolgt hij zijn verhaal.
Op weg naar de uitgang – mijn aurafoto en Massimo's visitekaartje opgeborgen in mijn tas – maak ik een laatste zigzag langs de stands. Ergens wordt iemand magnetisch geheald, naast een pinautomaat. Aan een andere tafel vang ik op: "Zeg nee, geef je grenzen aan." Zonder conclusie stap ik de roltrap op.