De aanslag op Amerikaans congreslid Gabrielle Giffords roept de vraag op of de scherpe retoriek in het huidige politieke klimaat debet is aan dit drama. Het bloedbad in Arizona zet aan tot discussie over de grenzen van politieke retoriek. Jammer dat die discussie zelf zeer agressieve vormen aanneemt. Zowel de media als de nieuwsgebruikers reageren op karakteristieke wijze. Zal er iets veranderen?
Afgelopen zaterdag schoot een 22-jarige blanke man uit Arizona zes mensen dood tijdens een ‘Congress on your corner’ in Tucson. Dit is een met regelmaat georganiseerde ontmoeting tussen Democratisch congreslid Gabrielle Giffords en de mensen in haar kiesdisctrict in Tucson. Giffords was het doelwit van de schietpartij. Zij werd in het hoofd geraakt, maar is nog in leven. Bij dit soort drama's wordt altijd de vraag gesteld: is dit het werk van een losgeslagen individu of zijn we als maatschappij schuldig? Deze vraag lijkt in het extreem gepolariseerde Amerika actueler dan ooit.
Politiek vuur en de gek
Giffords is in het verleden meermalen de dupe geweest van de woede van mensen die het niet eens waren met haar politieke standpunten. De vorige verkiezingen won ze nipt van Jesse Kelly, een kandidaat van de ultraconservatieve Tea Party-beweging, die Giffords hoopte te verslaan vanwege haar steun voor Obama's nieuwe gezondheidszorgwet. Voor één van zijn verkiezingsstunts nodigde Kelly mensen uit om samen met hem een machinegeweer af te vuren: “Get on target for victory. Help remove Gabrielle Giffords from office. Shoot a fully loaded M16.” Daarnaast werden de ruiten van Giffords’ kantoor in Tucson vorig jaar maart ingeslagen en op de site van Sarah Palin was ze één van de Democratische congresleden wiens staat de potentiële Republikeinse presidentskadidaat in het vizier had, eveneens vanwege haar steun voor Obama-care. De landkaart is inmiddels verwijderd. Giffords is zelf overigens niet vies van wapens: ze staat bekend als een voorstander van wapenbezit en heeft een pistool van hetzelfde merk als dat waar ze mee is neergeschoten.
De schutter, Jared Lee Loughner, heeft een Youtube-kanaal en had een MySpace-account die inmiddels is verwijderd. We kunnen zien welke boeken en films hij mooi vindt: Animal farm, A brave new World, The wizard of OZ, het communistisch manifest, Mein kampf, One flew over the cuckoo’s nest enzovoorts. Als je in gedachten houdt dat Loughner in staat is gebleken tot het plegen van een aanslag, kun je uit deze voorkeuren een bijpassend wereldbeeld van abstracte angsten en verlangens filteren: een afkeer van gezag, angst voor vooruitgang en een drang naar houvast. Zijn Youtube-filmpjes worden op internet “crazy ramblings” genoemd en zijn voor sommigen een reden om te besluiten dat Loughner eenvoudigweg gek is en daarom tot zijn daad is gekomen.
De media
Is Loughner een geschifte eenling? Zijn gezever op Youtube over “English grammar” en het gebruik van de grondbeginselen van de logica doen aan een knullige interpretatie van Wittgensteins Traktatus denken, maar hebben niets met Sarah Palin te maken. Toch richt de huidige discussie zich op de politieke krachttaal van de Democraten, Republikeinen en met name de fanatieke Tea Party. De verharde Amerikaanse politieke retoriek raakt steeds meer doorspekt van wapenmetaforen en openlijke bedreigingen. Gaan woorden en metaforen soms te ver? Clarence Dupnik, Sherriff van Tucson, bracht als eerste deze gevoelens onder woorden: “The bigotry that goes on in this country is getting to be outrageous, and unfortunately Arizona, I think, has become sort of the capital.”
Een schrijver van het toonaangevende tijdschrift The New Yorker mengde zich meteen in de discussie:
For the past two years, many conservative leaders, activists, and media figures have made a habit of trying to delegitimize their political opponents. Not just arguing against their opponents, but doing everything possible to turn them into enemies of the country”.
Liberale kranten als The New York Times volgden:
The problem would seem to rest with the political leaders who pander the margins of the margins, employing whatever words seem likely to win them contributions or TV time, with little regard for the consequences.”
Ook het conservatieve Fox News reageerde. In een interview met Sheriff Dupnik lijkt de interviewster te insinueren dat het ongepast is dat iemand die als Democraat bekendstaat vlak na een aanslag in zijn district zijn mening over de gevolgen van het taalgebruik van politici gaf. De zender benadrukte dat het wijzen naar rechts het discours vertroebelt en dat Loughner vooral een gestoord individu is.
Dat het discours vertroebeld is, blijkt uit de discussies die zijn losgebarsten op Twitter en Youtube: “Dupnik is my hero”, “Dupnik has once again won my vote”, “Dupnik is a left wing idealogue”, “Dupnik the DIPSHIT”. Palin wordt door velen zwaar bekritiseerd, anderen wijzen er net als Fox op dat de schutter slechts één enkele gek is. Maar of deze vertroebeling nieuw is en onderdeel van dit specifieke debat, is zeer de vraag.
Verandering?
Wat voor conclusies kunnen we trekken uit de sentimenten die opborrelden na deze schietpartij? De meta-discussie die Sheriff Dupnik probeerde aan te zwengelen is onmiddellijk zelf weer politiek geworden en heeft daarmee het tegenovergestelde doel bereikt. Het publieke debat lijkt in het voordeel van links Amerika te zijn: Sarah Palins landkaart met Democraten in het vizier is wel verwijderd, maar niet vergeten, de tegenkandidaat van Giffords is er gloeiend bij vanwege de M16 waarmee hij vorig jaar Giffords uit het congres wilde knallen. Vier dagen na de moordpartij wordt dezelfde dans gedanst die liberale en conservatieve media al tijden dansen: Fox News publiceert artikelen waarin de geloofwaardigheid van Dupnik wordt aangetast en liberale nieuwsmedia roepen op tot nuchterheid en analyse. Wat verder opvalt is dat de partijen die een oproep doen tot bezinning een vlaggenschip nodig hebben: ze scharen zich achter Dupnik door de door hem gebruikte term voor het gif in het debat, “Vitriol”, over te nemen. De inhoud wordt in de media onherroepelijk verpakt in hun zorgvuldige geconstrueerde en vaak gekleurde retoriek en de focus ligt altijd op de betrokken personages. De meta-discussie volgt precies hetzelfde stramien als de polarisatie waar deze discussie over ging.
Er lijkt weinig geleerd te zijn. Terwijl Giffords nog steeds buiten bewustzijn in het ziekenhuis ligt, is er nu al minder aandacht voor de vragen die echt gesteld zouden moeten worden: onder welke maatschappelijke omstandigheden wordt een zonderling een moordenaar? Is de agressieve taal die gebezigd wordt door politici niet een symptoom van iets dat veel dieper geworteld zit in de Amerikaanse samenleving? Misschien is de politicus die een M16 leeg schiet tijdens de verkiezingen niet de oorzaak van de aanslag van de eenzelvige boekenwurm, maar zijn beiden onderdeel van hetzelfde probleem.
Is het moment al voorbij of is er nog hoop op verandering? Iedereen kijkt weer naar één man. President Obama zal vandaag aankomen in Tucson. Het volk wacht met ingehouden adem op zijn speech.